Gisteren lanceerden minister-president Bourgeois en staatssecretaris Knops een innovatief project om de grensoverschrijdende samenwerking te verbeteren. Beide partijen onderzoeken hoe ze hun vergunningen, procedures en andere relevante regelgeving beter op elkaar kunnen afstemmen om grensoverschrijdende infrastructuur sneller tot stand te laten brengen. Dit volgt uit de Vlaams-Nederlandse Top op 5 november 2018 in Middelburg, waar Vlaams minister-president Geert Bourgeois met zowel de Nederlandse minister-president Mark Rutte als met de Nederlandse staatssecretaris Raymond Knops van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties overeenkwam om de handen nog steviger in elkaar te slaan inzake grensoverschrijdende samenwerking.

Daartoe lanceren minister-president Bourgeois en staatssecretaris Knops vandaag een gezamenlijk traject om een aantal concrete grensknelpunten, die het gevolg zijn van verschillen in regelgeving aan beide zijden van de grens, op korte termijn aan te pakken. Dit traject zal bestaan uit twee sporen:
Het eerste spoor bestaat uit een verdiepende studie, die zal worden uitbesteed aan een (interuniversitair) onderzoeksteam. Deze studie moet oplossingen aanreiken voor wetgevende knelpunten bij de ontwikkeling van grensoverschrijdende infrastructuur. Grensoverschrijdende infrastructuurprojecten, zoals buis- en pijpleidingen, worden immers vaak vertraagd door de complexiteit van verschillen in de regelgeving in beide landen. Minister-president Bourgeois en staatssecretaris Knops laten met deze studie onderzoeken of, en zo ja op welke manier de Vlaamse en Nederlandse plannings- en vergunningsregelgevingen en beroepsprocedures beter op elkaar kunnen worden afgestemd. Daarbij wordt ook het Beneluxkader onderzocht, evenals de mogelijkheid van experimenteerregelgeving. Deze studie moet worden opgeleverd tegen de zomer 2020.

Het tweede spoor bestaat uit het formuleren van maatwerkoplossingen voor concrete grensknelpunten. Vertrekpunt hierbij vormt de inventarisatie van de grensoverschrijdende knelpunten die het gevolg zijn van verschillen in regelgeving aan beide zijden van de grens in het fusiehavenbedrijf North Sea Port. Bedrijven zouden beter grensoverschrijdend (samen) kunnen werken door het wegnemen van reguleringsbelemmeringen, bijvoorbeeld op het terrein van transport van scheepsafvalstoffen, LNG of grond en sediment. Het is de bedoeling dat de maatwerkoplossingen die uit dit traject naar voor komen, inspirerend werken voor deze en andere knelpunten in het gehele Vlaams-Nederlandse grensgebied. Zo hopen de regeringen enkele concrete maatschappelijke doelstellingen te realiseren, zoals het faciliteren van de modal shift (buis- en pijpleidingen, spoor- en watertransportinfrastructuur), het optimaliseren van het internationale en interregionale wegvervoer en het energietransport, evenals het scheppen van de optimale randvoorwaarden voor de ontwikkeling van de circulaire economie.
Zo kunnen Vlaanderen en Nederland beter bijdragen tot de duurzame energie-, en circulaire unie die de Europese Unie beoogt, en dit in het bijzonder in de Benelux-ruimte, het logistieke hart van de Unie. Dit project past ook in het plan en de ambitie van de Europese Commissie om de groei en de cohesie in EU grensregio’s te stimuleren en werkt zo de verdere verdieping van de interne markt in de hand.

Minister-president Bourgeois en staatssecretaris Knops laten dit traject aansturen en opvolgen door een bestuurlijke werkgroep die bestaat uit vier kernleden:
Uit Vlaanderen:
Gouverneur van Antwerpen, mw. Cathy Berx
Gouverneur van Oost-Vlaanderen, (momenteel waarnemend) dhr. Didier Detollenaere
Uit Nederland:
Voormalig vicepresident Raad van State, dhr. Piet Hein Donner
Commissaris van de Koning in Zeeland, dhr. Han Polman