Willem houdt de maatschappij een spiegel voor.
Een zekere Willemschreef het diereneposVan den vos Reynaerdein de helft van de 13de eeuw. Van zijn hand is ook het verhaal Madocke.  Het in het Middelnederlands geschreven heldendicht speelt zich af in het Land van Waas en was geïnspireerd door Ysengrimus, een in het Latijn geschreven dierenverhaal, uit de 12de eeuw, waarin de vos Reynaert en de wolf Ysengrimus de hoofdpersonages en aartsvijanden zijn. Toch baseerde Willem zich hoofdzakelijk op ‘Le Roman de Renart’, een verzameling van dierenverhalen met de vos als centrale figuur. In het dierenepos Van den vos Reynaerde houdtWillemde maatschappij een spiegel voor.

Context van het epos.
Van den vos Reynaerde is een verhaal in 3469 versregels dat zich afspeelt in de 12de eeuw waarin de bevolking verdeeld was in drie bevolkingsgroepen De adel wordt als onbekwaam en hebzuchtig voorgesteld, de geestelijkheid neemt een loopje met celibaat en geboden en het volk wordt arm en dom weergegeven. De adel was rijk en op geld belust net zoals de geestelijkheid die daar bovenop het volk beklagenswaardig en simpel van geest hielden (zalig de simpele van geest). Het verhaal zit vol satirische verwijzingen naar ‘zondige’ toestanden of ambigue bewoordingen. En de vos, hij is leep, ontuchtig, leugenachtig en doortrapt. Hij ontziet niets en niemand. Hij moordt er lustig op los.

Het verhaal.

Rouwstoet met Cobbe – G. Gaudaen

Klachten tegen de vos, verdediging en de moord op Cobbe.
Tijdens Pinksteren hielt de Koning, de leeuw Nobel, hofdag. Iedereen uitgezonderd de vos Reynaert was aanwezig. Meteen beticht de wolf de vos Reynaert ervan Hersinde te hebben verkracht, meer nog, zijn kinderen te hebben blind gemaakt door in hun ogen te pissen. Courtois de hond reclameerde dat de vos zijn ‘sausisse’ had ontstolen. Zo zou Cuwaert de haas ook bijna zijn vermoord door Reynaert. Grimbeert, de das, een neef van Reynaert stond recht en pleit voor de vos. Zo zou er reeds langer een ‘affaire’ bestaan tussen Hersinde, de wolvin en de vrouw van Isegrim, en Reynaert. Verklaarde ze niet dat ze ‘Zin had in het spel’ – overspel bedoelde ze natuurlijk. En had de hond Courtois niet zelf de worst gestolen? Grimbeert, pleit verder dat Reynaert heden een biddende kluizenaar zou zijn geworden. Op het zelfde ogenblik komt een rouwstoet met voorop de jammerende haan Cantecleer het hof opgegaan. Zijn zonen dragen een berrie met daarop de dode kip Coppe. Niet minder dan 11 broertjes en zusjes waren door Reynaert doodgebeten en verorberd.                                                                   

De zending van Bruin de beer.
Verschrikkelijk gehavende beer – G. Gaudaen.

Nadat Nobel een staatsbegrafenis voor Cobbe had verzekerd en Grimbeert had terecht gewezen duidde hij Bruin de beer aan om Reynaert te dagvaarden. Aangekomen bij Malpertuus, de burcht van Reynaert, beval hij de vos om dadelijk mee te gaan naar het hof. Reynaert vertelt Bruin dat hij te ziek is om dadelijk mee te komen. Hij heeft te veel honing opgegeten. Bij het horen van het woord honing komt de beer het water in de mond en wil zeker in ruil voor honing als advocaat ten voordele pleiten en smeekt de vos de plaats van de lekkernij aan te wijzen. De vos brengt Bruin tot bij een door middel van wiggen gespleten eik en vertelt dat het honingfeest zich in die boom bevindt. Waarop de beer zijn poten en snuit gretig in de spleet steekt. Meteen slaat de vos de wiggen los waardoor de verraste gulzige beer onwrikbaar vast komt te zitten. Het kabaal verwittigt Lamfroyt de timmerman die om hulp roept waardoor een hele meute met voorop Julocke, de vrouw van de pastoor, bewapend met allerhande tuigen naar de hopeloze beer stormen. De beer werkt zich van schrik los met verlies van één van zijn oren, kaken en klauwen. Iedereen klopt en slaat er op los. In volle tumult komen de beer en de vrouwen in een beek terecht waardoor Bruin kan ontsnappen. Verschrikkelijk gehavend schuifelt hij op zijn achterste naar de Koning.

