Luc Tayart de Borms heeft de Koning Boudewijnstichting helpen transformeren tijdens zijn 27 jaar als Afgevaardigd Bestuurder. Nu hij op 1 mei afscheid neemt, staat hij stil bij de veranderingen maar ook bij wat hetzelfde blijft in een instelling die risico en innovatie omarmt – en resoluut de dingen anders doet.

COVID-19, overstromingen, de oorlog in Oekraïne… Moeten filantropische stichtingen tegenwoordig crisismanagers zijn?
“Wij laten onze agenda niet bepalen door de kranten! Onze rol is om een zekere afstand te bewaren en de dingen structureler te bekijken. Ik heb veel crisissen meegemaakt – hier spreekt de ouwe man in me! – en hoe dramatisch dingen ook lijken te zijn, ze verdwijnen weer uit het nieuws. Maar het is niet omdat de media erover zwijgen dat het niet belangrijk is. Neem de Balkan. Er is nu veel minder aandacht voor die regio dan toen wij daar in de jaren negentig begonnen te werken en toch is er nog niets opgelost. Daarom zijn we nog steeds daar.”

Een langetermijnvisie is dus prioritair?
“Stichtingen hoeven geen verkiezingen te winnen. We zijn niet beursgenoteerd. We kunnen er dus een langetermijnvisie op na houden. De uitdaging bestaat erin om op de korte termijn relevant te zijn en op de langere termijn impact te hebben. We werken bijvoorbeeld al tien jaar rond het thema dementie, maar we kunnen niet uitsluitend daarop focussen en ondertussen covid negeren. Ik denk dat we een evenwicht gevonden hebben: programma’s beheren op de lange termijn – voor dementie of armoede in België bijvoorbeeld – en toch ook onze rol spelen wanneer de samenleving met crisissen geconfronteerd wordt. We zijn geen humanitaire organisatie, maar we kunnen bij een crisis wel iets doen, vooral door filantropen te helpen doneren aan wie kan helpen.”

U hebt van meer internationale samenwerking een prioriteit gemaakt. Waarom?
“Problemen in België zijn verweven met ontwikkelingen in het buitenland. Dat hebben we de laatste jaren heel duidelijk gezien. Ik vond het belachelijk dat Europese ngo’s voor Europese kwesties zes of zeven stichtingen moesten aanschrijven om geld te krijgen. Met het Network of European Foundations, Transnational Giving Europe en sinds vorig jaar wereldwijd, met Myriad, hebben we deze processen vereenvoudigd. Het was niet altijd gemakkelijk. Niet iedereen zat op dezelfde golflengte. Maar op een gegeven moment moest ik stoppen met praten en gewoon doen! Ik ben er best trots op dat we nu samenwerken.”

Vond u het belangrijk om de KBS internationaal meer in de kijker te laten lopen?
“We boksen boven ons gewicht. We waren – en zijn nog steeds – een bescheiden, kleinere stichting, en dat heeft ons creatief en innovatief gemaakt. Toen ik me intensiever ging bezighouden met onze internationale partners, deed ik dat niet om onze bekendheid te vergroten, maar omdat ik op zoek was naar goede ideeën – ik geloof veel meer in imitatie dan in innovatie! Een fijn neveneffect was dat we zo ook de Stichting op de kaart hebben gezet, in Europa en internationaal.”

“We zijn van 77 miljoen euro naar ongeveer anderhalf miljard gegaan. Als ik een bedrijfsleider was geweest, dan had me dat mooie bonussen opgeleverd! Maar het is natuurlijk de verdienste van een heel team. We hebben dat bereikt door anders te zijn. Veel instellingen richten zich op zeer vermogende particulieren, wij kijken naar de middenklasse, wij richten ons op kleinere legaten, waar er veel meer van zijn. Dat heeft ons financieel sterk en onafhankelijk gemaakt. Zowat de helft van onze financiering kwam vroeger van de Nationale Loterij, met om de vier jaar een herziening door de politiek. Nu is dat ongeveer 9%. Het was mijn ambitie om van de Koning Boudewijnstichting een eigen merk te maken, los van de Belgische staat en de koninklijke familie – en uit onze opiniepeilingen blijkt dat dit gelukt is. Tegelijk is de Nationale Loterij nog steeds erg belangrijk. De dotatie biedt startkapitaal en verplicht ons om verantwoording af te leggen aan het publiek. Dat is een goede zaak.”

U sprak over het belang van risico’s nemen. Is falen de sleutel tot succes?
“De rol van filantropie moet anders zijn dan die van andere spelers zoals de publieke sector of bedrijven. Als we alleen anderen kopiëren, op het vlak van communicatie, due diligence, compliance, verliezen we onze specificiteit. We moeten doen wat de anderen niet doen. Anders aap ik gewoon na en wat is daar leuk aan? Ik ben niet bang om te falen. Met de Stichting hebben we de luxe om met vallen en opstaan te proberen. Dat is een enorme meerwaarde. Welke andere organisatie kan dat vandaag doen zonder haar voortbestaan op het spel te zetten? Ik heb nooit iemand aan de deur gezet bij de Stichting gezet omdat hij of zij een fout had gemaakt. Sterker nog, we geven jaarlijks een prijs voor de “Beste Mislukking”, omdat we daaruit leren. De eerste laureaat was iemand die dacht dat hij helemaal geen mislukkingen op zijn actief had. ‘Sorry’, zei ik, ‘je hebt je werk niet goed gedaan. Je hebt geen fouten gemaakt omdat je geen risico’s hebt genomen.’ Uit fouten leer je. Je leert dat de wereld niet lineair is, alsof alles geregeerd wordt door de wetten van Newton. De wereld is chaotischer dan dat. Je hangt af van anderen. Dus, je moet bescheiden blijven én tegelijk zeer ambitieus zijn.”

Hebt u nog advies voor uw opvolger, Brieuc Van Damme?
“De uitdaging is om, met de groei van de Stichting, haar DNA te behouden. Hoe meer je groeit, hoe moeilijker het kan zijn om iedereen te overtuigen om risico’s te nemen. Maar ik vertrouw mijn opvolger. Ik zou zeggen, wees anders, blijf onafhankelijk, pluralistisch en ondernemend. Maar hij moet ook zichzelf zijn en blijven. Hij is van deze eeuw, ik ben van de vorige eeuw. Hij moet in deze eeuw zijn eigen weg vinden en zijn eigen fouten maken. Je moet een beetje naïef zijn om dit werk te doen. Dat verlies je wel wat, in de loop der jaren, dus blijf zo lang mogelijk naïef!”

Foto: LUC TAYART DE BORMS-AFGEVAARDIGD BESTUURDER (01.01.1996 – 30.4.2022) / www.kbs-frb.be