Contratenor Korneel Van Neste (foto top) en luitist Justin Glaie (foto tekst) selecteerden enkele parels uit de Engelse vocale muziek, met werken van John Danyel en John Dowland. In 1597 publiceerde John Dowland een boek met luitliederen dat zou uitgroeien tot een baken in de geschiedenis van het Engelse lied. Op het continent waren dergelijke verfijnde werken voor solozang en luit al vanaf de vroege 15de eeuw gangbaar, maar het genre was tot dan toe aan Engeland voorbij getrokken, als we afgaan op de meer eenvoudige voorbeelden die in de tijd vóór Dowland werden neergepend.

Dowland onderscheidt zich van zijn collega’s omwille van zijn duidelijke gevoel voor melodie, zijn talent om uitstekende teksten te kiezen of zelfs te schrijven, de finesse en het muzikale belang van zijn luitbegeleidingen, het frequente gebruik van dansvormen, zijn bewerkingen van bekende luitsolo’s en zijn zoektocht naar recitatiefachtige texturen. Dit zijn maar enkele kenmerken die de moderne luisteraar zullen treffen. Tudor-luisteraars beleefden met de publicatie van Dowlands Firste Booke of Songes een muzikaal event van formaat dat de opmaat bleek voor een nieuw en extreem populair genre. Het Firste Booke of Songes werd vijfmaal opnieuw gedrukt en Dowland bracht nóg drie liedbundels uit, naast bijdragen aan andere drukken. Bovendien zouden de Londense persen 25 jaar lang een stortvloed aan luitliedboeken produceren: componisten als Thomas Campion en Robert Jones schreven verschillende verzamelingen, terwijl anderen zoals Alfonso Ferrabosco, John Danyel, Francis Pilkington en Thomas Morley elk één boek schreven. Toen in 1622 de laatste publicatie van het genre het licht zag, geschreven door John Attey, was het luitlied een stralend hoogtepunt in een muzikaal toch al rijke periode.

Een werk voor luit solo brengt ons naar Italië, waar het repertoire voor dat snaarinstrument al in de vroege 16de eeuw een grote bloei kende. Francesco da Milano was een van de sterren aan het firmament, en vertoefde een groot deel van zijn leven aan het pauselijke hof in het Vaticaan. Hij werd geprezen voor zijn improvisaties, en zijn Fantasia is wellicht het neergeschreven resultaat van zijn fantasierijke muzikale genie.
Dit project kwam tot stand dankzij de giften van vele muziekliefhebbers aan het ‘Steunfonds voor jonge Belgische artiesten’ van AMUZ. 
 
Praktisch
Online beschikbaar vanaf zaterdag 23 januari 2021, 10.00.

Foto’s: www.amuz.be