Wereldwijd nam het antibioticagebruik bij mensen met maar liefst 39 procent toe tussen 2000 en 2015. De stijging is vooral explosief in lage- en middeninkomenslanden. Dat blijkt uit de meest uitgebreide studie ooit, in 76 landen, gepubliceerd in het tijdschrift Proceedings of the National Academy of Sciences (PNAS). “We stevenen af op een ramp”, zegt prof. Herman Goossens (UAntwerpen)(foto). “En België doet het echt niet goed.”
Onderzoekers van het Center for Disease Dynamics, Economics & Policy (CDDEP), de universiteit van Princeton, ETH Zürich en de Universiteit Antwerpen voerden dit onderzoek samen uit. Ze stelden vast dat het gebruik van antibiotica wereldwijd is gestegen van 11,3 tot 15,7 standaarddagdoseringen (defined daily doses, DDD’s) per 1000 inwoners per dag tussen 2000 en 2015. De cijfers betekenen geen goed nieuws, want antibioticaresistentie is een wereldwijd en groeiend gezondheidsprobleem: zodra er op één plaats een resistente bacterie verschijnt, verspreidt die zich snel naar andere delen van de wereld. De studie benadrukt de noodzaak van consequent wereldwijd toezicht op antibioticaresistentie en beleidsmaatregelen om onnodig antibioticagebruik in te perken.
Van cruciaal belang
Het verlies van doeltreffende antibiotica wordt grotendeels veroorzaakt door het massale gebruik ervan. In de meeste gevallen zijn antibiotica niet aangewezen en verbetert de gezondheidstoestand niet. Het is echter niet alleen van cruciaal belang dat we het gebruik van antibiotica inperken: het is tegelijk nodig om de toegang tot antibiotica in landen met lagere inkomens te verbeteren. Deze landen hebben immers de hoogste ziekte- en sterftecijfers als gevolg van infectieziekten, merken de onderzoekers op. “België staat zevende gerangschikt op 76 landen, en staat derde bij de hoge-inkomenslanden, samen met Spanje en Griekenland”, legt prof. Goossens uit. “Uit onze eigen gegevens blijkt dat dankzij de publiekscampagnes sinds 2000 de consumptie tussen 2000 en 2007 daalde, maar toen hield de daling op. Onze Belgische artsen schrijven dus nog steeds teveel antibiotica voor, en bovendien in hoge dossissen. Deze twee fenomen verklaren waarom wij aan de ‘top’ in de wereld staan. Campagnes alleen volstaan dus niet.”
De belangrijkste bevindingen uit de PNAS-studie op een rij:

·        Het totale wereldwijde gebruik van antibiotica bij de mens werd geschat op 35 miljard standaarddagdoseringen in 2015, een stijging van 65 procent ten opzichte van 2000, terwijl de consumptie met 39 procent toenam van 11,3 naar 15,7 standaarddagdoseringen per 1000 inwoners per dag.
·        Het antibioticagebruik in LMI-landen is tussen 2000 en 2015 met 114 procent toegenomen in totaal, en met 77 procent per 1000 inwoners per dag (een deel van de totale toename was het gevolg van de bevolkingsgroei). In sommige LMI-landen lag het gebruik hoger dan in hoge-inkomenslanden. Toch ligt het gebruik per capita in vele LMI-landen nog steeds aanzienlijk lager dan in hoge-inkomenslanden door gebrekkige toegang, bijvoorbeeld door de hoge kosten van geneesmiddelen en door octrooibescherming.
·        Het gebruik van breedspectrum penicillines, de meest gebruikte antibioticaklasse, is wereldwijd met 36 procent gestegen tussen 2000 en 2015. De grootste toename werd opgetekend in LMI-landen, waar het antibioticagebruik met 56 procent steeg, vergeleken met 15 procent in hoge-inkomenslanden.
·        Het gebruik van nieuwe klassen en reserveantibiotica (de ‘laatste reddingsboei’) zoals linezolid, carbapenemen en colistine, is in bijna alle landen significant toegenomen. De Verenigde Staten bleef een van de grootste gebruikers van glycylcyclines (tigecycline) en oxazolidinonen (linezolid), hoewel het gebruik van deze nieuwere geneesmiddelen in andere landen de laatste paar jaar dat van de VS nog heeft overtroffen.
·        Het toegenomen gebruik in LMI-landen is grotendeels toe te schrijven aan economische groei, een patroon dat niet terugkomt in hoge-inkomenslanden.

Ondanks de wereldwijde toename van het antibioticagebruik wijzen de resultaten erop dat het wel mogelijk is om dit gebruik in te perken. Het gebruik in hoge-inkomenslanden is in de loop van de onderzoeksperiode zelfs licht teruggelopen. Bovendien suggereert de aanzienlijke variatie in het gebruik per capita in hoge-inkomenslanden dat er lessen te trekken zijn.
Ramanan Laxminarayan, directeur van het CDDEP en coauteur van de studie, merkt op dat er al meer dan een jaar is verstreken sinds de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties de wereldwijde dreiging van antibioticaresistentie heeft erkend, maar dat er sindsdien nog maar weinig actie is ondernomen. “We moeten daadkrachtig optreden op grote schaal, en wel nu. Dat houdt onder meer in dat we oplossingen moeten creëren om het gebruik terug te dringen, zoals vaccins of betere infrastructuren, en dan vooral in lage- en middeninkomenslanden. Nieuwe geneesmiddelen zetten maar weinig zoden aan de dijk om het resistentieprobleem op te lossen, als ze na hun introductie op ongepaste wijze gebruikt worden.”
Foto: magUZA