Eeuwenlang al speelt de haven van Antwerpen een cruciale rol in de geschiedenis. De sporen van lang vervlogen periodes staan soms pal onder je neus. Dan weer liggen zij diep begraven. Heel wat erfgoedbewaarders ontfermen zich over die historische schatten. Zoals zij de geschiedenis in ere houden, zo eert Ontwikkeling Havengebied Antwerpen hen als Havenhelden. Benjamin Vergauwen en zijn gezin redden al een indrukwekkende collectie gebruiksvoorwerpen van de tand des tijds. Iedereen die dat wenst kan ze bewonderen, aanraken en bespreken met de vinder zelf in het PolderMAS. De poldervariant van het MAS is geen normaal museum. Er hangen geen informatieborden en het zijn niet zozeer de artefacten zelf, maar vooral het verhaal erachter dat bijzonder is. “Kom misschien best in groep of met het gezin”, raadt de havenheld aan, “de gebruiksvoorwerpen in onze collectie zijn eerder gespreksstarters. Je pikt er één uit dat jouw aandacht trekt, bespreekt die met je metgezel(len) en wat ik dan het liefste doe is op dat gesprek inpikken met het historische verhaal dat er achter zit.”
Scheldejutten op de oeroevers
Toen hij zeven jaar was, raapte Benjamin een haaientand op vlakbij de Kennedytunnel. Meteen was hij gebeten door de verborgen sporen van het verleden. Een hobby die hem in zijn jeugd regelmatig naar de oudste nog toegankelijke oevers van de Schelde bracht. “Doordat mijn vader meewerkte aan de uitbaggering van de Liefkenshoektunnel, bouwde ik snel een hele verzameling fossielen en tanden uit. Sindsdien ging ik regelmatig Scheldejutten”, blikt de polderconservator terug op zijn favoriete bezigheid als jeugd. Een opleiding archeologie was de logische volgende stap.
Pronkstuk uit 80-jarige oorlog
Naast eigen opgravingen bestaat de collectie uit schenkingen en ontdekkingen die Benjamin goedkoop op de kop kan tikken. “Deze oude torenspits van de kerk van Doel redde ik bijvoorbeeld uit een oudijzerverkoop”, toont hij trots, “Ik zie het als een verantwoordelijkheid om zulke stukken uit de geschiedenis te bewaren.” Hetzelfde geldt voor het absolute pronkstuk van het museum: een op het eerste zicht alledaagse tinnen kan. “Die heeft mijn vader nog opgebaggerd nabij Duinkerke. Ze dateert waarschijnlijk uit de tijd van de 80-jarige oorlog (1568-1648). Mogelijks is ze nog in handen geweest van de befaamde Duinkerker Kapers, die in die tijd schepen kaapten. Wereldwijd bestaat er nog slechts een 90-tal zulke Jan Steen-kannen”, verhaalt de vader van vier.
Aanraken mag
Samen met zijn vrouw Katrien woont hij vlakbij in de Reinaerthoeve. De ruimtelijke ordening van Ouden Doel, het dorpje waar het PolderMAS staat, blijkt het grootste museumstuk van al te zijn. “In 1631 legden Albrecht en Isabella de polder hier opnieuw aan volgens een recht stratenpatroon. Dat is altijd gerespecteerd gebleven. Nieuwe huizen kwamen steevast waar de oude gestaan hadden”, duidt Benjamin de ideale ligging voor een plaats, die in het teken staat van erfgoedbewaring. De grootste succesfactor is dat je alle historische voorwerpen gewoon kan aanraken. “Kinderen en jeugdverenigingen vinden dat geweldig. Voor studenten archeologie is het ook een serieuze meerwaarde dat ze alles van heel dichtbij kunnen bewonderen”, verklaart de sociaalvaardige schattenjager. “Veel mensen zien we regelmatig terugkeren, om te zien hoe het met ons museum gaat. Dat doet deugd, mettertijd zijn dat vrinden van ons geworden.”
Gezin Vergawuen in actie
Elke zondagnamiddag kan je naar hartenlust snuisteren door alle historische schatten van het PolderMAS. Wie er echt een uniek bezoek van wil maken, komt best op 15 oktober. Ter gelegenheid van de Dag van de Trage Weg krijg je er dan een interessante gegidste wandeling bovenop.