De natuur in Friesland heeft een indrukwekkend herstellend vermogen. Door het hoogwater als gevolg van wekenlange hevige regenval en het bewust laat in werking zetten van de gemalen aan de IJsselmeer- en Waddenzeekust, komt het grondwater in te droge natuurgebieden weer op peil, verdrinken de een plaag vormende veldmuizen in de laagveengebieden bij bosjes en is de 16-de eeuwse Friese waterlinie sinds eeuwen weer goed zichtbaar.

Een waterlinie is een reeks vestingsteden of verdedigingswerken, zoals forten en schansen (aarden wallen), met daartussen gebieden die onder water gezet kunnen worden. Deze zogenaamde inundatiegebieden in de Hollandse en Friese delta waren meestal niet erg diep, gemiddeld zo’n 40 cm, maar voldoende afschrikwekkend voor de vijand. Die kon niet meer de redelijk doorwaadbare plaatsen in de veelal ver buiten zijn oevers getreden rivieren zien, geen sloten herkennen. Ook de door turfwinning ontstane petgaten in de veengebieden waren onzichtbaar geworden. De diepte was dan ook nog eens zo gering dat eventueel door de vijand ingezette boten op talrijke plekken aan de grond zouden lopen, bijvoorbeeld op dijkjes.

Friese waterlinie
Niet alleen in Holland was een waterlinie, ook in het zuiden en oosten van Friesland, namelijk tussen Slijkenburg aan de Lende (Linde) bij Kuinre en Frieschepalen ten oosten van Drachten. Die werd in de 16-de eeuw in het stroomgebied van de Lende, de Tsjonger, de Boarn en het Ald Djip aangelegd om uit het zuiden en oosten naderende vijanden, bijvoorbeeld de Spanjaarden, te keren.

Toen Spaanse militairen en Spanjegezinde Hollanders er in 1589 in slaagden de maar enkele kilometers van de Friese grens gelegen vesting Steenwijk te nemen, wierpen de Friezen in alle haast kleine stervormige aarden verdedigingswerken op, daar waar je gemakkelijk de genoemde rivieren kon oversteken of door de moerassen kon trekken. Zo’n locatie was De Blesse in het dal van de Lende op de handels- en legerroute tussen Steenwijk en Leeuwarden die via Wolvega liep. Nog steeds is het zo dat verkeer uit het zuiden via Wolvega naar Leeuwarden gaat en wel via de A32. De oude weg uit de 17-de eeuw tussen Steenwijk en Wolvega is nog steeds traceerbaar. Deze is door restauratie van de Blessebrugschans aan de Lende heel goed zichtbaar gemaakt. In het Zuid-Friese moeras kon de vijand met vrij eenvoudige schansen, en door het onder water laten lopen van de omgeving, effectief tegengehouden worden.

Foto: Vooral nu de hele omgeving van de Lende door de hoge waterstand van de Friese boezem blank staat, kun je de militaire waarde van de Blessebrugschans goed voor de geest halen. Onderstaande foto’s van het door de Lende omzoomde “fort” maakte Fries Nieuws-redacteur Albert Hendriks 29 februari 2020 bij zonsondergang. (www.friesnieuws.nl)