De kunstgeschiedenis begint met dieren: meer dan 30.000 jaar geleden werden ze al door mensen vastgelegd in muurschilderingen. In de eeuwen daarna hebben dierlijke afbeeldingen vooral een symbolische functie. In de middeleeuwen figureren dieren op allerlei schilderijen, maar vanaf de 17de eeuw worden ze heuse hoofdrolspelers.
HET PARADIJS
Voor ‘The Beauty of the Beast’ selecteert het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten (Antwerpen) werk van kunstenaars uit de 17de, 18de en 19de eeuw. Drie prachtige schilderijen van Roelant Savery zijn de oudste stukken in de tentoonstelling. Ze tonen een bonte mengeling van dieren in het aards paradijs. Het Vogelconcert van Paul de Vos sluit inhoudelijk mooi aan bij deze dierlijke overvloed.

VEE EN GEVOGELTE
Op de andere schilderijen vinden we de dieren die eeuwenlang thuis waren in en rond een kasteel. De vechtende hanen van Jacob Biltius en Frans Snijders contrasteren met de statige watervogels van Melchior d’Hondecoeter. Bij Nicolaes Berchem wordt het vee opgeëist in oorlogstijd, maar bij Louis Robbe, Alfred Verwee en Adrien Joseph Heymans staan de levensgrote koeien vredig in de weide of op stal. Ook bij Balthasar Paul Ommeganck zien we grazende geiten en schapen, tot  André Plumotze over het vlondertje stuurt.
VARKENS EN PAARDEN
Jan Stobbaerts schildert zijn zeug eerder impressionistisch. Charles Verlat presenteert het gulzige en luie varken als tegenpool van een werkzame ezel. Op een ander werk van hem komen de honden net op tijd om een klein meisje in een rood gestreept jurkje te redden van een wolf. Paarden zien we in alle gedaanten: ingespannen of op stal bij Charles Tschaggeny, op weg met ruiters bij Philips Wouwerman of in een spectaculaire levade bij Jacob Jordaens.
DIEREN IN HUIS
De meest aaibare dieren zijn zonder twijfel de katten van Henriëtte Ronner-Knip en Charles Van den Eycken. De hond van Joseph Stevens zit smachtend naast een homp vlees die net buiten zijn bereik ligt. Ook de levensgrote jachthonden van Jan Wildens kunnen voorlopig enkel naar de patrijzen kijken. Naast de vele schilderijen selecteerde het KMSKA tot slot ook een bronzen dog van Camille Sturbelle.
… EN IN HET PARK
‘The Beauty of the Beast’ combineert en confronteert deze oude meesters met tientallen hedendaagse kunstenaars. Aan de grote toegangspoort wacht Le gardien d’Ursel van Stief Desmet de bezoeker op. Er is geen weg rond deze metershoge Duitse scheper: iedereen moet er dwars doorheen wandelen. Verderop is Le Grand Vivisecteur van Johan Creten neergestreken. Vroeger nestelden er kerkuilen in de torens van het kasteel, nu kunnen bezoekers zich neervlijen tussen de poten van dit reuzegroot exemplaar. Achteraan de spiegelvijver flankeren twee knalrode buldogs met sneakers van William Sweetlove de brug naar het parkbos.
LEVENDE KUNST
Al vele jaren gaat Koen Vanmechelen via de kruising van nationale kippenrassen op zoek naar een kosmopolitische kip. In het kasteel toont hij een mantel en een scepter uit dit Cosmopolitan Chicken Project en in het park lopen er levende … varkens. Ze maken deel uit van Lucy Boar, een nieuw hoofdstuk in het kruisingsverhaal van Vanmechelen. In een andere weide graast een kudde schapen. Ze maken deel uit van een collectief kunstproject van schaap tot sjaal, waarin bezoekers kunnen participeren.
NIEUWE MEESTERS
Sommige hedendaagse kunstenaars hanteren dezelfde technieken als de oude meesters. Thierry Poncelet vervangt een familieportret door dat van een statige officier met de kop van een jachthond. In de reeks rond de zeven werken van barmhartigheid van Mieke Teirlinck krijgen dieren de hoofdrol. Op oude boekenkaften tekent Gideon Kiefer bonte, kleurrijke vogels die bij nader inzien angstig en gevangen blijken te zijn. In de tekeningen van Ruben Bellinkx verliezen dieren, gebruiksvoorwerpen en dagelijkse leefruimtes hun vanzelfsprekende rol: een pauwenstaart wordt behang, paarden bouwen een piramide. Jockum Nordström gebruikt een enigszins naïeve tekenstijl om zijn eigen universum tot leven te wekken.
ANIMALIERS
Ook de 19de-eeuwse beeldhouwers worden opnieuw geïnterpreteerd. Ronny Paesbrugghe laat terracotta paarden – of beter paardjes – door de gang galopperen. Twee katten en een haan van Erwin Peeters verschuilen zich in een intiem kabinet. Peggy Wauters stopt tientallen keramieken vogeltjes met vergulde bek en poten onder een stolp. Jan Fabre gaat nog een stapje verder en presenteert twee lammeren in achttienkaraats goud. Het contrast met Velasco Vitali kan niet groter zijn: de levensgrote honden die in de gang liggen, zitten en springen, zijn gesmeed uit ijzer en plaatijzer.
Sarah Reynders legt op een verfrissende manier de schoonheid van dieren bloot en wil bezoekers laten voelen aan haar afgietsels van een schapenkop, -vacht en –lijf. Ook Johan Deschuymer maakt nauwkeurige replica’s van koeiensnuiten,  haren inclusief. Daarvoor zet hij de traditionele werkwijze op zijn kop: de mallen zijn in gips en de afgietsels in silicone.
