Net zoals Coca-Cola, penicilline…enz. is gefermenteerd druivensap een toevallige ontdekking. Men gaat ervan uit dat de ontdekking van wijn er per ongeluk is gekomen doordat druivensap zou zijn vergist in een kuip (?). De geschiedenis leert ons dat wijn, na water, één van de oudste gekende dranken is. Er zijn in de Kaukasus resten van wijngaarden teruggevonden die tot 7000 jaar teruggaan. Het probleem in de ‘Oude Tijden’ stelde zich hoe men wijn bewaarde en vervoerde. De eerste wijnen werden in zakken  van dierenhuiden van schaap, geit of rund bewaard. Het is pas rond 3000 vóór Christus dat het eerste glas werd ontworpen in Syrië. De techniek van glasblazen werd beter ontwikkeld door de ‘Oude Romeinen’ rond 1730 vóór Christus. Voor het bewaren en transporteren werden amforen gebruikt doordat glas destijds té breekbaar was.

 

Men neemt dus aan dat voor het eerst de deugd van het drinken van gefermenteerd druivensap moet geplaatst worden in het Mesolithicum (Oude Steentijd). Het gefermenteerde vocht werd gedurende enkele dagen, hoogstens enkele weken eenvoudig in rotsholten bewaard. De eerste echte innovatie van bewaren en vervoeren van vloeistof was door het gebruik van zoogdierhuiden. Geitenleer was de beste houder wat blijkt uit tekeningen naar modellen die voorkomen op oude Griekse afbeeldingen. Er zijn ook aantekeningen dat de oudste bekende vloeistoffen zoals water, melk, de eerste gefermenteerde dranken gemaakt van granen (proto-bieren), oliën en ook wijnen werden bewaard en vervoerd in huiden van herten, paardachtigen, kamelen, runderen, schapen, geiten en varkens… .

De kunst was dan ook de dieren zo goed mogelijk te villen. De gemakkelijkste huiden om te drogen onder het zonlicht, te naaien en te dragen op de schouder waren geitenhuiden die goed waterdicht waren. Het dier werd dan ook al lang in verband gebracht met de geschiedenis van de wijn. Deze traditie is verrassend genoeg niet uitgestorven: in het Baskenland in de Spaanse Pyreneeën worden zakken, gemaakt van geitenleer nog steeds verkocht aan toeristen en bergwandelaars. Van de Romeinse Oudheid tot aan het Spanje van Franco werd het gebruik van wijnzakken voor vervoer in de bergen simpelweg regelmatig gebruikt omdat het veiliger was dan vervoer van vloeibaar in vaten of glazen flessen. Transport van wijn heeft dus zeven millennia deze methode gekend.

 

WEETJES !

Franse beeldhouwer Clodion (1738-1814) – geboren te Nancy en overleden te Parijs. – lid van de vereniging ‘Academie Royale de Peinture et de Sculpture (Parijs)-mythologisch wezen dat drinkt uit een met wijn gevulde op de schouder gedragen geitenzak.

Evangelie van Mattheus (9,17)

(17) ‘ Noch doet men nieuwe wijn in oude leder zakken; anders zo barsten de leder zakken, en de wijn wordt uitgestort, en de leder zakken verderven, maar men doet nieuwen wijn in nieuwe leder zakken, en beide te zamen worden gehouden’

Betekenis: Wijn werd in ‘Jezus’ dagen bewaard in leren wijnzakken. Zo moet ook het onderwijs van Jezus, dat hij vergelijkt met jonge wijn, bewaard worden in een wijnzak. Met de wijnzak bedoelt ‘Jezus’ een mens die bereid is zijn onderwijs als jonge wijn te ontvangen.

Een wijnzak in die tijd was gemaakt van een geitenvel. Deze is eerst flexibel en soepel. Na verloop van tijd wordt de zak harder en minder flexibel en is de rek eruit. Jonge wijn gaat nadat het in de zak is gedaan door met fermenteren. Daardoor komt koolstofdioxide vrij en zet de zak uit. Een oude zak die niet meer elastisch is kan dan scheuren en dan gaan zowel de zak als de wijn verloren.

Spreekwoord: oude wijn in nieuwe zakken

door de vorm, de uitvoering lijkt dat iets nieuws, maar het is precies hetzelfde gebleven.

Georges De Smaele, wijncriticus.