Kunsthandelaar en verzamelaar Philippe Piessens presenteert een opmerkelijke tentoonstelling met een selectie werken van de Pécs Workshop, een neo-avant-garde beweging van kunstenaars actief in Hongarije tussen 1969 en 1980. De vijf kunstenaars die tentoongesteld worden zijn Ferenc Ficzek (1947–1987), Károly Hopp-Halász (1946–2016), Károly Kismányoky (1943–2018), Sándor Pinczehelyi (1946–), Kálmán Szíjártó (1946–) en hun professor Ferenc Lantos (1929-2014). ​In een achterhoek van een vergeten land, aan de “verkeerde” kant van het Ijzeren Gordijn, ontwikkelden deze kunstenaars een praktijk die vooruitziend, langdurig, en strijdlustig was.
Na tentoonstellingen in het Ludwig Museum in Boedapest, Wenen en New York, is dit de eerste keer dat werken van deze beweging getoond worden in België. Met een twintigtal werken in alle media werpt de tentoonstelling licht op een beweging die universeel in zijn ambities en artistieke taal is, maar ook voortkomt uit een specifieke tijd en plaats. Niet alleen toont dit de weerstand en kracht van het maken van kunst, in tijden waar er geen markt is, en geen aanzet om verkoopbare objecten te produceren. Het illustreert ook de strategie van de kunstenaar om zich net onder de radar te bewegen van een onderdrukkend regime.
Pécs, hoewel ver verwijderd van de hoofdstad Boedapest, was een progressieve, cultureel ontwikkelde, en bruisende stad. Kunstenaars zoals Marcel Breuer, Farkas Molnar en Victor Vassarely groeiden hier op. Met deze erfenis van Constructivisme, en Geometrische Abstractie, en de multidisciplinaire geest van het Bauhaus, onderzochten de leden van de Pécs Workshop vorm, kleur, optische effecten en compositie. Onder begeleiding van Ferenc Lantos, de oudste kunstenaar en leraar aan de Hogeschool voor Kunsten, realiseerde de groep een aantal werken op papier, en, belangrijker, een serie kleurrijke schilderijen op glazuurplaat. In samenwerking met de arbeiders van de glazuurplaat fabriek in het nabije Bonyhád, creëerden ze een fascinerende groep werken, waarin een evenwicht werd gevonden tussen lokale traditie en vakmanschap, en de universele ideeën van het hoge modernisme. Verschillenden van deze glazuurplaat werken zullen worden tentoongesteld.
Vanaf 1970 begonnen de jongeren in de groep aan een decennium van conceptuele experimentatie. Ondanks protest van Lantos, lieten ze de gesloten ruimte van de studio achter zich, en verwelkomden ze nieuwe media zoals video, fotografie, en performance. Hiermee refereerden ze naar nieuwe vormen van artistieke expressie die zich op dat moment ontwikkelden in Keulen of New York, en waarover ze mondjesmaat informatie kregen. Ze herinterpreteerden deze ideeën, en maakten hen relevant voor het leven onder het Hongaars Communisme. De vluchtige natuur van land art, door fluxus geïnspireerde acties, en body art, bleek immers heel goed aan te sluiten bij een artistiek klimaat gekenmerkt door geslotenheid (ondanks het verlangen om te vertrekken), de afwezigheid van een kunstmarkt, en censuur door de staat. Hopp-Halasz’ Private Broadcast, een serie foto’s van zijn naakte lichaam, verwrongen in een televisietoestel, bijvoorbeeld, hint naar de dominantie van de staat over de media, maar ook naar de discriminatie op dat moment van zijn homosexualiteit. Sándor Pinczehely’s Weapon of the Proletariat vertaalt dan weer een aantal tropen van het minimalisme, namelijk de ready-made en het gebruik van taal als object, naar een commentaar op het onderdrukkende regime
Philippe Piessens is kunsthandelaar en verzamelaar. Sporadisch organiseert hij in de Begijnenvest in Antwerpen historische tentoonstellingen met kunstenaars wiens werk een belangrijke invloed kende in de kunstgeschiedenis, maar vaak onderbelicht is gebleven in België.

Pecs Workshop: Hongarije’s Parallelle Avant-Garde ​
17 mei 17 – 8 juli, 2018
Open op vrijdag en zaterdag, van 11u tot 18u
Openingsreceptie: 17 mei 2018, 18u-20u30
Begijnenvest 102,
2000 Antwerpen
https://www.philippepiessens.com
Foto’s: Micha Pycke, Club Paradis