TAXIDERMIE
Twee Nederlandse kunstenaarscollectieven hebben een opmerkelijke voorliefde voor opgezette dieren. Atelier Les deux Garçons kruist een teddybeer met een dalmatiër, een koppel ganzen met een wagentje en twee Siamese lammeren met een kapstok. De creaties van Idiots zijn niet minder bevreemdend: een sierlijke pauw die overgaat in een elegante dame of Bobby, een konijn met een lichaam als een tinnen pot. Ook Jeroen Lemaître van Animaux Spéciaux verheft taxidermie tot kunst. In het kasteel krijgt hij carte blanche in twee kabinetjes langs weerskanten van een prachtige oude meester. Andere kunstenaars zoeken het inwendig. Mandy den Elzen verkent het spijsverteringssysteem van een koe en prepareert de vier magen als sculpturen. Een gemuilkorfd hondenskelet van Pascal Bernier kijkt verwachtingsvol naar een bot dat hem wordt toegeworpen.
FOTOGRAFIE
Studio Darwin Sinke & van Tongeren opereert op de grens van taxidermie en fotografie. Ze tonen verstilde beelden van twee zwanen in een zorgvuldig geënsceneerde houding. Stephan Vanfleteren maakte een prachtige reeks stillevens van dode dieren en Mothmeister laat vreemde sprookjesfiguren poseren met opgezette dieren. De pastelkleuren in het werk van Karin Borghouts zetten kijkers  op het verkeerde been: op een achtergrond van zalmroze of muntgroen toont ze dierenkoppen in verschillende stadia van ontleding.  In de reeks Koeienpaspoorten combineert Jef Geystelkens een zwart-witfoto van een koe met een paspoort dat de ‘persoonlijke gegevens’ van het dier registreert. Veel vrolijker gaat het er aan toe bij Frieke Janssens. Voor haar reeks Animalcoholics laat ze een halve boerderij van schijnbaar dronken dieren rondhangen in een woonkamer. Ook de modellen van Henk Van Rensbergen ruilen hun normale habitat voor abandoned places: een varken in een verlaten kerk, een koe in een voormalig winkelcentrum, kippen in de gang van een onbewoond huis. Pornocratès 2.0 van Bart Ramakers verwijst naar het beroemde werk van Félicien Rops en reflecteert over de dualiteit tussen lichaam en geest: worden wij gedreven door onze dierlijke lusten of weten we ze te overstijgen?
HALF DIER, HALF MENS
In de bibliotheek herinterpreteert Willy Verginer het sprookje ‘Tafeltje dek je, ezeltje strekje’ en in de grote salon legt Headthinker VIII van Laura Ford zijn ezelskop te rusten op de schouwmantel. In een ander salon kronkelt een menselijke figuur met grote paardenhoeven op de parketvloer. Met wollen dekens probeert Alet Pilon hem te sussen en het beest dat in ieder van ons schuilt te bezweren. Ook dode vogels en pluimvee wikkelt ze in dekens, gipsverband of textiel, alsof ze zo nog een kans hebben om weer tot leven te komen. Tijdens een performance kruipt Linda Molenaar letterlijk in de hals van een zwaan. Het skelet en de vleugels  staan  centraal in enkele andere van haar werken.
INSTALLATIES
Ook voor conceptuele kunstenaars zijn dieren een bron van inspiratie. Op een kleine maquette van Patrick Van Caeckenberghsluiten een kat en een vogel een bestand bij een drinkschoteltje. Mark Manders creëert een hele kamer, gebaseerd op het woord ‘hond’: hij stileerde de honden zoals een imaginaire cultuur dat 3000 jaar geleden gedaan zou kunnen hebben. Maar ook een reële gebeurtenis van 2000 jaar geleden kan inspireren. De honden van Caroline Coolen verwijzen naar het afgietsel van een hond in Pompeï. Het organische materiaal verging en de holte in de versteende aslaag werd in de 19de eeuw gevuld met gips en opgegraven. Koen Wastijn verzamelt merken die een dier in hun logo voeren. Allemaal leggen ze een surreële, komische of zelfs absurde band tussen het afgebeelde dier en het product dat ze verkopen. Ook Jean-Luc Cornec gebruikt een attribuut dat vroeger alomtegenwoordig was en hij bouwt er een kudde schapen mee: nooit gedacht dat krullende telefoondraad zoveel op wol gelijkt en dat een oude telefoon er uitziet als een schapenkop. Het getapisseerde varken van Wim Delvoye was eerder te zien in het Louvre, maar nu komt het thuis. Bekleed met een Perzich tapijt lijkt het wel alsof het uit een van de pas gerestaureerde katoenen wandbespanningen is gekropen.
Praktisch
Van 25 mei tot 15 oktober 2017
Toegang: 10 euro
Individuele bezoekers zijn welkom op zon- en feestdagen, telkens van 13 tot 18 uur. In de parkbar kan je nagenieten met een Cuvée Antonine.
Groepsbezoeken met afternoon tea op weekdagen (na reservatie)
Rondleidingen voor individuele bezoekers met afternoon tea elke donderdag om 14 uur in juli en augustus (na reservatie)
Exclusieve nocturnes voor bedrijven: nodig je medewerkers, klanten of zakenrelaties uit in een schitterend kader.
Voor meer informatie, reservatie of een programma op maat kan je terecht op info@kasteeldursel.be of 03 820 60 10.
Bereikbaarheid
Kasteel d’Ursel ligt in het centrum van Hingene (W. d’Urselstraat 9). Er zijn verschillende parkeergelegenheden rond het kasteel.