Antwerpse dichter leidde dubbelleven als collaborerend journalist tijdens Eerste Wereldoorlog

Paul van Ostaijen schreef tijdens de Eerste Wereldoorlog tientallen artikelen voor het Duitsgezinde dagblad de Antwerpsche Courant. Hij deed dit onder verschillende pseudoniemen die nu pas zijn gekraakt na grondig archiefonderzoek. De ontdekking werpt een nieuw licht op de literaire ontwikkeling van de schrijver en op zijn politieke activiteiten tijdens de oorlog.

Kevin Absillis, hoogleraar Nederlandstalige literatuur aan de Universiteit Antwerpen, brengt de ophefmakende nieuwe informatie over Van Ostaijen naar buiten in WTTijdschrift over de geschiedenis van de Vlaamse beweging.

Absillis: “We wisten al langer dat Van Ostaijen contacten had met de Antwerpsche Courant, maar dat zijn medewerking zo intensief was is volstrekt nieuw. De dichter werkte officieel voor de stad Antwerpen, maar had zeker in de jaren 1917-18 een bijna volwaardige tweede baan als journalist. Onder het pseudoniem Rare Marus hield hij zelfs maandenlang een dagelijkse column bij. Daarmee bereikte hij tienduizenden lezers, want de Antwerpsche Courant was op dat ogenblik het meest verspreide blad in de regio. De ontdekking van Van Ostaijens columns baart opzien. De stijl ervan loopt vooruit op het proza van zijn latere groteske verhalen. Bovendien bevatten zijn stukjes informatie over hoe de dichter de oorlog beleefde.”

Op de barricaden

De ontdekking van de columns is nog niet alles. Absillis toont aan dat ook verschillende andere artikelen in de Antwerpsche Courant van de hand van Paul van Ostaijen zijn, waaronder politieke commentaren. Daaruit blijkt dat de dichter naarmate de oorlog vorderde almaar hoger op de barricaden kroop voor de Vlaamse zelfstandigheid, het ideaal dat de activisten met de steun van de Duitsers nastreefden.

Absillis: “Zijn grote en politiek geïnspireerde aandeel in de Antwerpsche Courant verklaart waarom Paul van Ostaijen tegen het einde van de oorlog halsoverkop naar Duitsland vluchtte. Tot dusver werd aangenomen dat de schrijver vervolging vreesde omdat hij in 1917 op een manifestatie de Belgische kardinaal Mercier had uitgejouwd, maar dit blijkt nu bijzaak. Vrijwel alle belangrijke medewerkers aan de Antwerpsche Courant namen kort voor de wapenstilstand de wijk naar Nederland of Duitsland. Ze wisten maar al te goed dat ze stevige straffen riskeerden. Die straffen hebben ze ook gekregen. Van Ostaijen werd na grondig juridisch onderzoek voor zijn journalistieke arbeid bij verstek veroordeeld tot acht maanden gevangenis en een fikse boete. Door de vondst van een verloren gewaand strafdossier is nu eindelijk duidelijk waarom hij zo’n zware straf kreeg.”

Betrokken bij verklikking

Het laatste woord over het oorlogsverleden van Paul van Ostaijen is ook na de nieuwe onthullingen nog niet gezegd. Tijdens zijn archiefonderzoek naar het activisme ontdekte Absillis nog dat Paul van Ostaijen er door de politie van werd verdacht een herbergier te hebben aangegeven omdat hij koper voor de Duitsers verborgen hield.

Op 7 juli 1920 rapporteerde een Antwerpse politiecommissaris aan het Belgische Ministerie van Justitie dat de voortvluchtige Paul van Ostaijen ervan werd verdacht tijdens de bezetting een burger te hebben aangegeven bij de Duitsers. Het is al de tweede verklikkingszaak waarin Van Ostaijen werd genoemd. Mogelijk wijst dat erop dat de stadsbeambte, dichter en journalist tijdens de bezetting op regelmatige basis namen doorgaf aan de Duitse bezetter en daarvoor zelfs werd vergoed. Op verklikking stonden na de bevrijding zware straffen.

