De Belg pendelt dagelijks gemiddeld 22 minuten naar het werk. “Maar files en overvolle treinen maken ons niet echt ongelukkig”, zeggen Ann Verhetsel en Toon Zijlstra (UAntwerpen). Zij deden onderzoek naar de ‘pendelpijn’.
Geluksonderzoek zit in de lift. Academici zijn het er over eens dat het een ingewikkelde materie is. Maar dat houdt sommigen niet tegen om verder in de cijfers te duiken. Zo ontrafelde prof. Ann Verhetsel van het Departement Transport en Ruimtelijke Economie van de Universiteit Antwerpen samen met dr. Toon Zijlstra de invloed van het woon-werkverkeer op ons welzijn. “Pendelen is een alledaagse activiteit waar vrij veel tijd wordt aan besteed, maar tot nu toe hadden we slechts twijfelachtige inzichten over de invloed ervan op ons geluk. Velen zien het pendelen als een noodzakelijk kwaad omwille van bijvoorbeeld files of overvolle treinen,  anderen ervaren het pendelen integendeel als aangenaam door bijvoorbeeld de bijhorende ‘me-time’ of plezier van het autorijden of fietsen”, zegt Ann Verhetsel.
Het is een complexe problematiek die verweven is met individuele kenmerken (zoals leeftijd, geslacht, opleidingsniveau), maar ook met de gezinssituatie (partner, kinderen) en werksituatie (werktijden, contract, werksfeer). De gegevens van de Europese enquête naar de arbeidsomstandigheden in 2015 levert de nodige informatie over bijna 30 000 werknemers in loondienst om een analyse naar de pendelpijn te maken.
Turk pendelt het langst
De onderzoekers berekenden eerst de wekelijkse reistijd voor woon-werkverkeer. Kaart 1 toont hoe het gemiddelde per land varieert: rangschikken we de 35 landen uit de studie van langste wekelijkste reistijd naar kortste dan staat België op plaats 9. Gemiddeld pendelt de Belg volgens deze enquête 220 minuten per week, iemand met een doorsnee werkweek van 5 dagen reist dan 22 minuten per woon-werk verplaatsing. Dit komt overeen met recente cijfers uit andere Vlaamse bronnen. In Turkije heeft men met 27 minuten gemiddeld duidelijk de langste verplaatsing, dan volgen Letland, Denemarken en UK met 23 minuten. De Cyprioten met 11,5 minuten, en de Portugezen en Italianen met 13,5 minuten besteden gemiddeld de minste tijd aan woon-werkverplaatsingen.
Welzijn wordt berekend als een cocktail van 15 uitspraken van de werknemers over hun fysieke gezondheid, vermoeidheid en mentale gesteldheid. De onderzoekers houden in hun analyse rekening met 22 andere kenmerken waarvan men weet dat ze een belangrijke invloed hebben op het welzijn, om zo de werkelijke rol van de wekelijkse reistijd te kunnen isoleren. Voor Europa als geheel is er een licht negatief effect van de wekelijkse pendelreistijd op het welbevinden, maar de invloed van leeftijd, geslacht, opleidingsniveau, nachtwerk, overuren, intimidatie en discriminatie op het werk is veel belangrijker.
Pendeltijd verlaagt het welbevinden
Tussen de Europese landen zijn er belangrijke verschillen. Kaart 2 toont de invloed op het algemeen welbevinden van een extra uur wekelijkse pendelreistijd. In alle bestudeerde landen is het verband negatief: bijkomende pendelreistijd verlaagt het welbevinden. In de landen die donkerder rood zijn gekleurd heeft een extra uur pendelen in de week een veel groter negatief effect op het welbevinden dan in de licht gekleurde landen. België staat op plaats 16 van de 35, een uur extra pendelen doet iets meer pijn dan gemiddeld in Europa. De pendelpijn is het laagst in Hongarije, Roemenië, Duitsland en Oostenrijk. Polen, Turken, Zwitsers, Fransen en Spanjaarden zien het meest af bij extra wekelijkse pendelreistijd. Maar de impact van pendel op het welbevinden is dus klein in vergelijking met andere beïnvloedende factoren. Mobiliteitsmaatregelen die de reistijd van en naar het werk doen toenemen, hebben weinig kans op succes, omdat toenemende reistijd het welbevinden toenemend negatief beïnvloed. En zachte mobiliteitscampagnes die gericht zijn op gedragsverandering die reistijdvermindering meebrengt, zoals  het aansporen om dichter bij het werk te gaan wonen met kleine incentives als correcties op registratierechten of via een mobiliteitsbudget, dreigen weinig uit te halen omdat werknemers niet erg gevoelig zijn voor de mogelijke kleine bijdrage ervan tot hun dagelijkse geluk.
Al bij al blijft de tijd beperkt
”Langeafstandspendelaars in spé zouden eens moeten proeven van de reistijd in de spits, voordat ze een nieuw contract tekenen, om zo een realistisch beeld te krijgen van de impact”, legt Toon Zijlstra uit. “Werkgevers kunnen bij aanwerving met een verhuisvergoeding een positieve bijdrage leveren aan een gezond personeelsbestand. De overheid kan deze verhuisvergoeding fiscaal aantrekkelijker maken.”
Ann Verhetsel concludeert: “Al bij al is in België, net als in de meeste Europese landen, de gemiddelde pendelpijn erg beperkt. Openbaar vervoer uitbreiden, stipter en comfortabeler maken, zal de beleving van de pendelreistijd positiever maken. Om de autoreistijd aangenamer te maken, zullen eerder hardere maatregelen zoals bijvoorbeeld rekeningrijden of een betonstop nodig zijn.”

Afbeeldingen: UAntwerpen