45 miljoen liter water, of 45.000 m³. Zoveel regenwater vloeit er in Gent jaarlijks weg via de kerkdaken in de rioleringen. Dat is zonde, bedacht Gents MilieuFront, en het lanceerde daarom een proefproject om het hemelwater op te vangen en af te koppelen van het rioleringsnet. Het kreeg hiervoor steun voor het Fonds voor Duurzaam Materialen- en Energiebeheer, beheerd door de Koning Boudewijnstichting.

47 kerken staan er op het Gentse grondgebied, samen goed voor 5,7 hectare aan dakoppervlakte, 50.700 m². Al het regenwater dat op die daken valt, gemiddeld een klein miljoen liter water per kerk per jaar, vloeit nu weg naar de rioleringen. “Dat is gewoon bruikbaar regenwater dat we nu wegvoeren, en dat is erg jammer”, vertelt Pieter Van den Brande van Gents MilieuFront (GMF). Ter vergelijking: een gemiddeld gezin verbruikt jaarlijks ongeveer 73.000 liter water.

Dat het regenwater zomaar de riolering instroomt is niet alleen een gigantische verspilling, bij wolkbreuken leidt het regenwater ook tot overbelasting van het rioleringsnetwerk, en dus tot problemen bij de waterzuivering. De opvang van regenwater werkt dus in op verschillende gevolgen van de klimaatverandering: zowel wateroverlast als droogte en waterschaarste.
Kerken zijn grote gebouwen, waar doorgaans erg weinig water wordt verbruikt, waardoor het ook nooit werd opgevangen. “Daarom groeide bij ons het idee om te kijken of dat anders kon”, zegt Pieter Van den Brande. GMF diende daarom een projectvoorstel in bij het Fonds Duurzaam Materialen- en Energiebeheer van de Koning Boudewijnstichting, en zocht voor de realisatie van een proefproject samenwerking met enkele partners, zoals de Stad Gent, Ecokerk, de kerkfabrieken, AquaFlanders, Farys en Join for Water.

Samen werden casestudies uitgewerkt: vijf kerken werden in detail bestudeerd. “We stelden allerlei vragen: hoe en waar kan je het water opvangen? Of is infiltratie misschien een beter idee? Hoeveel regenpijpen heb je nodig? Wat zou je kunnen doen met het water? Kan de buurt betrokken worden? Iedere kerk en iedere buurt is anders, en dat zorgt telkens voor andere mogelijkheden en scenario’s”, vertelt Pieter Van den Brande.

VAN TOILET TOT WATERPARK
Zo werd bij een van de kerken het idee gelanceerd om het water te gebruiken voor het schooltje naast de kerk, bijvoorbeeld om de toiletten te spoelen. Daarvoor moest een inschatting worden gemaakt hoeveel water er wordt verbruikt, en of er piekmomenten zijn. Op een andere plek werd bekeken of het water kon worden gebruikt voor een buurtparkje en voor de veegwagens van de stad, nog elders werd het plan voorbereid om bij de heraanleg van de buurt rond de kerk een waterspeelpark te realiseren, dat tegelijk de waterinfiltratie van de grond verbetert.

De vijf casestudies leverden alvast enkele interessante conclusies op. Een ervan is dat het belangrijk is om op voorhand een inschatting te maken van het potentiële verbruik. “Daarom is samenwerking met mensen in de buurt heel belangrijk”, verduidelijkt de GMF-coördinator. Dat verliep nu door de coronamaatregelen niet altijd optimaal, maar waar overleg mogelijk was, kwamen ook nieuwe, goede ideeën opborrelen. Zo werd een systeem uitgedokterd om het water van de Sint-Martinuskerk te gebruiken voor de moestuintjes van de buren. “Dat is een eenvoudige manier om water te recupereren, en het wordt gemakkelijk opgepikt. Het is helemaal niet duur, en het is ook enorm sensibiliserend, omdat het zo goed zichtbaar is.”

Want zoals het vaker gaat: goede voorbeelden krijgen navolging. Ze werken inspirerend en stimulerend, ook voor de overheden die moeten meewerken. “Dat was wel een andere conclusie die we trekken: er komt toch veel administratie bij kijken, bij heel veel tussenstations, vooraleer je de nodige vergunningen hebt. Dat hebben we echt wat onderschat. Maar we hopen dat dit vlotter gaat eenmaal de overheden zien welke effecten dit heeft. Zo ging het ook met de creatie van geveltuintjes. Steden maken daar nu aparte reglementen voor. Dat zou voor de opvang van water bij kerken ook kunnen.”

OPVANG OF INFILTRATIE
Gents MilieuFront hoopt ook dat door de zichtbaarheid van de casestudies de reflex groeit om bij iedere heraanleg van de omgeving van een kerk automatisch te kijken wat er met het regenwater kan gebeuren: opvang of infiltratie. “Bij infiltratie vang je het probleem van de pieken op, en zorg je voor een stijging van het grondwaterpeil. Daarvoor is het wel belangrijk om een infiltratieproef uit te voeren, om te kijken of de bodem infiltratiegevoelig genoeg is, en of je maatregelen kan nemen om het water makkelijker te laten infiltreren. Daar bestaan verschillende systemen voor”, zegt Pieter Van den Brande.

Een van de mogelijkheden, is de aanleg van een wadi, een meertje dat droog kan komen te liggen. Als je dat ook aankleedt met boomstammen of stapstenen, heb je meteen een leuke speelplek voor de kinderen in de buurt. “Je zorgt voor meer biodiversiteit, en je creëert een mooie plek waar ook nog gespeeld kan worden, een directe meerwaarde voor de buurt.” Op basis van de casestudie rond de Christus Koningkerk lanceerde Gents MilieuFront daarom het idee om een waterpark aan te leggen bij de kerk.

Foto: www.kbs-frb.be