Het kan ook voor industrieel-archeologen nuttig zijn om te kijken hoe andere erfgoedsectoren het aanpakken, op het vlak van herbestemming, van ontsluiting, erfgoedtoerisme, organisatie.
Tijdens voorbije weken konden we zo op 11 oktober in Parijs, in het prestigieuze UNESCO-gebouw, optreden tijdens het congres van ‘Future for Religious Heritage’ (FRH) waar in één van de sessies de aanpak van herbestemming van religieus, militair, landschappelijk en industrieel erfgoed aan bod kwam. Wie doet wat, wat zijn de sterke en zwakke punten, valstrikken,… Daarbij konden we opmerken dat vanuit de sector industrieel erfgoed naar het publiek de meeste concrete vragen werden gesteld. Ondermeer: voor wie doe je het eigenlijk ? Voor de toerist, de immobiliënmakelaar, of voor de lokale bewoner. En ook: welk beeld toon je van dat verleden, een ‘gecreëerd’ en vaak ‘gegentrifieerd’ beeld of iets dat verleden, heden en toekomst verduidelijkt en vragen doet stellen?
Op 21 november konden we dan deelnemen aan een boeiende dag in Le Grand Hornu. Dat was de Europese bijeenkomst ‘Inhabit Heritage & Landscape Differently’ van ACCR-Europe, ‘Réseau européen des Centres culturels de rencontre’, een netwerk van vaak prestigieuze cultuurcentra in,historische gebouwen. Het werd een boeiende vergelijking vergelijking aan de hand van case studies tussen culturele herbestemming van abdijen, kastelen, en ook industrieel erfgoed. Daarbij viel het grote verschil van aanpak tussen de landen op, maar ook hoe dit soort grote instellingen bij professionalisme zweren en er weinig plaats is voor vrijwilligers – terwijl die in de sector industrieel erfgoed precies de drijvende kracht zijn. Veel van deze grote instellingen mikken ook eerder op een ‘Europees’ profiel, waarbij weinig band bestaat met de lokale gemeenschappen – een goeie verhouding tussen beide zou een dialoog tussen bottom-up en top-down stimuleren. Vanuit de sector industrieel erfgoed hebben we vaak te weinig aandacht voor dat Europese aspect, waardoor aan kansen – en een bepaald prestige – voorbij gegaan wordt.
In elk geval kwamen er in beide bijeenkomsten veel ideeën boven water. Voor industrieel-archeologen is het niet slecht om eens over het muurtje te kijken, zowel geografisch als thematisch. Te zien hoe anderen het aanpakken.
En vice versa.
Foto: www.vvia.be