De Zweedse avonturier Salomon August Andree (1854-1897) zal de geschiedenis ingaan als de eerste persoon die een luchtballonvaart vanuit Spitsbergen naar de geografische Noordpool in Alaska ambieerde. Hij stortte hierbij neer in Spitsbergen, en pas 33 jaar later zouden zijn lichaam en dat van zijn twee medevluchters teruggevonden worden.

Salomon August Andree werd geboren in 1854 en groeide op in Gränna, een piepklein dorpje in Zweden. Hij toonde snel aanleg voor wetenschap en studeerde aan het technologisch instituut van Stockholm. Afgestudeerd maakte hij 1876 een reis naar de Wereldtentoonstelling van Philadelphia, waar hij in contact kwam met de ballonvaarder John Wise. Deze ontmoeting zou zijn verdere leven bepalen. Enthousiast legde hij zich toe op de studie van de aerodynamica van ballonvluchten, een toen nog nieuwe tak van de prille luchtvaart. Hij ondernam heel wat experimenten en waagde zich in 1892 aan een eerste vlucht in een heteluchtballon met de Italiaan Francisco Cetti. Met deze ballon genaamd de Svea ondernam hij steeds verdere en gewaagdere tochten, zo onder meer over de Oostzee en tot op een hoogte van niet minder dan vijf kilometer.

Gewaagd plan
Door al deze ballonvaarten kreeg Andree steeds meer zelfvertrouwen en rijpte een gewaagd plan. Hij wilde de eerste zijn die vanuit Bergen met een ballon naar de Noordpool in Alaska vloog. Hij liet in Parijs met de Eagle een nieuwe luchtballon bouwen met een diameter van niet minder dan 20 meter. De Zweedse media stortten zich in hun sensatiezucht enthousiast op het project omdat ze merkten dat het publiek belangstelling had. Een van de belangrijkste financiële ondersteuners van het project, Alfred Nobel, bleef Andree motiveren. Ook koning Oscar II en de Koninklijke Zweedse Academie van Wetenschappen stonden achter het project.
Na een mislukte poging in juni 1896 vloog Andree met twee andere expeditieleden op 30 mei 1897 opnieuw naar Spitsbergen om van daaruit na de vereiste verdere voorbereidingen op 11 juli de lange tocht naar Alaska aan te vatten.

Gedoemd
De expeditie bleek van bij het begin tot mislukken gedoemd. Al meteen gingen twee van de drie touwen die dienden om de vlieghoogte en de richting van de ballon bij te regelen verloren, zo kon de grondbemanning vaststellen. Om niet direct in zee te storten moest de driekoppige bemanning met naast Andree ook nog Knut Fraenkel en Nils Strindberg ballast overboord gooien. Toen verdween de ballon in de lucht. De bemanning beneden maakte zich zorgen, want plots werd de streek door bijtende gure winden en ijzige regen geteisterd.
De toestand werd door de grondploeg nog niet meteen als dramatisch ervaren, want de expeditie was goed uitgerust met het oog op een reis over het ijs. Zo had de ballon drie sleeën en een boot en voldoende voorraden voor drie maanden aan boord.

Akelige stilte
Het enige teken van leven werd vier dagen later ontvangen. Toen kwam via een postduif het bericht dat de expeditie 82°2’ noorderbreedte had bereikt. En toen werd het akelig stil. De stilte zou uiteindelijk duren tot 1930 voor het genadeloze lot van de expeditie pijnlijk duidelijk werd. Toevallig werd toen door een team van de Noorse Bratvaag expeditie nabij het weinig bezochte Kvitoya ten oosten van Spitsbergen een boot gevonden met daarin de lijken van de drie mannen.
Uit hun logboeken, dagboeken en foto’s kon de dramatische voortgang van de expeditie afgeleid worden. Uit de notities bleek dat de ballon letterlijk een speelbal van de wind was geworden en van oost naar west en steeds verder de hoogte in was geslingerd. Hierbij had zich heel wat ijs op de ballon opgehoopt, en noodgedwongen hadden de drie ballonvaarders veel ballast uitgeworpen. De ballon was uiteindelijk op het ijs neergestort, en de drie expeditieleden waren toen in een vergeefse poging om Frans Jozefland te bereiken in Kvitoya gestrand. Daar zou Strindberg volgens de notities als eerste zijn overleden, en de laatste dagboekaantekening vermeldde 17 oktober als datum.

Indrukwekkend onthaal
Het nieuws sloeg in het thuisland in als een bom. De voorbije 33 jaar waren tal van fantastische verhalen rond de expeditie ontstaan en de tocht had welhaast mythische vormen aangenomen. Toen het schip Isbjorn de Zweedse wateren met aan boord de drie lichamen en de geborgen restanten van de expeditie binnenvoer werd het opgewacht door een hele vloot schepen die een eresaluut bracht.

Op 5 oktober 1930 werden de lichamen van de drie expeditieleden door de straten van Stockholm gereden. Hun thuiskomst was een evenement zonder weerga in de Zweedse geschiedenis. De Zweedse koning Gustaf V sprak een ontroerende redevoering uit, en de drie bemanningsleden van de expeditie kregen een indrukwekkende begrafenis. Ze werden gecremeerd en hun as werd samen begraven op het Norra kerkhof van Stockholm.
Later raakte de dweepzucht voor Andree wat bekoeld. In de jaren 1960 viel hij als nationale held van zijn voetstuk en meerdere kritische journalisten omschreven hem als de gevangene van zijn eigen succesvolle fondsenwerving die hem had aangezet tot deze gewaagde expeditie die hem uiteindelijk het leven zou kosten.

Auteur: Stefaan Van Laere

Foto’s: www.seniorennet.be