De zending van Tybeert de kater.

 Tybert de kater  – G. Gaudaan

Tybeert de kater wordt als tweede gezant door Nobel naar Malpertuus gezonden. Ook Tybeert maant Reynaert aan om dadelijk mee naar Gent te vertrekken. Alvorens de reis naar het hof aan te vangen nodigt Reynaert de kater uit op een muizenmaaltijd. Ook Tybeert laat zich verleiden en begeeft zich met de vos naar de schuur van de pastoor waar het zou wemelen van de muizen. Wanneer de kater door een gat springt wordt hij in een strop gevangen. Op het kabaal komt de naakte pastoor te samen met zijn vrouw en zijn zoon Martinet toegelopen. Er wordt gegild geslagen en geklopt. Tybeert verliest zelfs een oog. In uiterste nood springt de kater tussen de ‘pape’ zijn benen en bijt ‘uit de beurs zonder naad het klokkespel’. Waarna Julocke krijst ’Sie, lieve neve Martinet. Dit was uw vaders ghewand (ingewand)! In het handgemeen kan Tybeert het touw doorbijten en begeeft zich flink verwond terug naar het hof.

De zending van Grimbeert de das

Izegrim vist in het ijs – G. Gaudaen

Volgens het middeleeuws procesrecht dient Reynaert driemaal worden gedaagd alvorens hij bij verstek kan worden veroordeeld. Grimbeert stelt zich kandidaat om Reynaert te dagvaarden. Wanneer hij een derde maal zou weigeren zal Reynaert vogelvrij worden verklaard, Malpertuus zal worden bestormd en zijn vrouw en kinderen worden vermoord. Op de weg naar Gent besluit Reynaert, vermits hij in doodsnood verkeert, te biechten. Hierin belijdt hij niet alleen zijn wandaden ten opzichte van Bruin, Tybaart en Cantecleer maar ook de verschillende misgrijpen die hij pleegde op Isegrim, zoals beschreven in branches van de Roman de Renart. Zwaar mishandeld werd de wolf ondermeer toen de vos hem aanspoorde met zijn staart te gaan vissen in een wak in het ijs. Vastgevroren moest hij ‘s morgens vreselijke slagen incasseren en verloor zelfs de helft van zijn staart. Wat Reynaert met Hersinde had aangevangen was beslist niet fraai.

De biecht van Reynaert aan Nobel.

 De schat van Rynaert – G. Gaudaen

 

Van zodra de vos in het steen was aangekomen staan Isegrim, Bruin en Tybeert te trappelen om de galg in gereedheid te brengen, terwijl Hersinde, zijn oud lief, hem moest bewaken. Ter verdediging biecht Reynaert hoe hij in een bondgenootschap met Isegrim op roof ging waarbij de wolf steeds met het grootste deel ging lopen. Eigenlijk moest Reynaert zich dat helemaal niet laten welgevallen vermits hij in het bezit was van een grote schat die hij zelf had gestolen van niet minder dan zijn vader. Door deze diefstal had hij een koningsmoord vermeden. Inderdaad, Reynaerts vader, Bruin, Isegrim, Tybeert en Grimbeert hadden een troonsaanslag beraamd. Met het geld van de schat zouden de samenzweerders huurlingen ronselen en koning Nobel doden.

De pelgrimage van Reynaert.
Het verwerven van de aanzienlijke schat interesseerde de koningin bovenmatig. Temeer, Reynaert kan het bestaan van de schat rechtvaardigen en de begraafplaats in Kriekepitten ten westen van Hulsterlo geloofwaardig voorstellen. Er heerste echter een banvloek op Reynaerts hoofd, waardoor hij in de onmogelijkheid verkeerde de koning naar de schat te gidsen. Een pelgrimage naar Rome was dan ook noodzakelijk. Reynaert wordt vrijgesproken. Bruin en Isegrim worden gevangen genomen. Een pelgrimtas wordt gemaakt uit het vel afkomstig van Bruin. Schoenen worden gesneden van de voorpoten van Isegrim en de achterpoten van Hersinde. Belijn de ram en kapelaan, en de haas Cuwaert deden de vos uitgeleide en vergezelde hem naar Malpertuus.

Epiloog.

