Uit onderzoek van de Universiteit Antwerpen blijkt dat heel wat recreatiezones voor weekendverblijven worden omgevormd tot woongebied. “Die zones liggen vaak in biologisch waardevol gebied en scoren slecht qua weginfrastructuur en nutsvoorzieningen”, concludeert Cindy Wins.
In Vlaanderen zijn er heel wat recreatiezones voor weekendverblijven. Veel van die weekendverblijven worden echter permanent bewoond. De overheid zoekt reeds sinds geruime tijd naar een oplossing voor de permanent bewoonde weekendverblijven. De provincies werden verzocht om te onderzoeken of er een mogelijkheid bestond de gebieden hetzij om te vormen naar een volwaardig woongebied, hetzij de open ruimte te herstellen. Masterstudente Cindy Wins van de opleiding stedenbouw en ruimtelijke planning aan UAntwerpen stelde vast dat die omvorming meestal niet strookt met de principes van goed ruimtelijk beleid. “Tussen 2009 en 2017 werden er 89 bestemmingsplannen goedgekeurd”, legt ze uit. “Hierdoor verdween er 865ha recreatiegebied. Deze zones werden in beperkte mate omgevormd tot natuurgebied, maar bovenal werd er 523ha omgevormd tot woongebied. Dat zijn meer dan 1000 voetbalvelden, of een gebied met de oppervlakte van de binnenstad van Leuven.”

Onverharde wegen, geen riolering
Deze woonzones zijn echter vaak niet goed gelegen. Zo ligt 92% ver af van voorzieningen en openbaar vervoer. Wins: “Deze zones zijn ook vaak gelegen in biologisch waardevol gebied. Op vlak van wegenis en nutsvoorzieningen worden er eveneens slechte scores gehaald. In bijna 80% van de zones is de wegenis grotendeels onverhard. In 91% van de zones is er nog geen riolering en in 40% is er geen mogelijkheid om een gasaansluiting te krijgen.”

“Dit is opmerkelijk gezien er normaal pas een bouwvergunning voor een woning kan verkregen worden indien er een uitgeruste weg aanwezig is. De principes van zowel het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen als van het Witboek Beleidsplan Ruimte Vlaanderen zijn absoluut niet sturend geweest.”
De studente concludeert dat deze oplossing wellicht op korte termijn een menswaardige oplossing biedt, maar er op langere termijn tot bijkomende ruimtelijke problemen leidt. Door hun afgelegen ligging en het gebrek aan infrastructuur zullen deze nieuwe woonzones in de toekomst een flinke hap nemen uit het gemeentelijk budget.