Wie ’s ochtends weleens gewekt wordt door het kraaien van een haan kent hun indringende geluid. Liefst 100 decibel produceren ze, evenveel als het geronk van een kettingzaag. Gekraai recht in je oor is nóg luider, meer dan 140 decibel. Genoeg om je gehoor te beschadigen. Waarom zijn hanen dan niet doof? Wetenschappers van UAntwerpen ontdekten dat hanen speciale oren hebben, met natuurlijke oordoppen. Luide geluiden (boven 120 decibel) kunnen permanent gehoorverlies veroorzaken. De intense luchtdrukgolven kunnen de cellen die geluiden in neurologische signalen vertalen beschadigen en zelfs doden. Meer dan 130 decibel veroorzaakt zelfs blijvende schade in minder dan een seconde. Je zou dus denken dat hanen zichzelf langzaam tot volledige doofheid kraaien. Maar omdat ze dat niet doen, vermoedden wetenschappers dat ze hun oren op de een of andere manier beschermen.
Microfoons en scans
Onderzoekers van UAntwerpen bestudeerden de oren van hanen en hennen. Ze bonden microfoons vast aan drie haankoppen, ter hoogte van de ooropening, om de geluidsniveaus te meten die de dieren ervaren als ze kraaien. Ook het gekraai van andere hanen werd opgemeten, van op verschillende afstanden. Vervolgens maakten ze micro-CT-scans van hen- en haanoren om de geometrie van hun oorkanaal met open en gesloten bek te reconstrueren. “Het hanengekraai dat we opmaten, was meer dan luid genoeg om potentieel schadelijk te zijn, vaak meer dan 100 decibel. Eén dier in het bijzonder kraaide zelfs met meer dan 140 decibel”, vertelt Raf Claes, bioloog aan op UAntwerpen. “Bij het bestuderen van hun oren ontdekten we waarom de dieren zelf niet doof worden: hun oren worden geblokkeerd als ze kraaien. Bij het openen van hun bek werden hun uitwendige gehoorgangen volledig afgesloten. Je kan dus stellen dat hanen ingebouwde oordoppen hebben.”
Logische evolutie
Interessant: dit gebeurde enkel bij hanen. Bij hennen sloot het gehoorkanaal wel een beetje, maar niet volledig, wegens kleine verschillen in de morfologie van hun oren. “Dat is gek genoeg net omdat ze die geluidsdemper niet nodig hebben”, aldus Claes. “Hennen kakelen veel stiller – zo’n 70 decibel, en zelfs de luidste hanenroep was maar 100 decibel op een afstand van 50 centimeter. Dus tenzij hanen recht in de oren van hun wijfjes kraaien, is er geen enkel kippengeluid luid genoeg om het gehoor van een hen te beschadigen.”
“Uit onze bevindingen kan je opmaken dat, naarmate hanen luider en luider gingen kraaien om andere hanen weg te houden van hun hennen, de vorm van hun oren langzaam veranderde. Evolutionair gezien is dat erg logisch. Als luidheid een haan meer geschikt maakte, dan zouden de meest succesvolle voortbrengers van dat geluid hanen met lichte aanpassingen in het oor zijn, waardoor ze nóg luider konden kraaien zonder doof te worden.”
Het onderzoek is ook relevant voor de mens. “In tegenstelling tot het menselijke oor heeft een hanenoor geen drie maar slechts één beentje”, zegt prof. Joris Dirckx, fysicus op UAntwerpen. “Met die wetenschap kunnen we aan de slag om mensen met gehoorproblemen te helpen, bijvoorbeeld door een aangepaste prothese te maken.”