Roland was een geëngageerde kunsthistoricus-volkskundige, die in 1971 afstudeerde met een scriptie over de Limburgse vakwerkhoeven. Een man met een rijke belangstelling voor cultuur, erfgoed, volkskunde en volksmuziek – waarvan je het onmiddellijk wist als hij achter de draaitafel van de Gentse studentenradio zat en de muzikale achtergrond in de studentenrestaurants presenteerde. Dan kwamen draailier en doedelzak uit de luidsprekers. Hij was toen één van de bezielers van de herleving van de volksmuziek in die jaren, en nam zelfs met de Hasseltse groep ‘De Spelemannen’ een LP op in 1975.
Roland had ook jenever in zijn bloed, want in 1920 had vader  Renier Wissels in het Hasseltse voorgeborchte ‘Runkst’ een ambachtelijke stokerij opgericht, die toen nog steeds door moeder Mia – én Roland – in ere gehouden werd.
Toen in 1973 de laatste volledige jeneverstokerij van Hasselt met sloop bedreigd werd, was Roland er dan ook als de kippen bij om zich achter de strijd voor behoud te scharen.
Toen in mei, op de eerste hoogdag van het Monumentenjaar 1975, via het agentschap Belga een (fake) persbericht verstuurd was dat vrijwilligers met de restauratie van het vervallen gebouw zouden starten, stonden alle journalisten en de BRT voor de (nog niet) beschermde stokerij Stellingwerff-Theunissen te wachten op wat er ging gebeuren, en waren ze niet op de receptie op het stadhuis. Roland met doedelzak voorop, leidde de vrijwilligers van de Tamera Stichting tot voor het pand … waar ze met emmers en dweilen de ramen begonnen te kuisen. Een symbolische start van een restauratie, die het TV-nieuws haalde!
In 1980 werd de vzw Vrienden van het Nationaal Jenevermuseum opgericht, onder voorzitterschap van aromafabrikant Maurice Lecocq (1917-2006), en Roland zou zich voor 200% binnen die vzw engageren. Hij wist als geen ander collectiestukken op te sporen en voor de vzw binnen te halen, de verhalen van hoe hij oudere dames erfgenamen van stokers tot schenkingen wist te overtuigen waren al dra legendarisch… Geen wonder dat hij tot eerste conservator van het museum benoemd werd, eerst in een voorlopige opstelling in het Oud Hospitaal.
Toen hij zijn functie in het jenevermuseum vaarwel zegde ging hij zich nog meer op de praktijk toeleggen, en werd hij een professionele jeneverstoker die de familietraditie verder zette. En een hoogstaand product afleverde.
Aan zijn echtgenote Nicole, en zijn kinderen Liesbet en Robbrecht, bieden we ons medeleven aan.
Bron: www.industrieelerfgoed.be / Adriaan.