De bedrogen Nobel brult het uit – G. Gaudaan

Reynaert overhaalde de haas om mee binnen te gaan. De ram is te groot en dient aan de deur te wachten. Bij het onverwachte weerzien van Reynaert wordt, als feestdis en zoenoffer, de haas door de vossenfamilie opgepeuzeld. Het hoofd van de haas steekt Reynaert in de reistas en geeft deze aan de wachtende Bellijn met de boodschap de in de reistas bevindende brief aan de koning voor te lezen. Direct na het vertrek van de ram kiest de vossenfamilie het hazenpad. Groot is de ontreddering, gevolgd door een verschrikkelijke woede, wanneer er in plaats van de brief, het hoofd van Cuwaert te voorschijn kwam.

Finapeel het luipaard, stelde een compromis voor. Een eerherstel voor Bruin, Isegrim en Hersinde en het vogelvrij verklaren van Belijn de ram, Reynaert de vos en hun verder nageslacht.

 

Illustraties in hoogdruk.
Reeds van in de beginne werden de drukken verhoogd met prachtige illustraties. Ontelbare grafici hebben de al even ontelbare drukken, met wijzigingen of aanpassingen verlucht. Zo was Erasmus Quellijn de Jongere, een leerling van Rubens en de houtsnijder J. Christoffel Jegher  verantwoordelijk voor de verluchting van Van den vos Reynaerden gedrukt in 1651 te Antwerpen bij Jacob Mesens. Quellin was op zijn beurt schatplichtig aan Jost Amman die in 1575 de tweede druk van de Hoogduitse Reynke de vos met Reynaertafbeeldingen illustreerde. Bijzonder succesrijk waren de prenten van Wilhelm von Kaulbach bestemd voor Johann Wolfgang von Goethes Reineke Fuchs.

Orde van de Vossenstaart
In 1850 breekt Jan Frans Willems een lans wanneer hij een Nederlandse vertaling publiceert als ultiem verzet tegen de ovenheersende Franse machthebbers. De tweede druk wordt prachtig verlucht door Gyselynck. In de twintigste eeuw wordt het dierenepos door een keur van schrijvers hertaald: Guido Gezelle, Stijn Streuvels, Felix Timmermans, Paul de Mont, Camille Huysmans, Jules de Geyter, Hubert Melis, Clement Verlaere, Louis Paul Boon …,en werden geïllustreerd door niet minder dan Joris Minne, Henri Van Straten (beiden behorend tot de bekende ‘Grote Vijf’ die de houtgravure vernieuwden), Felix Timmermans. Gustave Van de Woestyne…en de riddersin de Orde van de Vossenstaart:Gerard Gaudaen(1927 – 2003), Frank-Ivo Van Damme (1932),Antoon Vermeylen  (1931 – 2012) en Wim De Cock (1963). Het ridderschap werd verleend aan personen die door hun levenshou­ding, hun culturele activiteit, hun kunstzinnig oeuvre, hun wetenschappe­lijk werk of toeristische inzet, uitzonder­lijke verdien­sten verwierven in het spoor van Reynaert. De orde werd in 2013 na 50 jaar bestaan ontbonden.

Reynaert in prent en Ex libris
Bij de opkomst van de boekdrukkunst in de 15de eeuw werd er vaak een eigendomsmerk, of ex libris, in het boek aangebracht. Heden zijn ex libris uitgegroeid tot een belangrijk verzamelobject. Herkenbare Reynaerttekens worden door de vossenstaart-kunstenaars, in prent en ex libris, in een zodanige context geplaatst dat de opdrachtgever in zijn eigen ideeënwereld en tot die van de meester kan doordringen. Onze Vlaamse grafici worden algemeen erkend als de grootmeesters van de hedendaagse houtgravure.

Ex libris Rik van Daele – ets  Frank-Ivo Van Damme

Verantwoording illustraties.
Vijf selecties uit de suite van 12 originele houtgravures van Gerard Gaudaen uit de kunstmap ter ere van de honderste verjaardag van Anton Pieck,1995. Rik Van Daele, Reinaertgenootschap, Sint-Niklaas.

Ex libris Rik Van Daele, In Waes int soete lant, ets Frank-Ivo Van Damme, © Rik Van Daele.

Meer info:

  • reynaertgenootschap.be
  • Internationaal Exlibriscentrum,
  • Zwijgershoek 14, Sint-Niklaas. https://musea.sint-niklaas.be/exlibris
  • Nog tot 30 sept. 2018, fietstocht ‘Vossen. Expeditie in het land van Reynaert’. Dagelijks vertrek ‘Hof van Nobel’, Katoen Natie Ketenislaan 1, 9130 Kallo-Beveren. Fietstocht van 40 of 60 km door het land van Reynaert. https://vossen.vlaanderen.

Frank Van Dessel