De 26ste editie van het jaarboek Armoede en sociale uitsluiting, met als titel ‘Tijd voor Sociaal beleid’, biedt aanbevelingen voor een krachtig lokaal sociaal beleid. Door de naderende lokale verkiezingen en de nieuwe ontwikkelingen op het gebied van lokaal sociaal beleid wordt een belangrijk momentum gecreëerd om na te denken over een doelmatig lokaal armoedebeleid. In dit jaarboek stellen we dan ook de bestuurskracht van lokale besturen centraal en gaan we dieper in op lokale armoedebestrijding en het bestrijden van sociale uitsluiting.
De armoede in België is nog steeds hoog. Het relatieve armoederisico van de Belgische bevolking bedraagt nog steeds 15,5% (gebaseerd op EU-SILC enquête 2016).1 In Vlaanderen is dat 10,5%. Wanneer we inzoomen op de armoederisicograad van de Belgische kinderen, stellen we vast dat dit cijfer oploopt tot 17,8% (EU-SILC 2016). Ook stellen we vast dat kinderarmoede varieert tussen Vlaamse gemeenten. Zo torent het percentage kinderen dat geboren wordt in een kansarm gezin in de gemeenten Antwerpen, Maasmechelen, Nieuwpoort, Genk, Blankenberge, Boom en Oostende uit boven de 27%, terwijl in gemeenten zoals Schilde, Kruishoutem, Zoutleeuw en Vleteren minder dan 1% van de kinderen opgroeit in kansarmoede (cijfers K&G 2016 – andere berekeningswijze dan EU-SILC).
Enkele kernindicatoren
20,7% van de Belgische bevolking leeft in armoede of sociale uitsluiting (d.w.z. leeft in een gezin met een huishoudinkomen onder de armoederisicogrens, en/of dat ernstig materieel gedepriveerd is en/of dat een zeer lage werkintensiteit heeft). In Vlaanderen is dat 14,5% (SILC 2016).
14,6% van de Belgische bevolking (< 60 jaar) leeft in een gezin met een zeer lage werkintensiteit, d.w.z. een gezin waar de gezinsleden tussen 18-59 jaar (en niet studerend) op jaarbasis minder dan 20% hebben gewerkt dan het maximum dat zij zouden gewerkt kunnen hebben. In Vlaanderen leeft 9,5% in een werkarm gezin (SILC 2016).
Het leefloon voor een alleenstaande (€ 892,7) ligt € 222,3 onder de armoedegrens voor een alleenstaande (€ 1.115). Vorig jaar bedroeg deze kloof nog € 216.
Een record aantal personen doet een beroep op het leefloon: in 2016 kregen maandelijks gemiddeld 127.022 personen een leefloon. Dat is 9,3% meer dan in 2015. In Vlaanderen bedroeg de stijging op jaarbasis zelfs 14,3% (POD Maatschappelijke integratie).
4,7% van de Belgische werkende bevolking (18 jaar of ouder) bevond zich in 2016 onder de armoederisicogrens (SILC 2016).
71,9% van de Belgische bevolking nam in 2016 niet deel aan sport of culturele activiteiten. Bij mensen in armoede liep dat op tot 84%.
77% van alle OCMW’s in Vlaanderen paste in de periode 2015-2016 de maatregel van de minimale levering van aardgas toe.
67% van de Vlaamse gemeenten bereikten in 2016 het ‘bindend sociaal objectief’ inzake sociale woningen (Agentschap Wonen Vlaanderen). Dit betekent dat deze gemeenten binnen een vooropgestelde termijn het gevraagde aantal bijkomende sociale huurwoningen zullen realiseren.
Het Jaarboek is een product van het Centrum OASeS (Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad) van de Faculteit Sociale Wetenschappen, Departement Sociologie van de Universiteit Antwerpen en van het Netwerk Tegen Armoede.
Op woensdag 6 december 2017 in de voormiddag organiseren we op de Universiteit Antwerpen (Meerminne, M.001, Sint-Jacobstraat 2, 2000 Antwerpen) een colloquium om het boek voor te stellen aan een ruim publiek (zie www.oases.be).
Prof. dr. Peter.Raeymaeckers@uantwerpen.be, 03 265 53 39
Didier.Boost@uantwerpen.be
Caroline.Vermeiren@uantwerpen.be, 03 265 42 15
Jill.Coene@uantwerpen.be
ARMOEDE EN SOCIALE UITSLUITING, JAARBOEK 2017
Tijd voor sociaal beleid
Redactie: Peter Raeymaeckers, Charlotte Noël, Didier Boost, Caroline Vermeiren, Jill Coene & Sylvie Van Dam