Studenten autotechnologie aan de Karel de Grote Hogeschool (KdG) krijgen geen traditioneel examen voorgeschoteld. Dit jaar geven ze zichzelf en elkaar punten.
 
Juni betekent voor heel wat Vlaamse jongeren examens en examenstress. “Eigenlijk hoeft die stress niet”, stelt Dennis De Boes, docent in de opleiding autotechnologie. Daar loopt dit academiejaar een proefproject waarbij studenten zichzelf en elkaar mogen beoordelen, zonder dat daar nog een docent in tussen komt.
 
Studenten die het vak ‘ophanging en besturing’ kozen leren basisvaardigheden aan die ze dan bij zichzelf en elkaar gaan evalueren. “We testen door die zelfevaluatie enkel wat echt getoetst moet worden, en dat is niet hun stressbestendigheid op één welbepaald moment, maar wel belangrijke basisvaardigheden die studenten moeten kunnen om straks met vertrouwen het werkveld in te kunnen”, aldus de docent.
 
“Dit soort evaluatie lijkt misschien onbetrouwbaar of een gemakkelijke oplossing”, zegt Ellen Lesage, onderwijsondersteuner in de opleiding, “maar dat is het allerminst: studenten zichzelf laten beoordelen is een stevige uitdaging. Met dit soort evaluatie ligt de lat hoger, zowel wat het niveau van de evaluatie betreft als de betrouwbaarheid ervan. Dat komt omdat meerdere studenten elkaar beoordelen – in plaats van één docent als enige beoordelaar. En omdat we op meerdere momenten in het leerproces van de studenten input verzamelen die aantoont of ze een vaardigheid beheersen. Dat is anders dan bij een traditioneel examen, waarbij je maar op één moment in het leerproces data verzamelt.”
 
“We zien in dit proefproject heel wat voordelen”, vult Dennis De Boes aan. “Het laat ons toe om meer aandacht te geven aan de weg die we met de studenten afleggen naar een betrouwbaar eindoordeel. Bovendien nemen studenten zo eigenaarschap over hun eigen leerproces en leren ze omgaan met verantwoordelijkheid, integriteit en vertrouwen.”
 
De afgelegde weg
 
De eerste stap is samen met de studenten de succescriteria afkloppen: wanneer beheersen ze een bepaalde vaardigheid goed? Waar moeten ze op letten? Die criteria vormen het fundament voor de studenten om zichzelf te beoordelen.
 
Eerstejaarsstudent Guillaume Van Heesvelde: “Door de criteria samen met de docent te bespreken en er daarna mee aan de slag te gaan, zijn de verwachtingen voor ons heel helder. We kunnen zelf ook aangeven wanneer iets goed of niet goed is en aan welke criteria je moet werken om het dan wel juist te doen.”
 
In een volgende fase gaan de studenten zelf aan de slag. Ze werken in groepjes: 1 student voert de vaardigheid uit, 2 medestudenten volgen de criterialijst nauwgezet en geven feedback. “In deze fase oefenen ze zo veel mogelijk en vooral tot het goed is. Onderwijsonderzoek toont aan dat herhalen en oefenen cruciaal zijn om iets aan te leren. Ze leren ook uit hun fouten. En we coachen hen in hoe ze heldere feedback kunnen geven op een doordachte manier”, zegt Ellen Lesage.
 
Daarna gaan ze over tot de effectieve evaluatie. Abderahim Ghazi, eerstejaarsstudent in de opleiding: “Op het einde van het traject hebben we de vaardigheden zo veel kunnen oefenen, is er zo veel feedback gekomen en zijn we zo intensief met de criteria bezig geweest dat evalueren bijna een formaliteit is geworden.”
 
“Toch is het voor ons belangrijk dat er in deze laatste fase nog een evaluatiemoment is”,  stelt Dennis De Boes. “Als extra moment in de evaluatie wordt de vaardigheid gefilmd. Naast de feedbackformulieren van medestudenten en enkele andere momenten waarop input is verzameld, zorgt de student in deze fase dus zelf voor bewijs dat hij of zij de vaardigheid beheerst. We doen enkel steekproeven en ik bekijk sommige filmpjes en beoordelingsformulieren. Groot extra bonuspunt voor de studenten: alles zonder de traditionele examenstress.”
 
“Elk jaar maken we tijd, ruimte en middelen vrij voor onderwijsontwikkeling en geven we groeikansen aan innovatieve onderwijsconcepten”, zegt Veerle Hendrickx, algemeen directeur. “Zo zetten we onze visie om duurzaam te innoveren kracht bij en zetten we de toon naar de toekomst. Want in al onze opleidingen bruist het van nieuwe en sterke ideeën. Vaak vertrekken die vanuit docenten die op zoek gaan naar een oplossing voor een concrete uitdaging, in dit geval het verminderen van stress voor studenten. Dat is meteen ook de sterkte van deze innovatieprojecten.”

Foto’s: www.kdg.be