RECALL SCULPTURE is een tentoonstelling van kleinsculpturen uit de jaren 1950 tot 1970. De werken komen uit de collectie van het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen (KMSKA). Ze werden aangekocht uit de Biënnales die het Middelheimmuseum organiseerde sinds zijn ontstaan.
De 41 kleinsculpturen getuigen van de hernieuwde creatieve en artistieke vrijheid die de naoorlogse kunstenaar ontdekte. Bovendien zijn ze – onder meer door de keuze van onderwerp en materiaal – voorlopers van de hedendaagse kunst. De sculpturen komen in het Middelheimmuseum dan ook thuis op meer dan één manier. Het Middelheimmuseum verwelkomt de tentoonstelling, die kadert in het Dicht maar dichtbij-programma van het KMSKA in afwachting van zijn heropening in 2019. Curator van de tentoonstelling is Greta Van Broeckhoven, conservator 20ste eeuw, KMSKA.

recall sculpture; beeldenparl; Middelheim; Braem Paviljoen

Ode aan de vrijheid
De tentoonstelling RECALL SCULPTURE plaatst het kleinsculptuur centraal, met voorbeelden uit de figuratieve en abstracte kunst van de jaren 1950 tot 1970. In die periode breekt de kunstenaar uit het beklemmende keurslijf van tijdens WOII. Creatieve en artistieke vrijheid zijn het hoogste goed, met een grote verscheidenheid aan materiaal- en onderwerpkeuze als resultaat. Dit in schril contrast met de kunst die in de oorlogsperiode door de overheid aan banden wordt gelegd.
De 41 werken tonen een enorme diversiteit. De kunstenaar wil  tijdloos werk maken, los van elk referentiekader. Of hij reageert net op de samenleving door via kunst de terreur van oorlogsgeweld uit te drukken. De oorlogen in Korea (1950-53), Indochina (1946-54) en Algerije (1954-62) doen niet onder voor de horror van WOII. Onderwerp en eigen gemoedstoestand bepalen techniek en materiaal, keramiek doet zijn intrede, de grenzen tussen twee en drie dimensies vervagen.
Figuratief, abstract of informeel, zwaarbeladen of juist vederlicht, binnen of buiten een stroming, als reactie op de samenleving of net los van elke referentie: de kleinsculpturen van RECALL SCULPTURE zijn ook en vooral een voorbode van hedendaagse kunst. De werken van ondermeer Pietro Consagra (1920-2005), Arnoldo Pomodoro (°1926), Francesco Somaini (1926-2005), Elisabeth Schaar (1908-1975), Bernhard Heiliger (1915-1995) en Marino Marini (1901-1980) komen in het Middelheimmuseum dan ook perfect tot hun recht. En op een manier komen ze er ook voor even weer thuis.

recall sculpture; beeldenparl; Middelheim; Braem Paviljoen

Een oord van ontmoeting
Twee jaar na de allereerste ‘moderne’ openluchttentoonstelling voor beeldhouwkunst in Battersea Park en één jaar na de internationale beeldententoonstelling in park Sonsbeek, opent op 1 juni 1950 in het Antwerpse Middelheimpark de Internationale tentoonstelling van Beeldhouwkunst 1900-1950. In zijn openingsspeech refereert burgemeester Lode Craeybeckx expliciet aan het recente oorlogsverleden van de Middelheimsite: Waar domheid en haat vernielden, hebben werken van de geest, in vele landen geboren, een oord van ontmoeting gevonden. De ambities zijn inderdaad groot: het jaar 1950 wordt immers aangegrepen om een overzicht van een halve eeuw moderne beeldhouwkunst te documenteren. Daarbij moesten zoveel mogelijk stijlen en nationaliteiten aan bod komen.
Tijdens de opening van de tentoonstelling zou de kunstenaar Ossip Zadkine tegen Craeybeckx gezegd hebben: Combien vous sentirez-vous orphelins lorsque toute cette beauté vous aura quitté! Al snel komt het idee de tentoonstelling permanent te maken in de vorm van een publiek openluchtmuseum voor beeldhouwkunst, het eerste ter wereld. Op 6 november 1950, slechts een maand na de sluiting van de tentoonstelling, wordt Craeybeckx’ voorstel door het Antwerpse stadsbestuur goedgekeurd.
Net als bij de tentoonstelling is de ambitie voor het museum groot. Het moest een overzicht bieden van de internationale hedendaagse beeldhouwkunst en daarbij ook aandacht besteden aan de belangrijkste voorlopers uit de late 19de en de vroege 20ste eeuw. Craeybeckx  gaat al snel over tot het leggen van contacten voor de eerste aankopen en ook de komende jaren zou de burgemeester in eigen persoon museum- en atelierbezoeken blijven afleggen en contacten blijven leggen om te collectie uit te breiden.
De succesvolle tentoonstelling van 1950 in het Middelheimpark resulteert niet alleen in het idee van een permanente verzameling, maar doet ook het

recall sculpture; beeldenparl; Middelheim; Braem Paviljoen

plan ontstaan van periodieke presentaties. Deze tweejaarlijkse ‘internationale tentoonstellingen van beeldhouwkunst’ zouden vanaf 1953 bekend worden als de Middelheimbiënnales. De tweejaarlijkse tentoonstellingen moesten een vinger aan de pols van de tijd houden. De laatste Middelheimbiënnale vond plaats in 1989.
Kruisbestuiving
Burgemeester Lode Craeybeckx is ook voorzitter van de raad van beheer van het KMSKA. Samen met Walther Vanbeselaere, hoofdconservator van het KMSKA, wil hij dat het KMSKA na afloop van WOII zijn collectie uitbreidt met hedendaagse kunst, een trend die vele musea op dat moment volgen. Craeybeckx en Vanbeselaere bezoeken in 1950 de Biënnale van Venetië, wat voor beide museumcollecties een bron van inspiratie blijkt te zijn.
Voor het KMSKA zijn ook de Middelheimbiënnales een belangrijke bron van informatie en inspiratie. In de loop van de diverse edities koopt het KMSKA een veertigtal sculpturen van klein formaat. Het museum geeft uit eigen collectie bovendien enkele grote sculpturen in langdurig bruikleen aan het Middelheimmuseum, iconische werken als Het zotte geweld van Rik Wouters en Balzac van Auguste Rodin. Parels die tot op vandaag tot de topstukken van het Middelheimmuseum behoren.
Middelheimmuseum, Middelheimlaan 61, 2020 Antwerpen
www.midelheimmuseum.be
Foto’s: copyright Museum Middelheim