De experimentele documentaire TREMOR – Es ist immer Krieg van Annik Leroy is uitgenodigd voor de Internationale Competitie van FIDMarseille, het Internationaal Filmfestival van Marseille (11-17 juli) in Frankrijk. De film krijgt er zijn internationale première. Daarnaast gaat Hoe kamelen leeuwen worden, een speelfilm van Lydia Rigaux, in wereldpremière binnen het speciale programma “Ah, la musique !”.
TREMOR is een lichtgevoelige reis tussen herinnering en nachtmerrie. De film, die barst van de referenties uit de (kunst)geschiedenis, krijgt vorm door de stemmen die erin spreken: stemmen van dichters en gekken, van een moeder en een kind. Het zijn bespiegelende gedachten, spontane vertellingen of pakkende getuigenissen. Ondertussen zijn plaatsen te zien die niet met zekerheid gesitueerd kunnen worden, plaatsen waar de voortekenen van geweld voelbaar zijn en de littekens zichtbaar. De experimentele documentaire ging vorige maand in wereldpremière tijdens het Kunstenfestivaldesarts in Brussel en krijgt nu zijn internationale première op FIDMarseille. De film wordt er samen met 14 andere titels vertoond binnen de Internationale Competitie en maakt zo o.a. kans op de Grand Prix van het festival.
Daarnaast is de speelfilm Hoe kamelen leeuwen worden van Lydia Rigaux uitgenodigd voor ‘Ah, la musique !’, een parallel programma dat focust op geluid en muziek in film. Rigaux’ speelfilmdebuut volgt Vincent, Renée, Alice en Robin – vier familieleden – in hun drang naar vrijheid. Verdeeld over vier episodes gaan ze op zoek naar de kracht om te transformeren van het gewillige lastdier dat een kameel is naar een leeuw, een geest die vecht tegen valse waarden om zo zijn eigen plaats en eigen vrijheid te vinden. De voornaamste rollen worden vertolkt door Els Deceukelier, Daan Stuyven, Fien De Bruyne, Delfine Bafort, Anemone Valcke, Isabelle De Hertogh en Baloji Tshiani. Matthias Hillegeer stond in voor het geluid.
Hoe kamelen leeuwen worden is een productie van Cassette for Timescapes (Barber Shop, Shadow World). TREMOR werd geproduceerd door Auguste Orts (An Experiment in Leisure, The Joycean Society, Thing) in coproductie met Cobra Films (Seascape, Lobi Kuna). Beide films konden rekenen op steun van het VAF/Filmfonds van Vlaams minister van Cultuur Sven Gatz.