Het Heuvelland staat garant voor holle wegen, hellingbossen en kletsnatte bronbosjes. De “bergen” overstijgen het Vlaamse platteland en bieden avontuurlijke bospaadjes. De welbekende Kemmelberg is met zijn 156 m de hoogste heuveltop van Vlaanderen, de Voerstreek niet meegerekend. Je kan er genieten van verrassende vergezichten over het land van de Grote Oorlog.

Toegankelijkheid
Heel het jaar door vrij toegankelijk op de wandelpaden. Laarzen aanbevolen bij regenweer. De natste plekken zijn voorzien van plankenpaden. De paden zijn niet geschikt voor kinderwagens en door de steile hellingen niet geschikt voor rolstoelgebruikers. In Westouter is er een rolstoelpad (kaart verkrijgbaar bij contact). Honden welkom, aan de leiband. De routes volgen de knooppunten van het wandelnetwerk Heuvelland.

Beschrijving van het gebied
Bronnen van het Heuvelland is een verzameling kleinere natuurgebieden tussen Westouter en Loker, goed voor uren wandelen. De gebieden Broekelzen, Sulferberg, Scherpenberg en Hellebeek hebben er hun thuis.
De Broekelzen is ongetwijfeld een van de topnatuurgebieden in het heuvelgebied. Het gebied ligt op de flank van de Vidaigneberg. Op die heuvel komen vele kwelzones en bronnetjes voor. De hoogste bron van de Broekelzenbeek ontspringt op 95 meter hoogte. Het prille beekje wordt verderop nog meer gevoed door kwelwater dat uit de flanken van het keteldal opborrelt en plaatselijk voor drassige bodems zorgt. 
De Sulferberg  ligt op het fraaie zuidwestelijke deel van de Sulferberg. Het gebied is een boeiende opeenvolging van valleitjes, steile taluds, bosjes en kletsnatte graslandjes. Kleinschaligheid is er troef: houtkanten, poelen, en beekjes bepalen het landschap.
De vallei van de Hellebeek is een typisch leemvalleitje waar leembodems en zandleembodems naast elkaar voorkomen. Er zijn twee deelgebieden: Vijvervelden en Hille. Vijvervelden omvat een oud bos met rijke voorjaarsflora. Hille vormt een langgerekt snoer van vochtige weilanden afgewisseld met kleine bosjes. 
De Scherpenberg is de kleinste van de West-Vlaamse heuvels. De kleine heuveltop valt in het landschap toch goed op als een mooi afgerond bosje. Aan weerszijden van de heuveltop ontwikkelen zich prachtige beekvalleitjes.

Dieren en planten
In het bronbos van de Sulferberg tref je in het voorjaar onder meer verspreidbladig en paarbladig goudveil. In het gebied zie je allerlei soorten dagvlinders en andere kriebelbeestjes voorbij fladderen. Ook de typische broedvogel voor Heuvelland, de geelgors, vindt zijn gading in het landschap. 
De Broekelzenbeek ontstaat op het hoogste punt in het bos dat in het voorjaar gekleurd wordt door wilde hyacint, bosanemoon en dotterbloem. Een nabijgelegen akker verbost spontaan. De wind voerde er op korte tijd zaden aan van onder meer berk, wilg, zwarte els, esdoorn, haagbeuk en zomereik. Een aantal poelen maken het gebied uitermate geschikt voor de kleine watersalamander, de alpenwatersalamander en vooral de vinpootsalamander. We duimen voor de komst van de vuursalamander, die net over de grens huist.
Bronnen van het Heuvelland is een van de weinige plaatsen in Vlaanderen waar je nog een vinpootsalamander vindt. Hij verschuilt zich op vochtige plaatsen, onder houtstapels, stukken schors en boomstammen in of aan de rand van het bos. Het mannetje zet een spermakogeltje af op de bodem van een poel. Het vrouwtje neemt dat kogeltje in zich op en bewaart het tot een gunstige periode voor de leg. Ze bevestigt de eitjes aan de onderkant van waterplanten, die ze dan met de achterpoten samenvouwt.
Bronnen van het Heuvelland herbergt veel verschillende paddenstoelen. In de broekbossen groeien typische soorten als gele wilgengordijnzwam, kortsteelelzenmelkzwam en groenige elzenmelkzwam. Schrale graslanden zijn goed voor papegaaizwammetje en sneeuwzwammetje. Het vele dode hout dat blijft liggen is een paradijs voor opruimers zoals geel hoorntje, elfenbankjes, houtknoopje, doolhofzwam …

Natuurbeheer
Door het hakhoutbeheer aan te houden (weliswaar een hele klus!) en de bramen wat in te tomen proberen we er de schitterende voorjaarsflora maximale kansen te bieden. Naast het bronbos verbost een voormalige akker spontaan. Gunstige winden voerden nogal wat zaden aan. In korte tijd stonden hier al grote exemplaren van berk en wilg, zwarte els en gewone esdoorn, gewone es, haagbeuk, zomereik en zelfs zoete kers. Struiksoorten als meidoorn, sleedoorn, hazelaar, hondsroos en gewone vlier bevolken de tussenverdieping van het nieuwe bosje. Op een zandige bult stak brem weer de kop op. Een grasland met o.a. dotterbloem, pinksterbloem, echte koekoeksbloem en egelboterbloem krijgt twee maaibeurten met afvoer van het maaisel. Andere percelen worden beheerd via een extensieve seizoensbegrazing, nog andere krijgen eerst een maaibeurt en daarna nabegrazing. Eén perceel is erg nat. Niets doen is hier de optie. We zien dat dit perceel langzaam maar zeker verbost met vooral zwarte els en wilgen.

Foto’s: Thijs Haustraete & Jan Van Der Voort / www.natuurpunt.be