Jaar na jaar succes bij de ooievaarskolonie van Planckendael.

ZOO Planckendael telt dit jaar 66 ooievaarsnesten in het park. Het typische ooievaarsgeklepper is eens te meer onlosmakelijk verbonden met Planckendael. Wist je dat er in het park al zo’n 1 300 ooievaars geringd zijn sinds de start van de telling in 1990? De prachtige dieren voelen zich duidelijk thuis in het park. Hoeveel ooievaarskuikens zal Planckendael dit jaar kunnen ringen?

Opnieuw ringt Planckendael haar jonge ooievaarskuikens. Drie ringrondes heeft Planckendael nodig om alle kuikens van 2018 van hun paspoort te voorzien. We telden na de eerste ringronde al 76 jongen in de eerste 26 nesten. Tel daar de kuikens van vandaag en woensdag bij. Ooievaars leggen drie tot vijf eieren, die ze 33 dagen warmhouden en om beurten bebroeden. Gemiddeld worden er 2 tot 3 jongen groot per nest. Dit jaar zijn het er zelfs 3 à 4 per nest.

Ringen
Zoals elk jaar ringt Planckendael alle kuikens. Met behulp van een hoogtewerker gaat hun verzorger twaalf meter de hoogte in op bezoek bij elk nest om de jongen te identificeren. Die nesten hebben een diameter van zo’n 1,5 meter en liggen hoog in de boomkruinen en op nestplatformen, verspreid over het hele park. Elk kuiken wordt geringd en we plukken veertjes die we bewaren voor later onderzoek.

Planckendael ligt op een natuurlijke trekroute
Overwinteren doen de ooievaars tussen Spanje en West-Afrika. Sommigen vliegen meer dan 4 000 kilometer met een gemiddelde van 300 kilometer per dag. De ooievaarstrek naar het zuiden heeft niets met hun zoektocht naar warmere oorden te maken, zoals weleens wordt gedacht. Ze vliegen naar het zuiden omdat daar in de winterperiode meer voedsel te vinden is. Een gevaarlijke tocht, want hoogspanningskabels zijn een grote vijand van ooievaars.

Ooievaars zonder grenzen
Planckendael hielp in de jaren ’90 de bijna verdwenen ooievaars overleven in West-Europa door enkele koppels ooievaars te laten broeden in het park. Hun nakomelingen volgden de natuurlijke trekroutes naar het zuiden en komen jaarlijks terug naar Planckendael om er te broeden. De oorspronkelijke Planckendaelgroep van zes dieren breidde daardoor uit tot een kolonie van meer dan 128 ooievaars in 2017. Samen met de Vlaamse Gemeenschap, het Zwin en Natuurpunt startte Planckendael in 1999 het project ‘Ooievaars zonder grenzen’. Binnen dat project werd extra onderzoek gedaan naar de trekroutes van ooievaars. Met satellietzenders ontdekten de wetenschappers van het CRC (Centre for Research and Conservation), het wetenschappelijk instituut van ZOO Antwerpen en Planckendael, dat jonge dieren nog steeds naar Afrika trekken, maar dat veel oudere ooievaars al lang niet meer de oversteek maken. Ze overwinteren in Spanje en Frankrijk, omdat ze daar op o.a. vuilnisbelten voldoende voedsel vinden.

Indrukwekkende cijfers
De laatste jaren brak Planckendael record na record met 86 jongen in 54 nesten in 2014 en 96 jongen in 2015. In 2016 telden we 57 nesten, een recordaantal, maar door het kille en natte voorjaar eindigde de teller op slechts 62 kuikens. 2017 was met 64 nesten een superjaar!

Foto’s: ZOO – Jonas Verhulst