Heb jij het al gezien? De gevelstelling aan de kant van de Schildersstraat is weg. En wat een metamorfose! Door de grondige reiniging zie je nu opnieuw de oorspronkelijke kleur van de steensoort.

Sinds april 2018 staan de museumgevels in de stellingen. Architectenbureau Karel Breda, gespecialiseerd in restauratie van gebouwen, neemt het gebouw minutieus onder handen. Zij reinigen, conserveren en herstellen de gevels waar nodig.
Karel Breda voltooide de restauratie van de museumgevel aan de kant van de Schildersstraat en brak de steigers aan deze gevel af. Resultaat: een schitterende gevel in lichtroze en -gele tinten met gerestaureerde sculpturen.
Het gebouw zag er vrij grijs en eentonig uit. Maar dit was oorspronkelijk niet het geval. In 1890, bij de bouw van het museum, gebruikten ze verschillende steensoorten. Zo is de sokkel van het hele gebouw bekleed met blauwe hardsteen (arduin) en zijn de meeste beelden van een lichtroze Franse Euvillesteen.

Indrukwekkende 19de– eeuwse sculpturen sieren de gevels van het museum. Hoe en wanneer kwamen de beelden daar terecht? En wie of wat stellen ze voor? De sculpturen geven hun geheimen prijs.
Als in 1890 het museum de deuren opent, zijn de gevels nog kaal. Het hele programma van het beeldhouwwerk moet nog worden uitgevoerd. Tussen 1891 en 1896 werken 22 beeldhouwers aan de friezen, bustes, borstbeelden, medaillons en andere sculpturen. De architecten, Jean Jacques Winders en Frans Van Dijk, hadden alles op voorhand vastgelegd: maten, soorten steen, profielen,…
Vier monumentale, vrijstaande vrouwenfiguren op de gevel boven de kroonlijst stellen de grote kunstdisciplines voor: architectuur, schilderkunst, beeldhouwkunst en grafiek. Zij worden geflankeerd door zeven medaillons met daarin de borstbeelden van zeven roemrijke kunstenaars die deze disciplines beoefenden, waaronder Van Eyck, Rubens en Metsijs. Op het balkon (of de loggia) prijken tegen een rode achtergrond de borstbeelden van weer negen andere kunstenaars, opnieuw grote namen zoals Michelangelo, Rafaël, Velázquez en Rembrandt. Bovenop de museumgevel staan de tweespannen met de beroemde paarden van Thomas Vinçotte. Die worden er pas in 1905 op getakeld.
Lege sokkels
Op de hoge sokkels voor de frontgevel waren nog twee beelden gepland, ontworpen door de beeldhouwers Mignon en Fabri. Uiteindelijk werd er maar één goedgekeurd en afgewerkt. Dat beeld van Léon Mignon werd vervolgens verplaatst naar de achtertuin. Zo komt het dat de twee sokkels naast de ingangstrappen sinds 1890 nutteloos hoog en leeg zijn. Nog in 1896 vragen de architecten daarom aan de bevoegde museumdirectie om ze te verlagen. Tevergeefs.
Allegorische vrouwen
Op de twee zijgevels prijken tussen de rondboogvensters allegorische vrouwen die periodes uit de kunstgeschiedenis voorstellen: het gaat van de Egyptische, Griekse en Romeinse, over de Arabische en Byzantijnse, naar de gotische, Vlaamse en eigentijdse kunst. Bovenaan tegen de kroonlijsten werkt men friezen met guirlandes uit. Aan de achtergevel tot slot komen een grote poort, halfzuilen van Ionische orde en een stadswapen.
Het hele programma met zijn tientallen sculpturen beantwoordde aan een in de 19de eeuw geijkt eisenpakket: het moest de glorie van het kunstverleden uitstralen. En dat deed het ook, met klasse.

Foto’s: www.hetnieuwemuseum.be