Norbertijnenabdij aan de Schelde uit 1124

Stad Antwerpen herdenkt de 900 jaar oude Sint-Michielsabdij. Aan de oever van de Schelde, tussen de Sint-Michielskaai en de Kloosterstraat, stond eeuwenlang deze iconische abdij. Tijdens de middeleeuwen was het een van de machtigste abdijen in de ruime regio. Ondertussen verdween ze volledig uit het stadsbeeld. Tijdens recent archeologisch onderzoek in het kader van de heraanleg van de Scheldekaaien kwamen haar resten terug aan het licht. Op de vernieuwde Scheldekaaien, op de plek waar de abdij ooit stond, plaatste de stad nu een gedenksteen en een informatiepaneel. In het FelixArchief loop vanaf 7 mei een mini-expo over de Sint-Michielsabdij.

De Antwerpse Sint-Michielsabdij werd gesticht in 1124 door Norbert van Gennep (ca. 1080-1134), de latere heilige Norbertus. Deze geestelijke stond aan de oorsprong van de premonstratenzer orde, ook wel de Norbertijnen genoemd. Vanuit Antwerpen volgden later nog andere belangrijke kloosterstichtingen, onder meer in Tongerlo, Averbode en Grimbergen.

De Sint-Michielsabdij groeide uit tot een machtig en rijk klooster, dat eeuwenlang een belangrijke rol in het maatschappelijke en politieke leven van het toenmalige Antwerpen speelde. Het indrukwekkende kloostercomplex kende in de 14de en 15de eeuw haar grootste bloei en bood in die tijd onderdak aan heersers en andere belangrijke persoonlijkheden. Gerenommeerde gasten logeerden bij een bezoek aan Antwerpen steevast in het Prinsenhof, het luxueus gastenverblijf van de abdij.

Na de opheffing van het klooster in de Franse periode (1794-1815) begon het verval van het complex. De abdij werd meermaals geplunderd, beschadigd en hersteld, en verloor haar glorie. Tijdens de Belgische Revolutie (1830-1831) kreeg ze de genadeslag. Het Antwerpse pronkstuk dat ooit straalde aan de oever van de Schelde werd kort daarna afgebroken, en de resten verdwenen onder de grond.

Archeologisch onderzoek 

Tijdens een grootschalig archeologisch onderzoek in 2021-2022 in het kader van de heraanleg van de Scheldekaaien kwam de Sint-Michielsabdij weer even aan het licht. Stadsarcheologen gingen op zoek naar de verdwenen resten van de abdij. Ze maakten de kelders en funderingen, de pandgang, de kerk en het Prinsenhof zichtbaar en troffen meer dan 400 begravingen aan. Ook een deel van de 14de-eeuwse Spijkertoren werd blootgelegd. Ze ontdekten ook sporen uit de periode vóór de bouw van het klooster, waaronder een Romeinse gracht en een unieke Merovingische munt. Verder troffen ze een deel van de 16de-eeuwse stadsomwalling en de zuidelijke flank van het Sint-Michielsbastion aan. Een deel van het bastion werd geïntegreerd in het ontwerp van de Scheldekaaien en is publiek toegankelijk.

Gedenksteen 

Sinds de afbraak in de 19de eeuw verdween de abdij volledig uit het collectieve geheugen. Enkel een aantal straatnamen herinneren nog aan de eens zo machtige abdij: Kloosterstraat, Sint-Michielskaai, Sint-Michielstraat. Naar aanleiding van de 900ste verjaardag wil de stad met een gedenksteen de herinnering aan deze prestigieuze abdij levend houden.

De gedenksteen wordt geplaatst op de recent heraangelegde Scheldekaaien langs de wijk Sint-Andries. Op de nieuwe wandeldijk, ter hoogte van de Sint-Michielstraat, is er een weids uitzicht, zowel aan Scheldezijde als naar het stadscentrum toe. Deze locatie bevindt zich binnen het voormalige kloosterdomein ter hoogte van het oud klooster. Op deze plek werd ook archeologisch onderzoek uitgevoerd.

Het gedenkteken, dat geïntegreerd is in het wandelpad, bestaat uit een cirkel in blauwe hardsteen waarin de plattegrond van de voormalige abdij gegraveerd werd. Daarrond is in het Latijn de inscriptie ‘Abbatia Sancti Michaelis Antverpiae MCXXIV-MDCCCXXX’ aangebracht,wat wil zeggen: Sint-Michielsabdij Antwerpen 1124-1830. Er vlakbij werd een informatiepaneel geplaatst met meer duiding over de verdwenen abdij.

Schepen voor stadsontwikkeling Annick De Ridder: “De Sint-Michielsabdij was tijdens de middeleeuwen een pronkstuk aan de Schelde. Ze verdween onder de grond tot archeologen de resten opnieuw aan het licht brachten tijdens de heraanleg van de Scheldekaaien. Bij de herontwikkeling van de Scheldekaaien, een strook van 7 kilometer van de Droogdokkensite tot helemaal aan Blue Gate, brengen we de Antwerpenaar opnieuw dichter bij de Schelde. We leefden immers veel te lang met onze rug naar de Schelde, de levensader van onze stad. Bij de nieuwe aanleg kiezen we resoluut voor vergroening en verblauwing, maar is er ook veel aandacht voor het historisch patrimonium. Op de site van de voormalige Sint-Michielsabdij plaatsen we nu een gedenksteen en integreerden we de resten van het Sint-Michielsbastion in de nieuwe aanleg. Zo past de Antwerpse geschiedenis mooi in het straffe toekomstverhaal dat we met de Scheldekaaien schrijven.”

