Die Zauberflöte – een subliem sprookje dat vrij schommelt tussen aardse komedie en nobel mysticisme – werd geschreven voor een theater dat zich net buiten Wenen bevindt. Het was duidelijk de bedoeling om toeschouwers van elke rang en stand aan te trekken. Het verhaal wordt verteld in Singspielstijl, dat wordt gekenmerkt door aparte muzikale nummers die met elkaar verbonden zijn door dialogen en handelingen op het podium. Het is een uitstekende structuur om te navigeren tussen de verschillende gemoedstoestanden – van plechtig tot luchthartig – van het verhaal en de muziek. De componist en de librettist waren beiden vrijmetselaars – het genootschap waarvan de leden samenhangen door gezamenlijke morele en metafysische idealen – en doorheen het werk wordt beeldspraak gebruikt met betrekking tot de vrijmetselaars. Het verhaal daarentegen, is zo universeel als elk ander sprookje.
Www.kinepolis.be