Naar aanleiding van de overhandiging van de Lierse Vlaaikes aan gouverneur Berx, construeerde dichter Tom Marien een warme ode aan de Lierse bakkers.

dag waarde warme bakker
met je gist en je meel
je appelkoekjes met kaneel
en je zeven granen zonnebloempit lang galetten klein grof wit
dag warme broodjesmakker van je lakker lakker lakker
met je sjoekes en tompoeskes
ik groet je omdat het een zoete ochtend is

ség wa sto dien tist
‘ier zoe te zwanze
ik gon die kwast agâkes zan broet gaive
ieder oem toer duurt al lank genoeg

voor mij een klein lang licht gesneden
een koffiekoek met chocola en eentje met rozijnen
-nee niet die lange doe maar rond-
en olala ook zo één cirkelvormig bruin gebakje
van je smikkel smukkel smakje

ség bitskoemmer
da noeme zier een liers vlaai-ke
-weulle klappe van vlôkes mor soit-
en dor kunde goe van nor de koer gon
wha ha ha

ach zo heet dit kleinood lierse vlaai te zijn
zo bescheiden van formaat en toch
geurt de bruine kleur naar de zoetekoek van vannacht
ik dacht al zo daarnet
toen ik binnen kwam gekletterd
met mijn lege tas vol lange letters
wat is dat pygmeegebak
dat denkt zo vol en rond te zijn
wat is dat innieminnie vormpje
dat kruidig ruikt en net niet onder de toogtafel duikt

ge mut dor ni over ston zeike
ge mut da in awe frak slage menier de powéét
wa hémme wet toch zoe druk druk druk

mmmmmmmmmmmmm
oeeeeeeeeeeeeeh
aaaaaaaaaaaaah

oh la la la laaaaaaaaaaaaaaah

‘t smokt menier pesies nogal goe
wétte dor stééke weulle der tien van in ne rol
én plakke dattie doen och nondedjol

ooh gij kop’ren vlaai gij maakt mij
links en rechts en laag en high
gij doet mij krekel kraaien suskewieten
gij doet mij bloemekes zaaien planten gieten
alsof er na de laatste hap
geen nete meer zal stromen

ség menier

mijn beste warme broodjesrakker

ség bitskoemmer

geef mij al uw decimale rollen

èj paljas!

ik denk dat ik vanaf vandaag

menier de powéét ge mut wél nog afdokke hé

het rijmen laat voor wat het is

bon de volgendeeeeeh

zonder bruingebakken woorden
zal ik niet minder liever leven

én ver madam

maar zonder vlaaike bij elk toekomstig krieken
zag ik wellicht mijn laatste ochtendgloren

wa magget zén ver madam