Antwerpen draagt 10.000 euro bij aan een tentoonstelling van het Vlaams Architectuurinstituut. Vijftien van de vijftig daarin voorgestelde projecten zijn Antwerps. De bijdrage wordt nog ter goedkeuring voorgelegd aan de gemeenteraad.
 
De tentoonstelling ‘Composite Presence’ komt er naar aanleiding van de zeventiende editie van de internationale Architectuurbiënnale van Venetië. Op initiatief van de Vlaamse Gemeenschap treedt het Vlaams Architectuurinstituut (VAi) op de biënnale op als organisator van de tentoonstelling in het Belgisch paviljoen. De Biënnale zou normaal in mei van dit jaar starten, maar vanwege de coronacrisis is ze uitgesteld naar augustus. Mogelijks is ook deze datum voorbarig. De ervoor uitgewerkte tentoonstelling zal ook in Vlaanderen te zien zijn, samen met de catalogus die wordt uitgebracht, waarin het kwaliteitsbeleid uitgebreid aan bod komt.
 
In augustus 2019 stuurde het VAi een oproep naar architecten, stedenbouwkundigen, ontwerpers, onderzoekers, critici en kunstenaars om een concept voor de expo te ontwikkelen. Een internationale jury koos voor het voorstel van Bovenbouw Architectuur. Daarin staat het ruimtelijk kwaliteitsbeleid dat via stadsbouwmeesters, Open Oproepen en andere kwaliteitskamers wordt gerealiseerd centraal.
 
Architectuurbeleid
Het project ‘Composite Presence’ bestaat uit een nieuw te bouwen maquette van 50 gebouwen uit Vlaanderen en Brussel op schaal 1:15. Het fictieve stedelijke landschap toont hoe architectuur in Vlaanderen en Brussel omgaat met moeilijke kavels en een gebrek aan stedenbouwkundig kader. De geselecteerde projecten dragen elk op hun eigen manier bij aan de ruimtelijke kwaliteit van het stadslandschap. Die kwaliteit is onlosmakelijk verbonden met het architectuurbeleid dat eveneens de voorbije 20 jaar tot ontwikkeling kwam in Vlaanderen. Niet toevallig is een groot deel van de projecten het resultaat van een Open Oproep of waren de stadsbouwmeesters of de kwaliteitskamers betrokken bij de projecten.
 
“Vlaanderen en Brussel worden op dit moment internationaal geprezen omwille van de interessante architectuurcultuur. De beleidskaders en procedures die er zijn, spelen daarin evenzeer een rol als de grote groep boeiende bureaus. 15 van de 50 projecten staan op Antwerpse bodem en zijn voorbeelden van projecten waarin we als stad met de stadsbouwmeester als kwaliteitsbewaker of AG VESPA als bouwheer hebben gewogen op de kwaliteit van het architecturale ontwerp”, zegt schepen voor stadsontwikkeling en ruimtelijke ordening Annick De Ridder.