Dat we een raar jaar beleven, is een understatement. Veel kwesties worden op scherp gesteld. Zoals de vraag hoe kunst en kunstmusea kunnen bijdragen aan het psychische welbevinden van mensen. Of zelfs van een samenleving. ZAAL Z sprak met Patrick Allegaert en Bart Marius, voormalig en huidig artistiek leider van het Museum Dr. Guislain in Gent. 

De huidige crisistijd blijkt ook een psychische crisis te zijn voor een groot aantal mensen, als de berichten over depressies, angsten, eenzaamheid enzovoort kloppen. Wat kan de betekenis van kunst zijn in een samenleving die zo’n crisis doormaakt? Moeten we doen zoals de Amerikaanse president Roosevelt in de jaren 1930: als overheid kunstenaars inzetten tijdens de Grote Depressie om hun talent en tijd ter beschikking te stellen van de depressieve gemeenschap?

Patrick Allegaert: “Een interessante maar erg moeilijke vraag. En zoiets bewijzen is natuurlijk lastig: dit is geen wiskunde. Maar heel in het algemeen gezegd: in perioden van crisis en verdriet heb je verbeelding nodig, daar ben ik echt van overtuigd. En als er mensen zijn die de verbeelding prikkelen en triggeren, dan zijn het wel kunstenaars. Kunst zorgt voor verbeelding.
 
Maar kunstenaars in dienst van de overheid? Hm, onze samenleving is toch heel anders georganiseerd. Er is bij ons een wijdverspreid netwerk van organisaties die bezig zijn met de verspreiding van kunst. En gelukkig zie ik bij veel van die organisaties, ook bij musea, een reflex om aan de kunstenaars te denken, want velen van hen hebben het ook zeer moeilijk nu. Ik vind dat eigenlijk wel geruststellend.”

Opvrolijken
Tegelijk zitten we sinds enkele decennia meer en meer met een telcultuur, ook in museumland. Bezoekerscijfers primeren voor het beleid. Is het wezenlijke effect van kunst niet juist onmeetbaar? Kan dit moment een gamechanger worden wat dat betreft?
Bart Marius: “Ik geef een voorbeeld uit ons eigen huis. Wij hebben een gemeenschapsproject, onder meer met mensen uit onze eigen buurt hier, over thema’s als eenzaamheid en rouw. Daar doen zes of zeven mensen aan mee. Dat bereik is dus gigantisch klein, maar de impact op dat groepje mensen is groot. Het groepje blijft bestaan, spreekt met elkaar af, bezoekt andere musea… Ik mag hopen dat men projecten als dit stilaan ook meetelt…”
 
Patrick Allegaert: “De intrinsieke waarde van musea moet opnieuw belangrijker worden, niet alleen het dwangmatige denken over aantallen, waar de jongste tijd een enorme focus op viel. Je kunt echt niet alleen in economische of toeristische termen spreken over iets cultureels.”

Meerstemmig
Als we het dan eens zijn dat de rol van kunstmusea aan het veranderen is, ook na en door corona: hoe moet ik mij dat dan voorstellen? Van overvolle blockbusterruimtes naar stille yogaplekken?
Patrick Allegaert: “Je voelt bij musea dat er wordt nagedacht, bijvoorbeeld over de vraag hoe ze kunnen samenwerken met podiumkunsten, muziek, beeldende kunsten, onder meer ook om kunstenaars te ondersteunen. En je merkt dat de kunsten zich meer en meer naar de samenleving richten. Die twee bewegingen kunnen elkaar versterken.’
 
Bart Marius: “Wij werken al jaren samen met instellingen in de psychiatrie en jeugdzorg. Specifiek in de coronatijd, toen zeker die instellingen hermetisch dichtgingen, rees de vraag bij hun directies om toch met kunst te kunnen blijven werken. We hebben dan kunstenaars in contact gebracht met hen en hun bewoners. Zo zijn er dialogen gegroeid, ook zonder dat er sprake was van een tentoonstelling of presentatie. De resultaten van het project worden duidelijk: het heeft veel teweeggebracht. Door corona kreeg het een boost. Bewoners gingen plots naar creatieve ateliers en spraken over problemen waar ze het in andere contexten niet over hebben. Het doel was niet therapeutisch, wel een artistieke dialoog.”

Slotvraag: kan het beleven van kunst, ook oude kunst, helend zijn: ‘Kom naar ons en je zult je beter voelen?’ Onderzoeken jullie dat voor het eigen museum?
Patrick Allegaert: “Het is natuurlijk ingewikkelder dan dat. Wij gaan nooit zeggen dat wij het grote antidepressiecentrum zijn, dat zou een deprimerende gedachte zijn. Ik denk dan aan de mode van de lachsessies, waar ik zo triest van word. Je moet daar fijnzinnig mee proberen om te gaan. In elk geval, in mijn leven is kunst ontzettend belangrijk geweest. We horen dat ook vaak van onze bezoekers, maar voor echt onderzoek daarnaar ontbreken de middelen.”
 
Bart Marius: “De vraag naar de werking van kunst is natuurlijk eeuwenoud. Iemand als Dirk De Wachter is helemaal overtuigd van het belang van kunst in de psychiatrie. Als psychiater heeft hij kunst nodig. Het thema zal het komende jaar in de belangstelling staan: Bozar zet zijn hele seizoen in het teken van kunst en fysieke en mentale gezondheid. Dat was overigens al vóór corona gepland. De tentoonstelling Danser brut, die we samen organiseren op de twee plekken, wordt normaal gezien het startschot.’ Van 24 september 2020 tot 10 januari 2021 in Bozar (Brussel) en Museum Dr. Guislain (Gent)

Tekst: Patrick De Rynck

Foto: www.kmska.be