Jongeren geloven heel erg in onderwijs als hefboom om vooruit te komen in het leven. Dat blijkt uit onderzoek van de Universiteit Antwerpen, uitgevoerd in het kader van een Europees project. Dat geloof is een belangrijke beschermende factor tegen vroegtijdig schoolverlaten. “Sterk inzetten op studiekeuzebegeleiding, een duidelijk kader qua discipline schetsen en pestgedrag aanpakken, zijn succesfactoren”, aldus de onderzoekers. Met het project RESL.eu (Reducing Early School Leaving in Europe) wilde Europa inzicht krijgen in de complexiteit van de oorzaken en verscheidenheid aan mogelijke maatregelen ter bestrijding van vroegtijdig schoolverlaten. Het onderzoek werd vijf jaar lang uitgevoerd in negen Europese lidstaten, en werd gecoördineerd door de onderzoeksgroep CeMIS (Centrum voor Migratie en Interculturele Studies) van de Universiteit Antwerpen. De cijfers die het Vlaams Actieplan Samen tegen Schooluitval al enkele jaren verzamelt, geven een algemeen beeld over de achtergrond- en loopbaankenmerken die het risico op vroegtijdig schoolverlaten verhogen. “Maar ze bieden weinig inzicht in de achterliggende processen die ertoe leiden dat zovele jongeren in onze Vlaamse grootsteden het onderwijs vroegtijdig verlaten”, stelt prof. Chris Timmerman (UAntwerpen). “Daarnaast krijgen deze cijfers weinig vat op het feit dat schooluitval voor vele leerlingen niet het eindpunt van hun onderwijsloopbaan betekent. Heel wat jongeren pikken de draad terug op, vaak via alternatieve – meer flexibele – onderwijstrajecten buiten het voltijds secundair onderwijs.”
Antwerpse en Gentse leerlingen
In ons land werden 3600 leerlingen uit relatief kwetsbare scholen in Antwerpen en Gent bevraagd voor RESL.eu. Enkele opvallende cijfers uit die bevraging:

–         90% van de jongeren is het minstens eens met de stelling: “Een goede opleiding volgen is de beste manier om vooruit te komen in het leven.”
–         91% van de jongeren is het minstens eens met de stelling: “Mijn ouders geloven dat onderwijs belangrijk is om succesvol te zijn in het leven.”
–         70% van de jongeren is het minstens eens met de stelling: “Mijn leerkrachten proberen me te helpen om het goed te doen op school.”
–         72% van de jongeren is het minstens eens met de stelling: “Mijn vrienden vinden het belangrijk om goede resultaten te behalen op school.”
–         81% van de jongeren is het minstens eens met de stelling: “Mijn vrienden vinden het belangrijk om een diploma secundair onderwijs te behalen.”

Volgens de onderzoekers is vooral het geloof in het belang van onderwijs voor iemands toekomst een belangrijk positief signaal. “Dat leren we onder meer uit de interviews”, vertelt Lore Van Praag, coördinator van het project. “Bij sociaal kwetsbare leerlingen stijgt de populariteit van het tweedekansonderwijs. Dit bewijst duidelijk dat jongeren wel belang hechten aan onderwijs, maar dat het reguliere onderwijs vaak niet het juiste antwoord in huis heeft.”
Zittenblijven en van school veranderen
Uit de studie blijkt dat de Antwerpse en Gentse jongeren vaak naar de opgelopen onderwijsachterstand (zittenblijven) en naar het veelvuldig (moeten) veranderen van school verwijzen om vroegtijdig te stoppen met school. Van Praag: “Die vaststelling kunnen we linken uit wat we reeds weten uit vroeger onderzoek over het Vlaamse onderwijs: het vele zittenblijven, de vroege studieoriëntering en de daarmee verbonden sociale segregatie.”
In heel Europa constateerden de wetenschappers dat enkele factoren een belangrijke rol kunnen spelen in het vermijden van vroegtijdig schoolverlaten. Sterk investeren in studiekeuzebegeleiding, een duidelijk kader schetsen wat betreft discipline en het aanpakken van pestgedrag, lijken het meeste succes te boeken in het bevorderen van de schoolbetrokkenheid van leerlingen. Goede leerling-leerkrachtrelaties zijn hierbij van fundamenteel belang.
Die ene leerkracht en het stigma
“Meerdere jongeren verwezen tijdens het interview naar die ene leerkracht, die voor hen het verschil had gemaakt. Dit toont aan dat het onderwijssysteem vaak nog onvoldoende in staat is om ervoor te zorgen dat jongeren niet afhankelijk zijn van ‘die ene leerkracht’”, zegt Van Praag. De Antwerpse sociologen pleiten voor een meer studentgerichte en flexibele aanpak in het onderwijs, die tegemoet komt aan de negatieve gevolgen van systeemkenmerken zoals zittenblijven en de rigide structuur van onderwijsvormen in het secundair, maar ook aan de vele hindernissen die jongeren in hun persoonlijke leefomgeving ervaren. “Het succes van alternatieve leeromgevingen, zoals (modulair opgebouwd) tweedekansonderwijs en leervormen met een groot aandeel werkplekleren, zit hem vaak net in de grotere mate van flexibiliteit waarmee deze onderwijsinstellingen zich kunnen aanpassen aan de behoeften van (kwetsbare) leerlingen”, besluit medecoördinator Noel Clycq. “Die onderwijsvormen dragen al te vaak een stigma met zich mee, maar ze stellen jongeren in staat om hun onderwijsloopbaan verder te zetten of terug op te pikken. Het regulier secundair onderwijs en de alternatieve leeromgevingen kunnen zich dus laten inspireren door elkaars werkwijzen.”
Op woensdag 24 januari vond de slotsessie van het RESL.eu-project plaats op de Stadscampus van de Universiteit Antwerpen.