Het natuurgebied Pikhakendonk ligt in een rivierlandschap waar honderden planten en dieren een veilig leefgebied vinden. Het eerste deel van de naam verwijst naar de doornige hagen of pikhagen. Een ‘donk’ is dan weer een zandige verhoging in het landschap, een duin die ontstaan is tijdens de laatste ijstijd.

Toegankelijkheid
Het hele jaar vrij toegankelijk op de wandelpaden. Laarzen of stevige wandelschoenen aangeraden. Honden welkom, aan de leiband.
Volg de zeshoekige bordjes Pikhakendonk wandelpad van Toerisme Vlaams-Brabant. Er is ook een verbinding naar het Ronsdonk wandelpad aangeduid, het wandelpad in het Boortmeerbeeks Broek. 

Beschrijving van het gebied
Door de eeuwen veranderde de loop van de Dijle voortdurend. De Dambeek en de Leibeek stromen nu bijvoorbeeld waar lang geleden de Dijle lag, terwijl op de plaats van een van de waterpoelen vroeger de Demer liep. Dat betekent dat de Demer en de Dijle in de ijstijd in Pikhakendonk samen kwamen. Nu ligt de samenvloeiing in Werchter, bijna negen kilometer verderop.
Het gebied kreeg zijn naam van de doornige hagen die er groeien. Bijna overal in Vlaanderen zijn die hagen rond akkers en weiden verdwenen, maar in Pikhakendonk hebben de landbouwers het oude cultuurlandschap bewaard. Mei- en sleedoorn zijn een goede nestplaats, schuilplaats en voedselbron voor vogels en andere dieren.
Een donk is een verhoging in het landschap, een zandig eilandje duizenden jaren geleden gevormd toen een rivier de bodem uitschuurde. Op die hogere plaatsen vind je nu bebouwing, naaldhout en heide.
Dicht bij de Dijle liggen lemige akkers. Nattere weilanden liggen aan de lager gelegen Dambeek, Leibeek en Molenbeek, die door het gebied vloeien en in de Dijle uitmonden.

Dieren en planten
Mensen plantten vroeger hagen van meidoorn, sleedoorn en hondsroos om het vee in de weiden te houden. Die hagen zijn in de lente op hun mooist. De grasmus en roodborsttapuit maken dankbaar gebruik van de doornige struiken, die hun nesten beschermen. In de bonte mengeling van hagen zoeken dieren het hele jaar door schuilplaats en voedsel. Op de sleedoorn vind je zelfs de zeldzame sleedoornpage. 
De grote pimpernel voelt zich thuis in de weinig bemeste weiden en hooilandjes. Die zeldzame plant draagt de wetenschappelijke naam Sanguisorba officinalis. ‘Sanguis’ betekent bloed en ‘sorbere’ opnemen. De plant werd immers eeuwenlang als bloedstelpend middel gebruikt.
Enkele afgesneden kronkels of coupures van de Dijle herbergen nu kikkers, padden, salamanders en stekelbaarsjes.

Natuurbeheer
De graslanden van Pikhakendonk worden gemaaid. Hierdoor verminderen we de hoeveelheid voedselstoffen in de bodem waardoor de dichtheid aan grassen afneemt, ten voordele van de grote pimpernelplanten.
In de meeste gevallen werkt Natuurpunt samen met landbouwers onder de vorm van gebruiksovereenkomsten waarbij de landbouwer instaat voor begrazings- of maaibeheer onder voorwaarden die opgelegd zijn door Natuurpunt. Zo ontstaat een win-win situatie; het natuurgebied krijgt het gepaste beheer en de landbouwer heeft een stalplaats voor zijn koeien of krijgt de opbrengst van het hooi.
In het najaar van 2021 wordt met de steun van provincie Vlaams-Brabant een oude visvijer getransformeerd naar drie poelen in functie van kamsalamander. De grond van de oevers wordt gebruikt om de vijver deels te dempen. Als resultaat zullen drie poelen van gelijke grootte maar verschillende diepte worden ingericht. Zo kunnen de amfibieën tijdens droge zomers een plekje met water vinden om te leven en zich voort te planten.
De werken kaderen in het overkoepelende Europese project LIFE Green Valleys. Lees er meer over.

Foto’s: Jankee Schwiebbe / Diane Appels / Kevin Feytons / www.natuurpunt.be