Gedeeltelijke transcriptie van het verslag:

‘De familie Van Ostayen-Engelen bestaat uit vader-moeder en twee zoons waarvan een deel heeft gemaakt van ‘t Belgisch leger en de andere klerk is geweest op het stadshuis maar wegens aktivisme werd gestraft en gevlucht is. De ouders zijn brave lieden en voor hun gedrag gedurende de bezetting is op nationaal gebied niets aan te merken. […]

N.B. De gevluchte zoon is ook nog verdacht geweest eenen herbergier verraden te hebben aan den vijand omdat hij zijn koper weggestopt had.’ [Politieverslag d.d. 7 juli 1920, Vreemdelingendossier Van Ostayen Henri Pierre, #481#37181, collectie Felixarchief, stad Antwerpen]

Absillis: ”Het was al bekend dat Van Ostaijen betrokken was bij de verklikking van een collega-schrijver. Die collega, Ary Delen, belandde tijdens de oorlog enkele maanden achter de tralies. De nu ontdekte beschuldiging in een andere verklikkingszaak zou erop kunnen wijzen dat Van Ostaijen de Duitsers systematischer hielp om tegenstanders te klissen of zelfs gewone burgers. Met getuigenissen in strafdossiers moet je voorzichtig blijven, maar in dit geval komen ze van een politiecommissaris die de familie Van Ostaijen niet kwaadgezind was. Het blijft zeker opmerkelijk dat Van Ostaijen in minstens twee verschillende zaken van verklikking werd verdacht. Ook op dit misdrijf stonden na de oorlog immers zware straffen.”

Geen dag in de cel

Paul van Ostaijen is na bijna drie jaren van voortvluchtigheid in 1921 naar Antwerpen kunnen terugkeren, omdat hij zich bereid toonde zijn Belgische legerdienst te vervullen. Zijn straffen kon hij ontlopen dankzij de intussen ingevoerde amnestiewetgeving. Hij heeft uiteindelijk geen dag in de cel doorgebracht. Zijn activistische engagement zou hij echter nooit betreuren en zijn radicaal anti-Belgische houding bleef tot aan zijn voortijdige dood in 1928 ongewijzigd.

Een link naar het wetenschappelijke artikel over Paul van Ostaijen in WT vind je op deze webpagina.

Over Paul van Ostaijen

Paul van Ostaijen (1896-1928) is een van de bekendste Vlaamse dichters. Hij publiceerde tijdens zijn leven onder meer de dichtbundels Het Sienjaal (1918) en Bezette stad (1921). Hij was echter ook een radicale activist die tijdens de Eerste Wereldoorlog met de Duitsers samenwerkte om de Vlaamse zaak vooruit te helpen. Hij stierf in 1928 aan de gevolgen van tuberculose. Eerder dit jaar verscheen de uitvoerige biografie Paul van Ostaijen. De dichter die de wereld wilde veranderen.

Over de Antwerpsche Courant

De Antwerpsche Courant zag het licht op 11 juli 1915 en verscheen tot 17 november 1918 vrijwel dagelijks. Het blad was van activistische signatuur en speelde de Duitse bezetter in de kaart. Met berichtgeving over populaire thema’s zoals sport en ontspanning mikte het wel op een zo breed mogelijk publiek. De Antwerpsche Courant leek daarom minder radicaal dan de concurrerende periodiek Het Vlaamsche Nieuws, waar het activistische boegbeeld August Borms de scepter zwaaide. In de praktijk had Borms echter ook veel invloed op de redactie van de Antwerpsche Courant. De Antwerpsche Courant werd gemaakt met drukpersen en ander materieel dat door de Duitsers in beslag genomen was bij de Brusselse kranten Le SoirLa Dernière Heure en Le patriote (de voorloper van La Libre Belgique). Op diezelfde gestolen drukpersen werd in de zomer van 1918 ook Paul van Ostaijens dichtbundel Het Sienjaal gedrukt.

Foto: collectie Felixarchief, stad Antwerpen