De honderden Grote Keverorchissen die eind februari verplaatst werden op Linkeroever in het kader van de Oosterweelwerken stellen het goed. Helemaal victorie kraaien durven de wetenschappers van UAntwerpen nog niet, maar een eerste telling leert dat er meer planten bovengronds bloeien dan op de oorspronkelijke plek vorig jaar.
Eind februari voerden biologen van de Universiteit Antwerpen een unieke operatie uit in samenwerking met de Beheersmaatschappij Antwerpen Mobiel (BAM): ze realiseerden een zogenaamde translocatie van maar liefst 498 Grote Keverorchissen (Neottia ovata). “De planten stonden op Sint-Anna Linkeroever en moesten daar weg in het kader van de geplande werken op Linkeroever, nodig voor de Oosterweelverbinding”, vertelt Stefan Van Damme (UAntwerpen). “De orchideeën kregen een nieuwe standplaats, ongeveer een kilometer verderop, verspreid over drie locaties”, legt medewerker Steven Jacobs (UAntwerpen) uit. “Voor die nieuwe locaties selecteerden we historische standplaatsen van de plant en hielden we ook rekening met de groeiomstandigheden. Een dergelijke operatie is altijd delicaat, dus was het ook voor ons spannend afwachten of en hoe de planten zouden bloeien.”
Een grondige controle in mei leerde dat er op de drie locaties (26 proefvlakken van telkens één meter op vier groot) liefst 865 Grote Keverorchissen geteld werden, waarvan 339 bloeiend. “Dat zijn er dus meer dan dat er vorig jaar bovengronds kwamen op de originele standplaats. De verklaring ligt voor de hand: niet elke orchidee komt elk jaar bovengronds. We kunnen dus stellen dat het verplaatsen op zich gelukt is.”

Nog drie jaar opvolgen
“De plant is wettelijk beschermd en mag niet vernietigd worden”, zegt René Maes van Natuurpunt. De organisatie volgt het Oosterweeldossier al een kwarteeuw op en werkt al jaren samen met de Beheersmaatschappij Antwerpen Mobiel. “Translocatie was dus de enige mogelijkheid. Het verheugt ons zeer vast te stellen dat die met succes verlopen is.”
Hoewel het huidige succes prachtig en onmiskenbaar is, kan het alsnog fout lopen en willen de wetenschappers nog niet spreken van een volledig succesvolle translocatie. Jacobs: “Het is mogelijk dat jaar na jaar de groei en bloei van de orchideeën kan afnemen. Hierop hebben we wel geanticipeerd door de verhuizing van de planten in te bedden in een wetenschappelijk opzet. Zo kunnen we het risico spreiden en kennis opdoen aangaande de exacte condities die het succes blijvend bepalen.”
De biologen van UAntwerpen volgen de situatie na dit eerste groeiseizoen nog gedurende minstens drie jaar verder op. BAM, die als bouwheer van de Oosterweelverbinding de ganse verhuisoperatie en verdere opvolging financiert, is zeer tevreden over de eerste resultaten. Els Van Parijs , projectmanager Oosterweelwerken Linkeroever: “We willen de Oosterweelverbinding aanleggen met maximaal respect voor de natuur. We zijn dan ook verheugd dat de grote inspanningen die we hier samen met onze gespecialiseerde partners hebben geleverd om de wilde orchideeën te beschermen, hun vruchten afwerpen.”

Foto’s: UAntwerpen