Op donderdag 3 oktober bezochten zo’n 60 Parijse afgevaardigden vier Antwerpse natuurspeelplaatsen om inspiratie op te doen. Ter plekke kregen zij uitleg van medewerkers van het EcoHuis Antwerpen. Dankzij onder meer natuurspeelplaatsen wil de stad Antwerpen verder werken aan een meer klimaatrobuuste leefomgeving voor alle Antwerpenaars.
 
Net zoals Antwerpen, ondervindt Parijs de gevolgen van de klimaatverandering: steeds vaker voorkomende hittegolven en stortbuien, in combinatie met een stedelijk hitte-eilandeffect. De stad Antwerpen gaat al langer op zoek naar manieren om hiermee om te gaan. Natuurspeelplaatsen vormen een van de manieren om te werken aan een meer klimaatrobuuste omgeving.
 
Van 2010 tot nu ondersteunde het EcoHuis maar liefst 45 scholen in het traject naar een natuurspeelplaats. Zij doen dit aan de hand van inspiratiedagen, trajectbegeleiding, workshops en subsidies. Aanvankelijk was het de bedoeling om leerlingen op hun speelplaats kennis te laten maken met natuur en hen zo een nieuwe spelaanleiding te geven. Gaandeweg bleken er echter ook positieve invloeden op welbevinden, groepsdynamiek of klimaatadaptatie. Het EcoHuis gaat daarom nog meer op de natuurspeelplaatsen inzetten. In de komende jaren wil het EcoHuis onderzoeken hoe deze speelplaatsen met de buurt gedeeld kunnen worden, zodat ook kinderen van buiten de school mee kunnen genieten van de nabijheid van speelnatuur.
 
Omwille van de jarenlange ervaring van de stad Antwerpen met natuurspeelplaatsen bezochten op donderdag 3 oktober zo’n 60 Parijse afgevaardigden van de stad, scholen, onderzoeksinstellingen en de meteorologische dienst vier Antwerpse natuurspeelplaatsen. De bezoekers uit Parijs werken momenteel onder leiding van de Raad voor Architectuur, Urbanisme en Leefmilieu (CAUE) een Europees project uit waarbij ze 10 speelplaatsen willen omtoveren tot koele eilanden die een antwoord moeten bieden op het veranderende klimaat. Deze 10 proefprojecten moeten de onderzoekers in staat stellen om het netwerk van speelplaatsen van 656 scholen en 115 hogescholen die beheerd worden door de stad Parijs de volgende jaren om te vormen tot een waterdoorlatende laag. In totaal zou zo 73 hectare aan asfalt omgevormd kunnen worden. Door de veelheid aan locaties, ontstaat er zo op gemiddeld 200 meter van elke inwoner een nieuwe, groene plek.
 
Een gedeeld beheer van speelplaatsen
Naast de zoektocht naar nieuwe technieken en ondergronden om regenwater te doen infiltreren of op te slaan enerzijds, of om verkoeling te brengen aan de onmiddellijke omgeving anderzijds, kunnen natuurspeelplaatsen ook mensen bij elkaar brengen over sociale grenzen heen.
 
“In een klimaatrobuuste stad weten bewoners wat te doen en hoe voor mekaar te zorgen bij extreme temperaturen of langdurige droogte”, zegt schepen voor leefmilieu Tom Meeuws. “In de binnenstad kan de temperatuur tot 9 graden hoger liggen dan in de randgemeenten. Op verschillende innovatieve manieren proberen we hier als stad antwoord aan te geven. In de Antwerpse wijk Sint-Andries experimenteerden we daarom de voorbije zomer met een hitteverklikker.”
 
Schepen voor onderwijs Jinih Beels vult aan: “Natuurspeelplaatsen zorgen voor meer groen, minder conflicten en meer beweging. Zo dragen ze bij tot het welzijn van de kinderen. En een kind dat zich goed voelt op school, zal het ook beter doen in de klas.”
 
In Parijs willen de partners de natuurspeelplaatsen op een co-creatieve manier vorm geven. Ze zullen daarom met zowel scholen, leerkrachten, leerlingen als met omwonenden samenzitten om samen invulling te geven aan de opbouw, het gebruik en het onderhoud van natuurspeelplaatsen. Burgers die mee nadenken over de ontwikkeling en het gebruik van het openbaar domein, maar daarnaast ook verantwoordelijkheid opnemen voor het onderhoud van natuurspeelplaatsen, vergroten de haalbaarheid ervan.
 
Meer over Antwerpse natuurspeelplaatsen
Wie meer wil weten over de Antwerpse natuurspeelplaatsen, of zelf een speelplaats wil omvormen tot een klimaatrobuust eiland, kan terecht op www.antwerpen.be/natuurspeelplaatsen.

Foto’s: www.antwerpen.be / Frederik Beyens