Verzamel jij ook munten, of ben je het van plan? Het kan een interessante hobby zijn waaraan je veel plezier zal beleven. Maar enige kennis is vereist want er is veel namaak op de markt. Wie het goed aan boord legt en zorgvuldig de juiste exemplaren kiest, kan van een verzameling munten een solide belegging maken.

De muntmetalen goud, zilver en elektrum
Goud en zilver worden, samen met koper, ook wel eens de muntmetalen genoemd. Volgens geschiedkundigen bestonden de allereerste munten vermoedelijk uit elektrum, wat een natuurlijke versmelting van goud en zilver is. deze eerste munten werden gemaakt rond 750 voor Christus in het toenmalige Lydië, in het huidige Turkije.
Op deze munten werden symbolen gestempeld om te tonen dat deze munten allemaal dezelfde waarde hadden. Dit was interessant voor handelaars, die op die manier niet langer elk stuk edelmetaal moesten wegen.

Koning Croesus
De latere Lydische koning Croesus was wellicht de eerste die afzonderlijke gouden en zilveren munten liet staan. Volgens de overlevering was hij zo rijk als de zee diep was, en hij wilde die rijkdom ook kunnen tonen aan de hand van overvolle schatkisten met munten. In de teksten uit de oudheid wordt hij zelfs de rijkste mens ter wereld genoemd. Hij was verzot op goud en liet er zich in zijn paleizen mee omringen. Anderzijds was hij ook erg gierig en volgens sommige bronnen letterlijk en figuurlijk verblind door zijn goudschatten.
Delen van zijn onmetelijke schatten zijn terug te vinden in meerdere musea, onder meer dat van Ankara en het New York Metropolitan Museum.

De munten uit het oude Rome
De Romeinen namen deze traditie over. Zij maakten een duidelijk onderscheid tussen de gouden en zilveren munten. De gouden munten wogen meer en waren dus ook meer waard. Tot 289 voor Christus gebruikten de Romeinen nog klompjes brons als munteenheid, tot ze eerst zilveren munten begonnen te slaan. De gouden munten werden rond 200 voor Christus in het Romeinse rijk ingevoerd en algauw als officiële munt gebruikt.
Gouden munten hadden in Rome een bijzonder betekenis. Het slaan van de munten gebeurde in de persoonlijke aanwezigheid van de keizer, die hiervoor zijn uitdrukkelijke toestemming mocht geven. Aldus kon nauwkeurig bijgehouden worden hoeveel munten er in omloop waren, en het slaan van nieuwe gouden munten was aan strikte regels onderworpen.

Voor de Romeinse keizers waren de munten ook een vorm van public relations. Meestal lieten ze hun portret en naam op de voorkant slaan, en werden op de achterkant typisch Romeinse symbolen zoals paarden, strijdwagens, tempels en andere openbare gebouwen aangebracht.
Koperen en bronzen munten hadden in Rome duidelijk een mindere waarde, en zowel de verschillende afzonderlijke steden als de Romeinse senaat mochten deze munten op eigen houtje slaan.

De gouden standaard
Rond de 18de eeuw kreeg goud een nieuwe impuls. Britse bankiers zochten naar een goede maatstaf om de waarde van hun munteenheid uit te drukken en kwamen als vanzelf bij goud, het kostbaarste materiaal van allemaal, uit. Ze bedachten een systeem waarbij geld altijd – in theorie – tegen dit edelmetaal kon ingewisseld worden. Dit systeem kreeg de naam gouden standaard mee en werd algauw door tal van landen toegepast.
De in goud uitgedrukte waarde van het geld maakte het gemakkelijker voor de verschillende landen om met elkaar handel te drijven. In de loop van de 20ste eeuw werd de gouden standaard weer losgelaten en sinds de jaren 1970 mag de prijs van goud weer zweven en kan ze dus stijgen of dalen.
Goudmunten worden nu vooral voor verzamelaars geslagen. Dit betekent dat de waarde van oude gouden munten blijft stijgen omdat ze steeds zeldzamer worden.

Auteur: Stefaan Van Laere

Foto’s: www.seniorennet.be