Vorig jaar maakte de provincie Antwerpen de Grote Nete en Kleine Hoofdgracht in Balen beter vispasseerbaar. De maatregelen blijken te werken. Recent visonderzoek concludeert dat een aantal zeldzame soorten zoals de kwabaal, de beekprik en de serpeling opnieuw meer stroomopwaarts terug te vinden zijn.

De provincie liet met steun van het Europese LIFE fonds en van het Agentschap voor Natuur en Bos vispassages aanleggen in de Grote Nete en Kleine Hoofdgracht in Balen. In de Grote Nete kwam zelfs een volledig nieuw stukje kronkelende waterloop. Essentiële werken voor een aantal Europees beschermde vissoorten.
Net voor de herstelmaatregelen heeft men de vispopulatie voor het eerst onderzocht. Aansluitend op dit onderzoek herhaalden enkele visdeskundigen eind maart het onderzoek op een aantal trajecten afwaarts en opwaarts de vispassages. De gebruikte techniek is die van de elektrovisserij. Een elektrisch toestel verdooft de vissen tijdelijk zodat deze komen bovendrijven en dus makkelijk geteld kunnen worden.
Ook de eendekom in de Kleine Hoofdgracht trekt vissen aan. In de Kleine Hoofdgracht troffen de onderzoekers 9 soorten aan waaronder ook de beekprik, kopvoorn en serpeling. Deze keer onderzocht men ook de eendekom en het grachtenstelsel die in verbinding staan met de Kleine Hoofdgracht en opwaarts de nieuwe vistrap liggen. Vissen voelen zich daar thuis; er zwommen maar liefst 12 verschillende soorten rond.
Kwabaal verkent zijn nieuwe habitat
In de Grote Nete vonden de onderzoekers in totaal 18 soorten. Voor het eerst stelden onderzoekers vast dat de kwabaal ook opwaarts van het kanaal van Beverlo aanwezig was. Deze soort werd opnieuw geïntroduceerd, maar nooit opwaarts het kanaal uitgezet. De kwabaal zwemt dus met zekerheid de sifon onder het kanaal door.
Beekprik passeert de Grote Nete steeds verder richting Limburg
Verder zagen de onderzoekers ook een beekprik wegzwemmen in de nieuwe meander, opwaarts het kanaal. Dit is een mooi resultaat want dit is wellicht de meest opwaarts gekende vangplaats voor beekprik sinds lange tijd.
Proper water voor de serpeling
Serpeling is overal aanwezig. Dit duidt op goed ontwikkelde waterlopen met een goede waterkwaliteit. Tijdens de vorige afvissing vonden de onderzoekers geen serpeling opwaarts van de toen nog aanwezige stuw aan de Kerkhovense steenweg, en deze keer wel. Het knelpunt is duidelijk weggewerkt en de serpeling krijgt nu overal vrij spel. Bioloog Bianca Veraart van de provincie Antwerpen is blij dat de resultaten alle inspanningen ondersteunen: “Ik kan voorzichtig stellen dat de maatregelen succesvol zijn. In het najaar herhalen we het visonderzoek nog eens. Benieuwd of de nakomelingen van deze bedreigde vissen ook vlot hun weg stroomopwaarts gevonden hebben.”