Tijdelijke expo in FelixArchief 

Vanaf dinsdag 7 mei kan iedereen op de zesde verdieping van het FelixArchief een unieke minitentoonstelling bezoeken over de Sint-Michielsabdij. De expo toont een selectie archiefstukken over de rijke geschiedenis van de abdij zoals de stichting, de abdij- en parochiekerk, de stadsverdediging, en bronnen over enkele koninklijke gasten. Historische beelden en archeologische vondsten van de recente opgravingen vullen de tentoonstelling aan en maken het abdijleven tastbaar. Alle info staat op www.antwerpenmorgen.be, klik hier voor de rechtstreekse link.

Meer info 

Heel wat achtergrondinfo en een video over tweeduizend jaar Scheldekaaien van Antwerpen zijn te vinden op www.archeologiescheldekaaien.be.

Sint-Michielsabdij – Historische context

Aan de oever van de Schelde, tussen de Sint-Michielskaai en de Kloosterstraat, stond eeuwenlang de Sint-Michielsabdij. Ze werd in 1124 gesticht door de Heilige Norbertus. Voor er sprake was van de abdij, stond op deze plaats al de Sint-Michielskerk, gebouwd op een natuurlijke hoogte die uitsprong in de Schelde. Ze werd vóór 1096 opgetrokken als oudste Antwerpse parochiekerk. Na de omvorming tot abdij nam de Onze-Lieve-Vrouwekerk de functie van parochiekerk over.

Al snel speelde de Sint-Michielsabdij een belangrijke rol in het economische leven. Ze verwierf tal van gronden en hoeven in en om Antwerpen, die rijke inkomsten opleverden. Er kwam in de 13de eeuw een volwaardig kloostercomplex tot stand, dat rond 1300 binnen de stedelijke omwalling werd opgenomen. De abdij had een grote politieke invloed. Hoge vorsten en heersers logeerden bij een bezoek aan Antwerpen steevast in het Prinsenhof, een luxueus gastenverblijf dat zich vlakbij de abtswoning bevond aan de rivierzijde van de abdij.

In de 14de en 15de eeuw kende de abdij haar grootste bloei. Er kwam een indrukwekkend kloostercomplex tot stand, met een nieuwe kerk en kapittelzaal, een dormitorium en een refter met bibliotheek op de bovenverdieping. In de 16de eeuw kampte de abdij met financiële problemen en ondervond ze de gevolgen van de godsdienstconflicten. Desondanks bleef ze zeer bemiddeld en behield ze haar economische en wereldlijke macht. In 1549 ontving de abdij Karel V en zijn zoon Filips, in 1577 Willem van Oranje en in 1583 Frans van Anjou, ze kregen onderdak in het Prinsenhof.

Om de stad aan westzijde beter te beschermen worden vanaf 1549 de stadsmuren tussen de abdij en de Schelde vernieuwd. De abdij moet hiervoor gronden afstaan aan de stad. Later, in de Calvinistische periode, worden de Wevers- en Spijkerstoren die op de uitsprong van Sint-Michiels stonden, afgebroken en als bolwerk van Sint-Michiels ingericht. In 1608 volgt de verder uitbouw van het bastion met kazematten.

Ondanks godsdienstconflicten en financiële problemen behield de abdij haar economische en wereldlijke macht. In de 17de eeuw kwam de nadruk terug meer op het geestelijke leven te liggen. De bibliotheek werd vergroot en er kwam een nieuwe leeszaal. De kloostergemeenschap telde toen vele succesvolle schrijvers van theologische traktaten en gedichten.

In de tweede helft van de 18de eeuw kwam er een einde aan de bevoorrechte positie van de Sint-Michielsabdij. De centrale overheid legde de abdij steeds hogere taksen en belastingen op. Onder keizer Jozef II moest ze nog meer aan macht en bezit inboeten. De Sint-Michielsabdij keerde zich, net als de andere norbertijnenabdijen, openlijk tegen het keizerlijke bewind.

In 1796 werd de Sint-Michielsabdij door het Franse Bewind opgeheven. In 1803 besloot Napoleon een deel van de gebouwen af te breken voor de aanleg van een scheepswerf en marinehaven. In de Hollandse periode deden de gebouwen nog dienst als stapelhuis, Sint-Michielsentrepot genoemd. Tijdens de Belgische opstand in 1830 werden de laatste resten van de abdij verwoest. Vanaf 1847 verrezen hier nieuwe straten en gebouwen. Op de noordelijke kaaivlakte kwam het Station Waas voor de veerverbinding met het treinstation Land van Waas op Linkeroever. Van de abdij zelf bleef bovengronds geen spoor bewaard. Enkel de straten Sint-Michielskaai en Kloosterstraat herinneren vandaag nog aan de ooit zo machtige norbertijnenabdij.

Foto: ©Frederik Beyens

Gravure: © Rijksmuseum Leiden