District Borgerhout en PSC Open Huis vzw organiseren tussen 13 juni en 15 juli het ontmoetingsspel ‘Tot ziens in Borgerhout’. Het spel koppelt inwoners die elkaar in Borgerhout moeten vinden en daarmee een waardebon winnen om samen op stap te gaan. Districtsschepen Mariam El Osri drukt op 9 mei op de knop om de inschrijvingen op de website te lanceren. De inschrijvingen lopen tot 31 mei.

Mensen verenigen
PSC Open Huis is een Antwerpse armoedebestrijdingsorganisatie die ook eenzaamheid bij senioren aanpakt en jonge vluchtelingen ondersteunt. PSC Open Huis verenigt mensen en daar gaat het om in ‘Tot ziens in Borgerhout’. Tussen 13 juni en 15 juli kunnen inwoners en frequente bezoekers deelnemen aan dit ontmoetingsspel in Borgerhout intra muros. De inschrijvingen starten op 9 mei. Mensen die zich niet online kunnen inschrijven, kunnen terecht in Bibliotheek Vrede, Dienstencentrum Den Drossaert, ‘t Werkhuys en bij Borgerbaan. Deelname aan het spel is volledig gratis en staat open voor alle leeftijden.

Uniek ontmoetingsspel
Deelnemers geven bij inschrijving contactgegevens, een foto van zichzelf en drie plaatsen in Borgerhout waar ze vaak komen. Na afsluiting van de inschrijvingsperiode koppelt het spel twee mensen die elkaar niet kennen. Ze krijgen dan elkaars info in de brievenbus. Vanaf dan kunnen ze elkaar vinden. Iedereen die meedoet, krijgt ook een draagtas opgestuurd met het opschrift ‘Tot ziens in Borgerhout’. Zo kunnen deelnemers elkaar op straat herkennen.

Nieuwe vriendschappen
Wanneer de spelers elkaar vinden, kunnen ze samen een waardebon ophalen in ‘t Werkhuys of in De Roma in Borgerhout. De bon laat hen samen naar een voorstelling kijken of iets gaan eten. 
“Op die manier creëert het spel op een vernieuwende en speelse manier volledig nieuwe vriendschappen”, legt Eric Joris, coördinator van PSC Open Huis, uit. “Je kan ook beslissen om niets samen te doen en dan krijg je een waardebon voor een koffie of thee in ‘t Werkhuys. Wie weet heb je daar alsnog een leuke ontmoeting of gesprek met een buurtbewoner.”   

Foto: www.antwerpen.be