Veel mensen staan sceptisch tegenover het gebruik van een laptop om notities te nemen in de klas. Toch heeft de computer geen negatieve effecten. Dat bewijzen vier studenten van de Universiteit Antwerpen in hun masterscriptie meertalige professionele communicatie.
De voorbije jaren werden er al verscheidene onderzoeken gevoerd naar noteermedia. Tot nu toe bestaat er echter geen consensus over welk van beide methoden beter is. Onder leiding van promotor Luuk Van Waes analyseerden vier studenten in twee afzonderlijke masterscripties de verschillen tussen handgeschreven en getypte notities door middel van een experiment.
Thibault Christiaensen en Cédric Leppens gingen aan de slag in twee secundaire scholen in Hoogstraten. 91 leerlingen namen notities terwijl ze enkele informatieve filmpjes bekeken. De ene helft deed dat met pen en papier, de andere helft gebruikte de computer. Een aantal leerlingen traden op als controlegroep; zij namen geen notities. Fee De Bock en Chloë De Weerdt voerden een gelijkaardig experiment uit bij studenten van de Universiteit Antwerpen, waarbij ze tevens de rol van het werkgeheugen onderzochten. Na afloop kregen de deelnemers een vragenlijst waarbij ze voor het eerste deel hun notities mochten gebruiken, het tweede deel vulden ze zonder in.
Anders, maar even goed
De resultaten van beide onderzoeken toonden geen verschillen tussen de leerlingen die met pen en papier noteerden en zij die een computer gebruikten. “Onze deelnemers waren het niet gewend om te noteren met de computer, en toch behaalden ze vergelijkbare resultaten”, vertellen Christiaensen en Leppens. “Daaruit kunnen we besluiten dat het noteermedium geen bepalende factor heeft en dat beide noteermedia hun eigen voordelen bieden.”
Beide methoden leveren wel een ander soort notities op. “Notities met pen en papier zijn korter, maar lenen er zich beter toe om structuur aan te brengen. Ze bevatten ook meer afkortingen en symbolen. Computernotities zijn beduidend langer en bevatten vaak meer kernelementen. Daardoor zijn ze veel vollediger.” De Bock en De Weerdt stelden ook vast dat het gebruik van notities in het algemeen leidt tot betere resultaten. “Daar staat wel tegenover dat noteren een behoorlijk belastende taak is. Leerlingen die noteren, kunnen beduidend minder focussen op details en visuele elementen tijdens de presentaties.”
Keuze aan de leerlingen
Verder ontdekten beide dames dat niet het noteermedium, maar wel het werkgeheugen van een student een effect heeft op de academische prestaties. “We kunnen geen uitsluitsel geven op de vraag of studenten met een groot werkgeheugen gemiddeld hoger scoren dan studenten met een klein werkgeheugen. Wel zien we dat het effect van het werkgeheugen niet versterkt of verzwakt wordt door de keuze van het noteermedium.”
Ondanks de overtuiging van velen dat pen en papier de beste manier is om te noteren, tonen deze masterscripties aan dat de computer even goede resultaten oplevert. “Het onderwijs moet daarom niet langer angst hebben van computers in de klas. Laat de keuze aan de leerlingen zelf en geef gerichte handvatten voor kwaliteitsvolle notities.”