Ida Laura Pfeiffer (1797-1858) was een Oostenrijkse wereldreiziger en schrijfster van reisboeken. Omdat ze een vrouw was kon ze geen lid worden van de prestigieuze Royal Geography Society in Londen, maar dat belette haar niet om naar tal van gevaarlijke plekken te trekken en uitgebreid over haar ervaringen te publiceren. In Berlijn en Parijs waren de lokale geografische sociëteiten minder kortzichtig en werd Pfeiffer wél als een notoir lid met alle egards overladen.

Hoewel ze niet van adellijke afkomst was groeide Ida Laura Pfeiffer toch op in een welstellend gezin in Wenen. Haar vader, een rijke handelaar met als handelsnaam Reyer, vond het best dat Ida als kind liefst jongenskledij droeg en met ‘mannelijk’ speelgoed speelde. Ze hield van sport en fysieke bezigheden, wat door haar vader zeker niet ontmoedigd werd. Integendeel, hij stond erop dat zijn dochter de opvoeding kreeg die toen alleen voor jongens was weggelegd. Hij nam haar als vijfjarige zelfs mee op een eerste grote reis naar Palestina en Egypte.

Ida’s vader stierf toen ze negen jaar oud was. Haar moeder was eerder conventioneel en moedigde haar aan om dameskleding te dragen. Ook leerde ze piano spelen.

Kinderdroom 
Ida leek zich aan de normen van de tijd aan te passen. Ze trouwde in 1820 met advocaat Mark Anton Pfeiffer uit Lemberg (het huidige Oekraïne). Deze man was 24 jaar ouder dan Ida en had zich gaandeweg niet overal even populair gemaakt. Zijn praktijk als advocaat was niet bepaald succesvol zodat Ida door middel van piano- en tekenlessen het gezin met haar twee zonen moest in leven houden.
Eerst stierf haar moeder in 1831, en in 1838 ook haar eigen echtgenoot. Haar kinderen waren oud genoeg om op eigen benen te staan zodat Ida op haar veertigste eindelijk haar kinderdroom kon waarmaken, de wereld rond te trekken.
Ze begon met een bekende reis, namelijk opnieuw naar Palestina en Egypte. Daar deed ze de nodige inspiratie op voor een boek dat haar voldoende geld opleverde om de volgende reis te financieren. Deze trip zou haar naar Scandinavië en IJsland brengen met als uitvloeier een tweede boek, maar dit was hooguit opwarming voor het grotere werk.

Reis om de wereld
Dankzij de auteursrechten op haar succesvolle boeken kon Ida Pfeiffer in 1846 beginnen aan een reis van twee jaar die haar in locaties als Chili, Brazilië, Tahiti, China, Indië en Griekenland bracht. Ook dit leidde onvermijdelijk tot een nieuw boek, en in 1851 gaf ze opnieuw toe aan de reiskriebels.
Nu ging het eerst richting Zuid-Afrika en dan maakte ze de doorsteek naar Sumatra, waar ze achttien maanden verbleef op de Sunda eilanden. Nadien voegde ze plekken als Borneo, Sumatra, Australië, Californië, Oregon, Peru en Nieuw-Grenada aan haar steeds indrukwekkender lijstje toe om via Noord-Amerika drie jaar later weer in Wenen te belanden. Daar nam ze opnieuw de nodige tijd om andermaal een boek te schrijven.

Gemengd onthaal
Terug in Europa werd Ida Pfeiffer met gemengde gevoelens onthaald. In het eigen Wenen werd ze alom bejubeld omwille van haar reisdrift en gedurfd avonturisme, maar dat was niet overal het geval. De Royal Geography Society in Londen bleek een ondoordringbaar conservatief mannenbastion en weigerde haar als lid zonder ook maar de minste blijk van erkenning voor haar pionierswerk op te brengen.
Gelukkig was men elders minder chauvinistisch. De geografische sociëteiten van Berlijn en Parijs hadden wel oog voor haar verdiensten en hemelden de informatieve en toegankelijke boeken van Ida Pfeiffer op. Zelf leek ze zich van de desinteresse uit Londen maar weinig aan te trekken en Ida gaf her en der met het nodige enthousiasme lezingen over haar vele reizen.

Tweede wereldreis
Na een paar jaar begon het weer te kriebelen en maakte Ida plannen voor een tweede wereldreis. In mei 1857 leidde haar expeditie haar richting Madagaskar. Hier werd ze ontvangen door koningin Ranavalona I, maar Ida zou dit duur bekopen. Buiten haar wil kwam Ida Pfeiffer terecht in een ware strijd om de macht.
Ida had de reis ondernomen met de Franse avonturier Joseph-François Lambert. Deze was zonder medeweten van Ida Pfeiffer betrokken in een staatsgreep die op 20 juni 1857 mislukte. De woede van de koningin was groot, en ze liet alle betrokken Malagassiërs executeren. De Europeanen die op een of andere manier met de coup te maken hadden werden vastgezet, waaronder ook Ida Pfeiffer.

Postuum reisverslag
Na een paar weken van ontbering werden Ida en de andere gearresteerde Europeanen weer vrijgelaten en het land uitgezet. Tijdens de reis van hoofdstad Antananarivo naar de kust liep Pfeiffer een ziekte op waar ze niet meer zou van herstellen, naargelang de bronnen malaria, kanker of een falend afweersysteem van het lichaam.
Ze zou nog thuis geraken, maar overleed uiteindelijk op 27 oktober in Wenen na een lange en pijnlijke doodstrijd.
Haar laatste reisverslag verscheen postuum onder de titel ‘Reise nach Madagaskar’. Haar zoon Oscar Pfeiffer, die altijd een grote fan van zijn moeder was geweest, voorzag het boek van haar biografie.

Auteur: Stefaan Van Laere

Foto’s: www.seniorennet.be