De voorbije weken was er, ondanks het mooie weer, weer heel wat persaandacht voor de overstromingsproblematiek in Vlaanderen. Hierbij blijft echter steeds één aspect onderbelicht, namelijk de rol van de individuele burger.
Ondanks het mooie weer van de afgelopen week, was het thema van de Vlaamse overstromingsproblematiek met de betonstop en de aanslepende vernieuwing van de stuwen op de Dender alom tegenwoordig in de media. Het overstromingsverhaal is en blijft een ‘hot’ issue en dat mag ook, want door de klimaatverandering en ons toenemend ruimtebeslag dreigen we ook in de toekomst nog vaak onze voeten nat te maken. In de berichtgeving blijft echter één aspect sterk onderbelicht, namelijk dat van de rol van de individuele burger in de overstromingsproblematiek. De overheid is er zich al langer van bewust dat het overstromingsverhaal niet enkel met protectieve maatregelen (zoals dijken, stuwen, …) kan worden opgelost. Sinds een aantal jaar pleiten de Vlaamse waterbeheerders daarom voor een meerlaagse waterveiligheid, waarbij overstromingsschade via eencombinatie van watertechnische ingrepen, ruimtelijke inrichting en crisisbeheer zoveel mogelijk beperkt wordt. De meerlaagse waterveiligheid richt zich niet enkel op maatregelen die door overheden genomen moeten worden; ook van burgers wordt verwacht dat ze hun steentje bijdragen. Maatregelen die bewoners kunnen treffen om hun eigendom te beschermen zijn legio, denk maar aan het plaatsen van waterdichte schotten en gevelcoatings, terugslagkleppen, etc. Daarenboven kunnen ze ook een handje bijsteken op het moment dat een overstroming zich voordoet, bv. door te assisteren in de coördinatie en logistieke ondersteuning van de hulpdiensten.
Onderzoek toont echter aan dat burgers enkel maatregelen treffen als ze zich niet alleen voldoende bewust zijn van de risico’s die ze lopen, maar daarenboven het gevoel hebben zelf verantwoordelijkheid te dragen om iets aan die risico’s te doen én geloven dat ze daadwerkelijk iets kunnen ondernemen. Uit een enquête in de Dendervallei blijkt dat 72% van de bevraagde bewoners met overstromingservaring zegt maatregelen te hebben genomen. In de meeste gevallen gaat dit over kleine ingrepen, zoals het aanschaffen van zandzakken en waardevolle spullen op een verhoogde locatie opbergen. Slechts 30% gaf aan aanpassingen te hebben doorgevoerd om zijn huis structureel tegen het water te beschermen.
Wanneer gepolst werd naar waarom burgers geen verdere maatregelen troffen, bleken de voornaamste redenen dat men dit een taak van de overheid achtte en dat men niet geloofde zelf iets aan het probleem te kunnen veranderen. Slechts 17,9% van de respondenten dacht dat burgers kunnen helpen om de overstromingsproblematiek op te lossen. Zowel het verantwoordelijkheidsgevoel als het geloof in zelfredzaamheid zijn dus momenteel erg laag.
Ook in de publieke opinie blijft de mogelijke rol van de burger in de overstromingsaanpak in de schaduw staan. Pleidooien voor een bouwverbod duwen de overheid opnieuw in een positie als regisseur, die beslist waar gebouwd kan worden en waar niet. Een bouwverbod voor de zwaarst overstromingsgevoelige gebieden is een welkome maatregel, maar het mag niet impliciet de  boodschap meedragen dat de overheid gebieden zonder bouwverbod dan ook zal beschermen tegen wateroverlast. In de toekomst zullen steeds meer wijken in Vlaanderen te kampen krijgen met overstromingen, ook in gebieden die in het verleden hier zelden of nooit mee te maken hadden. Hier kunnen maatregelen door de bewoners zelf al heel wat schade beperken.
De Vlaamse bevolking is dan ook niet gebaat met een publiek debat dat zijn blik eenzijdig op de overheid richt. Er is nood aan een maatschappelijk ingebed verhaal rond hoe we als maatschappij én als individuele burgers in onze ruimtelijke ontwikkeling omgaan met het watersysteem. Het beheren van overstromingsrisico’s is immers een gedeelde verantwoordelijkheid van iedereen die onze ruimtelijke structuur maakt tot wat ze vandaag is (en morgen zal zijn): ruimtelijk planners, bewoners, projectontwikkelaars, architecten, enzovoort. Hoog tijd dus dat ook de publieke opinie zijn ogen opent voor alle aspecten van de meerlaagse waterveiligheid.
De voorbije jaren namen Barbara Tempels (UGent)(L) en Hannelore Mees (UAntwerpen)(R) de overstromingsproblematiek langs de Dender onder de loep in hun doctoraatsonderzoek, en onderzochten daarbij hoe burgers nauwer betrokken kunnen worden in de aanpak van de wateroverlast. Barbara Tempels onderzocht hoe bewoners uit het overstromingsgevoelig Denderbekken naar de waterproblematiek kijken door middel van een enquête-onderzoek. Hannelore Mees ging op haar beurt na hoe het beleid bewoners kan ondersteunen om een rol op te nemen in het beheren van overstromingsrisico’s.
Barbara Tempels behaalde op 5 december 2016 de graad van Doctor in de stedenbouw en ruimtelijke planning. Hannelore Mees kreeg op 29 maart 2017 de graad van Doctor in de sociologie toegekend.