Nutsbedrijven voeren elk jaar ongeveer 12.000 werken uit op het grondgebied van de stad Antwerpen. Die zijn noodzakelijk voor de bewoners en bedrijven, maar brengen ook hinder met zich mee. In april keurde de stad een plan van aanpak goed om deze hinder te verminderen. Nu nam ze ook een belangrijke stap in dat verbeteringsproces: een nieuwe versie van de code voor infrastructuurwerken. De bedoeling is om het proces transparanter en de kwaliteit van de werken hoger te maken, en om het beheer van de verschillende nutsvoorzieningen geïntegreerd aan te pakken. Dat moet zowel tijdens als na de nutswerken zorgen voor minder hinder.

Afgelopen voorjaar keurde Antwerpen een plan van aanpak goed. Nu werkte de stad een nieuwe set regels uit voor de uitvoering van nutswerken op het grondgebied. Deze nieuwe code vervangt een eerdere versie, die ondertussen verouderd was. Ze is gebaseerd op de ‘Code voor infrastructuur- en nutswerken langs gemeentewegen’ van de Vlaamse Vereniging voor Steden en Gemeenten (VVSG). De stad maakte een versie die aangepast is aan de specifieke situatie in Antwerpen.

 “De hinder die de Antwerpenaar de laatste jaren ondervond door de nutswerken was niet meer te aanvaarden. De verantwoordelijkheid ligt hiervoor zowel bij de stad als de nutsbedrijven. Dankzij het reglement van de nieuwe ‘Code Nuts’ wordt deze hinder zo goed als mogelijk beperkt. Deze code bestaat uit grote 3 pijlers: een correcte afstemming met nutsbedrijven, minder hinder door de werken en een zorgvuldige communicatie met de buurtbewoners”, aldus schepen voor openbaar domein Erica Caluwaerts.

De stad creëert een actuele toestandskaart met de aanwezige nutsinfrastructuur, hanteert een sperperiode van 5 jaar (in deze periode mogen er geen ingrijpende werken worden uitgevoerd) en optimaliseert de planning van nutswerken. De nutsbedrijven moeten in eerste instantie gaan voor een definitief herstel, als dit niet mogelijk is, moet men beroep doen op een centraal aangestelde aannemer zodat de kwaliteit gewaarborgd blijft. De stad schaft herbestratingsbonnen af en werkt met een retributiereglement. Ook hanteert ze één domeintoelating: hieronder vallen alle nutswerken die op een bepaalde plaats gebeuren. Hierdoor komt er meer controlemogelijkheid voor de stadsdiensten.

De nieuwe code nutswerken heeft tien doelen:

  1. Duurzaam beheer en inrichtingvan het openbaar domein en de infrastructuur.
  2. Kwaliteitsvolle uitvoeringvan de grondwerken op het openbaar domein.
  3. Delen van informatietussen de verschillende partijen – nutsbedrijven en stad – om planning en opvolging van de werken beter af te stemmen.
  4. Gecoördineerde uitvoeringvan (grond)werken waarvoor afspraken werden gemaakt.
  5. Snelle en vlotte uitvoeringvan (grond)werken, met minimale hinder en aandacht voor veiligheid.
  6. Duurzaam beheer van de openbare ruimte door het respecteren van de sperperiode, zodat er na grondwerken niet direct terug werken gebeuren op dezelfde plaats.
  7. Tijdige en correcte communicatiemet buurtbewoners en weggebruikers.
  8. Goede opvolging van meldingen en klachtenover de werken, inclusief nazorg.
  9. Verdere ontwikkeling van een geïntegreerde kaartvan nutsvoorzieningen in de stad, zowel bovengronds als ondergronds.
  10. Vastleggen van afspraken tussen de (nuts)bedrijven en de stadover het up-to-date houden van het overzicht van de bestaande voorzieningen en toegang tot de geïntegreerde kaart.

Zo zorgt de code voor duidelijke afspraken over onder andere de te nemen minder-hinder-maatregelen, de sperperiodes na grondwerken, en de communicatie naar bewoners en bedrijven. Zo wordt de overlast zoveel mogelijk beperkt.

Schepen Caluwaerts: “Betere en proactieve communicatie met de buurtbewoners staat centraal in dit vernieuwde reglement. De termijn waarop de buurtbewoners verwittigd worden, wordt vervroegd. Dankzij QR-codes op de werven kan elke passant gemakkelijk extra informatie opvragen. Voor klachten en opmerkingen van burgers ontwikkelen we een centraal digitaal communicatieplatform. Dit alles optimaliseert het proces en vermindert de hinder voor de Antwerpenaar.”

Foto: ©Jeroen_Broeckx