Een jaar lang onderzocht de KU Leuven in opdracht van het kenniscentrum G-sport Vlaanderen vzw tijdens een baanbrekend onderzoek de sportparticipatie van personen met een handicap. De resultaten zijn een unicum, nooit eerder werd er immers een dergelijk onderzoek uitgevoerd op Vlaams grondgebied. 1.555 respondenten namen aan het onderzoek deel. G-sport Vlaanderen vzw gaat met de resultaten aan de slag om de drempels voor personen met eender welke handicap verder weg te werken en hen aan te zetten tot duurzaam sporten en bewegen. Het onderzoek werd mede mogelijk gemaakt dankzij de financiële steun van Sport Vlaanderen.
G-sporters zijn sporters met een handicap die dagelijks vol overgave sporten en bewegen…maar hoeveel G-sporters zijn er in Vlaanderen? Hoe is de verdeling per handicapgroep? En vooral: welke drempels ervaren personen met een handicap om de stap naar sport te zetten? Deze en vele andere vragen kwamen aan bod in het eerste wetenschappelijk onderzoek naar de G-sportparticipatie in Vlaanderen. Noem het gerust een baanbrekend onderzoek want een dergelijke studie werd nooit eerder in Vlaanderen verricht. Nochtans onterecht, want uit de resultaten van het onderzoek blijkt dat 23% van de Vlamingen één of andere vorm van handicap of beperking heeft. Prof. Dr. Jeroen Scheerder van de onderzoeksgroep ‘Sport- en Bewegingsbeleid’ van de KU Leuven was van nabij betrokken bij het onderzoek: “De resultaten van het wetenschappelijk onderzoek bieden de unieke kans om te komen tot een geïntegreerd sportbeleid met kansen voor iedereen, ook voor personen met een beperking.”
Enkele opmerkelijke resultaten die voortkomen uit het wetenschappelijk onderzoek:
• Personen met een fysieke handicap maken de grootste groep uit van de sporters met een handicap (45,7%), gevolgd door personen met een verstandelijke handicap (19,9%), personen met een autismespectrumstoornis (14%), personen met een visuele handicap (8,2%), personen met een psychische kwetsbaarheid (6,7%) en doven en slechthorenden (5,5%). • 35,9% van de respondenten geeft aan het afgelopen jaar niet gesport te hebben. Dit is de doelgroep die potentieel nog overtuigd kan worden van het belang van sportbeoefening.
• De populairste sporten bij G-sporters zijn achtereenvolgens zwemmen, recreatief fietsen, wandelen, fitness en voetbal. • De voornaamste motieven voor personen met een handicap die regelmatig sporten: er plezier aan beleven, gezondheidsoverwegingen en samen sporten met vrienden. • De voornaamste drempels die er zijn om te sporten zijn: de aandoening die hinderlijk is voor de persoon in kwestie, de afhankelijkheid van anderen om tot op de sportlocatie te geraken, te moe zijn, niet voldoende vaardig zijn of de extra hulp die nodig is tijdens het sporten.
Greet Dupain, manager van G-sport Vlaanderen vzw, is enthousiast om met de resultaten van het onderzoek aan de slag te gaan: “De voorbije jaren is er hard gewerkt aan de beeldvorming en de integratie van personen met een handicap binnen de sportsector en binnen de samenleving. Een verdienste van iedereen die actief bezig is met G-sport. Door het wetenschappelijk onderzoek leggen we nu bestaande pijnpunten bloot. Zo worden de drempels van vandaag de uitdagingen van morgen. G-sport Vlaanderen vzw werkt op basis van de resultaten van het onderzoek een actieplan uit om sporters met een handicap nog beter een duurzame sporttoekomst te bezorgen.”