De 56-jarige Nederlander die zich op 9 augustus 2019, samen met een landgenoot, gewapend in wolvengebied te Hechtel-Eksel bevond, werd deze ochtend door de Kamer van Inbeschuldigingstelling te Antwerpen doorverwezen naar de correctionele rechtbank. Dat gebeurde al eens op 22 december 2020 door de Raadkamer van de Rechtbank van Eerste Aanleg te Hasselt, maar de beklaagde tekende meteen hoger beroep aan.

N.a.v. de ‘moord’ op wolvin Naya en haar welpen had Vogelbescherming Vlaanderen zich bij de onderzoeksrechter burgerlijke partij gesteld, zowel in het hoofddossier inzake de dood van Naya zelf als in twee zogenaamde zijdossiers. Het eerste zijdossier handelt over stroperij, het tweede over de illegale aanwezigheid van jagers in het verboden gebied (deze zaak). In de zaak van de stroperij had de Raadkamer reeds beslist om de verdachten door te verwijzen naar de correctionele rechtbank.

Camerawet
In deze zaak werd een heuse procedureslag uitgevochten die vooral draaide rond het feit dat jagen op andermans eigendom alleen tot vervolging kan leiden als de jachtrechthouder (Defensie) klacht indient. Vogelbescherming Vlaanderen had volgens de advocaat van de beklaagde daartoe geen enkele bevoegdheid. Ook eiste de advocaat dat de camerabeelden van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO), dankzij dewelke beklaagden konden worden geïdentificeerd, nietig zouden worden verklaard wegens overtreding van de zogenaamde camerawet.

Het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) en het INBO hadden immers in het domein verschillende automatische wildcamera’s geplaatst om de wolven te capteren, niet om misdrijven op te sporen of vast te stellen. De Kamer van Inbeschuldigingstelling is nu van oordeel dat geen enkele wettelijke bepaling belet dat wanneer op deze beelden aanwijzingen van een misdrijf te zien zijn, deze worden gebruikt in de rechtbank. 

Rotte appels
Nu het hoger beroep als ‘ongegrond’ is verklaard, zullen de beklaagde en zijn kompaan (die geen hoger beroep aantekende) kunnen vervolgd worden voor het jagen op andermans grond, met name het militair domein. Op het schietveld is jacht niet toegelaten omdat het door de militairen is afgebakend als absoluut ontoegankelijk domein. De toekomst zal uitwijzen of deze zaak ook in verband kan worden gebracht met de dood van Naya.

Opmerkelijk is wel dat de advocaat van de beklaagde bestuurslid is van de Hubertus Vereniging Vlaanderen (HVV). Iedereen heeft uiteraard recht op verdediging en een advocaat, maar het is bijna een traditie dat advocaten met een bestuurdersfunctie in deze jachtvereniging, stropers verdedigen in plaats van eindelijk eens de rotte appels uit de mand te verwijderen. 

Foto: www.vogelbescherming.be