Het idee dat vrouwen in leidinggevende functies fundamenteel verschillen van hun mannelijke collega’s is wijdverspreid. Onderzoek van de Universiteit Antwerpen en HR-adviesverlener Hudson wijst echter uit dat vrouwen en mannen in leidinggevende functies veel meer op elkaar lijken dan verschillen.
Stereotypes over de leiderschapsstijl van vrouwen variëren van uiterst negatief tot heel positief: sommigen zijn ervan overtuigd dat vrouwen te weinig gedreven of te emotioneel zijn om goed leiding te kunnen geven. Wie het positief ziet, prijst vrouwen dan weer om hun unieke aanpak en sterke interpersoonlijke vaardigheden, die hen tot betere leidinggevenden maken dan mannen. Er blijken echter weinig of geen studies te bestaan die deze stereotypen onderzoeken. Zijn mannen en vrouwen in leidinggevende functies ook daadwerkelijk verschillend qua persoonlijkheid? Onderzoek uitgevoerd door academici van verschillende universiteiten, samen met de R&D-afdeling van Hudson, vult die leemte. En de conclusie is duidelijk: mannen en vrouwen in leidinggevende functies lijken meer op elkaar dan ze verschillen.
Niet leidinggevenden versus C-levels
Wanneer we kijken naar de grote groep onderzochte niet-leidinggevenden, scoren vrouwen gemiddeld iets hoger op aspecten als altruïsme en consciëntieusheid en iets lager op emotionele stabiliteit en extraversie. Echter, deze verschillen tussen mannen en vrouwen lijken grotendeels te verdwijnen wanneer je focust op de groep van C-levels (executive en senior management). De resultaten tonen aan dat mannen en vrouwen in leiderschapsposities niet fundamenteel van elkaar verschillen. Beide vertonen een archetypisch leidersprofiel met een uitgesproken klemtoon op eigenschappen als assertiviteit, strategisch denken en daadkracht.
Genderstereotypen doorbreken
Een interessante vaststelling hierbij is dat de verschillen in persoonlijkheid tussen C-levels en niet-leidinggevenden beduidend groter zijn bij vrouwen dan bij mannen. Bart Wille, assistent-professor Personeel- en Organisatieontwikkeling aan de Universiteit Antwerpen: “Wat we hieruit kunnen afleiden, is dat in veel organisaties het ‘leiderschapsprofiel’ nog steeds ingevuld wordt aan de hand van eerder ‘mannelijke eigenschappen’, wat voor veel vrouwen een extra barrière kan betekenen. Uit talloze studies blijkt namelijk dat vrouwen die excelleren in de eigenschappen die traditioneel geassocieerd worden met mannelijk leiderschap, door hun medewerkers al snel beschouwd worden als bazig, arrogant, kil en onvrouwelijk, wat hun promotiekansen in gevaar brengt.”
Wat betekent dit alles voor programma’s die erop gericht zijn om de doorgroei van vrouwen in organisaties te bevorderen? “Om meer vrouwen in leiderschapsposities te krijgen wordt er vooral gefocust op het veranderen van de vrouwen zelf, door hen aan te leren om meer typisch ‘mannelijke’ gedragingen te vertonen die worden geassocieerd met goed leiderschap. Echte verandering ligt volgens ons in het doorbreken van genderstereotypen op organisatieniveau”, zegt Amelie Vrijdags, senior R&D-consultant bij Hudson.
Over het onderzoek
Prof. Bart Wille van UAntwerpen onderzocht samen met een aantal (inter)nationale collega-academici en de R&D-afdeling van Hudson de persoonlijkheidsprofielen van meer dan 500 leidinggevenden aan de absolute top van organisaties. De profielen van ‘C-levels’ werden vergeleken met de profielen van ruim 50.000 werknemers in niet-leidinggevende functies. Persoonlijkheid werd in kaart gebracht met behulp van de Business Attitudes Questionnaire (BAQ), ontwikkeld door Hudson. Die meet 20 specifieke trekken, gegroepeerd onder het bekende ‘Big Five’-model van persoonlijkheid (Emotionele stabiliteit, Extraversie, Openheid, Altruïsme en Consciëntieusheid). De Hudson-BAQ voegt daar nog vijf bijkomende persoonlijkheidsfacetten aan toe, die relevant zijn in een professionele context, namelijk ambitie, kritische zin, resultaatgerichtheid, strategie en autonomie. Bart Wille is als Professor Personeel- en Organisatieontwikkeling verbonden aan het Departement Opleidings- en Onderwijswetenschappen (UAntwerpen) en lid van onderzoeksgroep Edubron. Zijn onderzoek richt zich op het brede terrein van menselijk gedrag in werk- en organisatiecontexten, met speciale aandacht voor de ontwikkeling van professionals tijdens diverse fasen van de loopbaan. Voorbeelden hiervan zijn: de overgang van school naar werk, de omgang met professionele transities en het beklimmen van de loopbaanladder.
Over Amélie Vrijdags
Amélie Vrijdags is Senior R&D-consultant bij Hudson, HR-adviesbureau met meer dan 35 jaar ervaring. Als doctor in de psychologie draagt zij binnen Hudson R&D de verantwoordelijkheid over alles wat met wetenschappelijk onderzoek en statistische analyses te maken heeft. In België begon Hudson in 1982 als De Witte & Morel – de partner voor organisaties die topprofessionals wilden rekruteren en ontwikkelen. In 2008 werd De Witte & Morel officieel Hudson. Sinds april 2018 is Hudson weer volledig in Belgische handen.