Langs de waterloop de Kleine Aa en in de velden van de ruilverkaveling van Nieuwmoer in Essen en Kalmthout sieren 65 kleine landschapselementen zoals houtkanten, houtwallen, knotboomrijen en kleine bosjes het landschap. De laatste jaren ondervonden landbouwers hier vaker en vaker problemen met de KLE’s. Zwiepende takken beschadigden de spiegels van hun tractoren. Omgevallen bomen verhinderden hun werk. Deze ongemakken vormden de aanleiding voor de opmaak van een visie voor het beheer van deze kleine stukjes natuur in landbouwgebied. Die beheervisie is nu klaar.

Bij de oplevering van de ruilverkaveling in 1992 kwamen de KLE’s hier in eigendom van de gemeentes en provincie Antwerpen. Kavels ruilen is een praktijk die kwam overwaaien uit de Verenigde Staten in de naoorlogse periode. Landbouwers ruilden gronden om efficiënter te kunnen ondernemen. De stukjes natuur aan de perceelsgrenzen lieten ze om begrijpelijke redenen ongemoeid.

Wegwerken achterstallig beheer
Voor de natuur zijn kleine landschapselementen een zegen voor soorten zoals ijsvogel, patrijs, haas, wilde bijen en vlinders. De waterbeheerder hecht dan weer belang aan toegankelijkheid als het waterlopen wil ruimen. Voor de landbouwer is het belangrijk dat onderhoud op regelmatige basis gebeurt. “Bij aanvang van het project in januari 2019 was de hamvraag: krijgen we alle neuzen in dezelfde richting?” zegt projectcoördinator Mathias Vanspringel van Regionaal Landschap de Voorkempen. 
 
In samenwerking met studenten Agro- en Biotechnologie van Thomas More Hogeschool inventariseerde Regionaal Landschap de Voorkempen alle openbare landschapselementen in de ruilverkaveling. De vegetatie werd onderzocht op soortensamenstelling, exoten, conditie en structuur. De milieuraad van Essen en Kalmthout gaf aan in welke bosjes of struiken typische, waardevolle soorten voorkwamen zoals koningsvaren, zwartsprietdikkopje of steenuiltjes. Deze inventarisatie vormde de basis voor een kaart waarop landbouwers knelpunten markeerden. “Met de informatie gingen we in de winters van 2020 en 2021 aan de slag om overlastpunten weg te werken,” zegt Mathias Vanspringel. Voor deze werken kon het Regionaal Landschap beroep doen op steunmaatregelen voor plattelandsontwikkeling (LEADER).

Van hoogdringendheid naar een visie
“Na enkele jaren steken problemen opnieuw de kop op als je het hierbij laat. Een visie vraagt meer dan eenmalige onderhoudswerken. Landbouw, natuurwaarden beschermen en biodiversiteit gaan hand in hand met elkaar. Ze hebben elkaar nodig,” licht Essens schepen Helmut Jaspers toe. Daarom werd een lokale coalitie opgericht met de gemeentebesturen van Essen en Kalmthout, de dienst integraal waterbeheer van de provincie Antwerpen, Boerenbond, Boerennatuur, de lokale bedrijfsgilde Essen en Regionaal Landschap de Voorkempen.
 
“Dit project voldoet aan de kenmerken van een goed plattelandsproject. Het ligt op het kruispunt van verschillende beleidsdomeinen, laat meerdere partners samenwerken en heeft een duurzaam effect. Daarom investeren Europa, Vlaanderen en de Provincie Antwerpen samen 21.775 euro in dit initiatief. De lokale partners dragen nog eens 11.725 bij. Dat brengt het totale budget op 33.500 euro,” vertelt gedeputeerde voor Plattelandsbeleid Kathleen Helsen.
 
Jan De Haes, gedeputeerde voor Milieu, Natuur en Waterbeleid vervolgt: “De provincie zet prioritair in op het behoud van biodiversiteit. We doen dat bovendien met respect voor de streekidentiteit, zodat de lokale recreant die van het landschap wil genieten zich hier thuis blijft voelen.”
 
“Alle partners schaarden zich achter het basisprincipe van bereikbaarheid en toegankelijkheid van de landbouwpercelen,” zegt Lore Van Looveren van Boerenbond, “maar het beheer moet ook inspelen op potentieel onveilige situaties zoals uitwaaiende of overhangende takken en dood hout”.
 
Het partnerschap koos aan de hand van de inventarisatie voor het behoud van een zo groot mogelijke variatie aan landschapselementen. De ruilverkaveling telt enkele bomenrijen, elzensingels, knotbomenrijen, kleine bosjes, houtwallen en struwelenhoekjes. In elk element is variatie het sleutelwoord. Het beheer richt zich op het bekomen van verschil in soorten en leeftijd van de vegetatie. Dat is goed voor de biodiversiteit. “Op sommige plekken zal soortenbeheer gevoerd worden zodat typische plattelandssoorten zoals kievit en patrijs meer kansen krijgen,” vertelt Leen Vervoort van Boerennatuur.
 
Vier beheertypes
De visie legde 4 beheertypen vast: cyclisch beheer, onderhoudsbeheer, omvormingsbeheer en maatwerk. “Knotbomen of hakhoutstoven vragen een cyclisch beheer. Elke 6 tot 10 jaar krijgen ze een kapping. Daarna schieten ze opnieuw uit. Elementen in onderhoudsbeheer snoeien we met het oog op toegankelijkheid en bereikbaarheid van de gebruikers. Ze mogen doorgroeien als ze geen overlast veroorzaken, maar flexibiliteit in beheer is wel toegelaten. Zo zullen we hier en daar licht snoeien, zodat een interessante, structuurrijke vegetatie ontstaat van verschillende leeftijden. Sommige plekken vragen om landschapselementen om te vormen, bijvoorbeeld van soortenarme berm tot struweel. Hier passen we een omvormingsbeheer toe. Ten slotte zijn er hier en daar nog autochtone zaadbronnen in de houtkanten aanwezig, vaak op historische houtwallen. Voor die elementen voorzien we een maatwerkbeheer zodat ze bewaard blijven in optimale conditie.” zegt Mathias Vanspringel van Regionaal Landschap de Voorkempen.

Navolging?
De gemeenten Essen en Kalmthout en de provincie Antwerpen engageren zich om het beheerplan verder uit te voeren. “Dergelijk beheer is specialistenwerk,” licht Kalmthoutse schepen Sandra Hoppenbrouwers toe. “Een kostenefficiënt beheer, waar mogelijk in samenwerking met andere partners, geniet voor onze gemeente de voorkeur”. Regionaal Landschap de Voorkempen zal via haar werking rond het ‘loket onderhoud buitengebied’ de gemeente Essen en Kalmthout blijven ondersteunen bij de beheerwerken in de ruilverkaveling van Nieuwmoer en hoopt dat andere besturen deze ‘good practice’ zullen volgen.

Foto’s: www.provincieantwerpen.be