Hydraulische liften, een authentieke mijnsite, een museum gewijd aan aardewerk … Dit zijn allemaal essentiële herinneringen aan het industriële tijdperk in La Louvière, de Stad van de Wolven.

Als vijfde grootste stad van Wallonië én hoofdstad van de Centrumregio, is La Louvière trots op zijn rijke erfgoed dat voortvloeit uit het industriële verleden. Denk maar aan het Historische Centrumkanaal, de honderd jaar oude scheepsliften en de mijnsite Bois-du-Luc. Deze twee sites zijn Unesco-werelderfgoed.

De 4 scheepsliften, gebouwd aan het begin van de 19e eeuw, maken het mogelijk dat boten van meer dan 1000 ton een totaal hoogteverschil van 66 meter op het Historische Centrumkanaal kunnen overbruggen dankzij de kracht van het water. 

De mijnsite van het Bois-du-Luc is uniek in Europa. Tijdens je wandeling door deze bewaard gebleven microkosmos met zijn industriële gebouwen, school, hospice, kiosk, arbeidershuisjes en kerk kom je alles te weten over de werking van een kolenmijn, het werk, het leven en de loopbaan van arbeiders met verschillende achtergronden.

De stad is ook de thuisbasis van gerenommeerde musea zoals het Centrum van de Gravure over de geschiedenis van de grafische kunst, het Mill, het Centrum Daily Bul & C° en het Keramiekcentrum Keramis.

Keramis, een museum en ruimte voor kunst en creatie gewijd aan keramiek is gebouwd op de site van de voormalige aardewerkfabriek van Boch in La Louvière en is een waar juweel van de Belgische industrie. De hedendaagse architectuur omvat een geklasseerd oud gebouw met drie reusachtige flessenovens. Uitzonderlijke kunstwerken staan naast voorwerpen uit het dagelijkse leven en getuigen van het economische en sociale belang van de aardewerkindustrie in de jonge stad La Louvière.

Foto: www.walloniebelgietoerisme.be