Het voorbije jaar rukten mondmaskers razendsnel op in ons dagelijks leven. Zo konden ze op een vernieuwde, hedendaagse waardering rekenen, aangezien ze een dubbele rol vervullen als bescherming en modeaccessoire. Omdat mondmaskers een rode draad vormen doorheen de voorbije eeuwen, zal een terugblik op verschillende sleutelmomenten uit de geschiedenis heel wat onthullen over dit gebruiksvoorwerp en zowel de moeilijkheden als de mogelijkheden ervan belichten.

DERTIENDE EEUW: DE ADEM INHOUDEN
De eerste sporen van mondbedekking dateren uit de dertiende eeuw en werden neergepend door koopman en schrijver Marco Polo. Er werd gezegd dat de bedienden van de keizer ten tijde van de Yuan-dynastie in China (1279-1368) zijden sjaals droegen om hun mond en neus te bedekken zodat hun adem de smaak en geur van de maaltijden niet kon aantasten.

HET CARNAVAL VAN VENETIË: EEN IDENTITEITSWISSEL
Venetiaanse maskers, verre van een medisch hulpmiddel, vormen een tweede gedocumenteerd voorbeeld. Tijdens het Carnaval van Venetië – hoogstwaarschijnlijk ingehuldigd in 1162 – boden maskers dragers de vrijheid om buiten de lijntjes te kleuren en zich uit te leven zonder beoordeeld te worden. Maskers verborgen je identiteit gedeeltelijk of volledig en zetten zo de deur open voor allerlei uitbundig en wellustig gedrag. Vermommingen waren bedoeld om de realiteit een hak te zetten en wakkerden het culturele denken aan. Tijdens de val van de Republiek Venetië in 1797 door toedoen van Napoleon Bonaparte was het strikt verboden om maskers te dragen in het dagelijks leven als reactie op wat geheimen en misleiding zouden kunnen betekenen.

ZESTIENDE EEUW: EEN BLEKE HUID BEHOUDEN
De zestiende-eeuwse maskers bedekten het volledige gelaat, waren vervaardigd uit leder, donker fluweel of zijde en beschermden vrouwen tegen zonnebrand. Maskers waren zowel functioneel als esthetisch en strookten met de algemene overtuiging dat een bleke huid stond voor morele zuiverheid, rijkdom en verfijndheid. Daardoor versterkten ze de geldende schoonheidsidealen.

ZEVENTIENDE EEUW: HET INDRUKWEKKENDE SYMBOOL VAN DE PESTEPIDEMIE
Middenin de zeventiende eeuw werd het “antipestkostuum” uitgevonden. Dat vond ingang bij tal van dokters om te voorkomen dat besmettelijke patiënten de pest op hen overdroegen tijdens de verwoestende epidemie. Dokter Charles de Lorme beschreef het masker als een “30 cm lange neus in de vorm van een snavel, gevuld met parfum en met slechts twee gaten, eentje aan elke kant van de neusgaten”. In de negentiende eeuw moest de miasmatheorie – het geloof dat ervan uitging dat schadelijke luchtdeeltjes de oorzaak vormden van de meeste uitbraken van epidemieën – plaats ruimen voor de kiemtheorie die ons hedendaags inzicht in geneeskunde vormgaf. Vandaag de dag vindt het beeld van de van top tot teen bedekte pestdokters weerklank als een symbool en verschrikking uit het verleden. Het herinnert ons aan de achterhaalde medische inzichten en praktijken uit die duistere periode.

1918: EEN NIEUWE PLAAG GAAT HAND IN HAND MET EEN EERSTE DEMOCRATISERING
In de twintigste eeuw, in 1918 om precies te zijn, moest de wereld het meedogenloze influenzavirus het hoofd bieden. Die pandemie staat ook wel bekend als de Spaanse griep. De kiemtheorie had toen al een perspectiefwissel teweeggebracht en droeg bij aan nieuwe hygiënemaatregelen tegen besmettelijke ziektes. Zo was de mondmaskerdracht wijdverspreid onder het medisch personeel en droeg, opvallend genoeg, ook het volk voor het eerst maskers in de openbare ruimte. Er was namelijk aangetoond dat maskers evenveel bescherming boden tegen de verspreiding van de ziekte als tegen een besmetting. Tal van overheidscampagnes – voornamelijk in de Verenigde Staten – moedigden de bevolking aan om hun verantwoordelijkheid op te nemen en een masker te dragen. Op tramdeuren stond de boodschap “Draag een masker of ga naar de gevangenis” te lezen als dreigement aan het adres van al wie lak had aan het masker.

DE EVOLUTIE VAN ZIJDE NAAR SYNTHETISCHE STOF – EN NU TERUG NAAR (T)AF?
In 1918 beweerden medische onderzoekers in het Journal of the American Medical Association dat “een masker meermaals mag worden gewassen en oneindig kan worden gebruikt”, aangezien het niet meer was dan laagjes gaasdoek en katoen. Vanaf de jaren zestig bleek echter dat synthetisch materiaal beter werkte, waardoor wegwerpmaskers de norm werden, voornamelijk omdat die stoffen geen tweede keer konden worden gesteriliseerd. Tijdens de naoorlogse hoogconjunctuur kreeg de consumptiecultuur ook in de medische wereld de bovenhand, in 1955 door LIFE Magazine “Throwaway Living” gedoopt. Een wegwerpmaatschappij dus.
In 2020 werden chirurgische mondmaskers het symbool van de dystopie die we samen meemaakten en veroverden ze hun plek in de modewereld. Iedereen wilde opnieuw herbruikbare mondmaskers, in de lijn van de algemene tendens om het tij van fast fashion te doen keren en minder weg te werpen. Tal van modeontwerpers sprongen op de kar en gingen met die vraag aan de slag. Mondmaskers worden waarschijnlijk de nieuwste modester aan het firmament en zullen ook de komende jaren hun plek in de modewereld blijven opeisen. Dat belooft alvast een interessante kijk op de geschiedenis van mondmaskers. Een evolutie om in het oog te houden.

Foto top: Mondmasker geschonken door A.F Vandevorst

Foto midden: De Ridotto geschilderd door Francesco Guardi

Foto rechts: Een 17e eeuwse arts die een pest preventieve masker draagt

Foto’s: www.momu.be