Wie zich een voorstelling wil maken van de werking van de Friese waterlinie langs de zuid- en oostgrens van Friesland en in het bijzonder van de militaire functie van de tussen Wolvega en De Blesse aan de rivier de Lende (Linde) gelegen Blessebrugschans, moet daar nú een kijkje nemen. Door de hevige regenval van 24 tot en met 27 december 2020 is de omgeving van het ooit belangrijke verdedigingswerk onder water komen te staan, net als eeuwen geleden bijna altijd het geval was.

Een waterlinie is een reeks vestingsteden of verdedigingswerken, zoals forten en schansen (aarden wallen), met daartussen gebieden die onder water gezet kunnen worden. Deze zogenaamde inundatiegebieden in de Hollandse en Friese delta waren meestal niet erg diep, gemiddeld zo’n 40 cm, maar voldoende afschrikwekkend voor de vijand. Die kon niet meer de redelijk doorwaadbare plaatsen in de veelal ver buiten zijn oevers getreden rivieren zien, geen sloten herkennen. Ook de door turfwinning ontstane petgaten in de veengebieden waren onzichtbaar geworden. De diepte was dan ook nog eens zo gering dat eventueel door de vijand ingezette boten op talrijke plekken aan de grond zouden lopen, bijvoorbeeld op dijkjes.

De Friese Waterlinie
Niet alleen in Holland was een waterlinie, ook in het zuiden en oosten van Friesland, namelijk tussen Slijkenburg aan de Lende bij Kuinre en Frieschepalen ten oosten van Drachten. Die werd in de 16-de eeuw in het stroomgebied van de Lende, de Tsjonger, de Boarn en het Ald Djip aangelegd om uit het zuiden en oosten naderende vijanden, bijvoorbeeld de Spanjaarden, te keren.
Toen Spaanse militairen en Spanjegezinde Hollanders er in 1589 in slaagden de maar enkele kilometers van de Friese grens gelegen vesting Steenwijk te nemen, wierpen de Friezen in alle haast kleine stervormige aarden verdedigingswerken op, daar waar je gemakkelijk de genoemde rivieren kon oversteken of door de moerassen kon trekken. Zo’n locatie was De Blesse in het dal van de Lende, op de handels- en legerroute tussen Steenwijk en Leeuwarden. Die liep via Wolvega liep. Nog steeds is het zo dat verkeer uit het zuiden via Wolvega naar Leeuwarden gaat en wel via de A32. De oude weg uit de 17-de eeuw tussen Steenwijk en Wolvega is nog steeds traceerbaar. Deze is door restauratie van de Blessebrugschans aan de Lende heel goed zichtbaar gemaakt. In het Zuid-Friese moeras kon de vijand met vrij eenvoudige schansen, en door het onder water laten lopen van de omgeving, effectief tegengehouden worden.

Bommenwerpende bisschop
Door de 80-jarige oorlog (1568-1648) werd de Blessebrugschans er niet beter op. Hij raakte in verval. De moerassen in de omgeving werden ook stapsgewijs ontwaterd, waardoor ongewenste gasten vrij gemakkelijk Friesland zouden kunnen binnendringen.
De prins-bisschop van het Duitse Münster, Christoph Bernhard Freiherr von Galen (1606-1678), had na een deal met de Fransen, Engelsen en de aartsbisschop van Keulen al eens korte tijd het oostelijke deel van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden in handen. De oorlogszuchtige katholiek raakte het veroverde terrein al binnen een jaar weer kwijt, door felle tegenstand, maar in de Nederlanden bleven ze de Duitse geestelijke vrezen. En ja hoor, september 1672 brak de hel weer los in Oost-Nederland en ook in Groningen, de stad die de bisschop bestookte met explosieven en stinkende bommen, vandaar de Groningse bijnaam ‘Bommen Berend’. Groningen hield hem gelukkig buiten de poorten.

Fries verzet
Het grote leger van de bisschop — naar schatting 18.000 man na het verlies van zo’n 6.000 man bij de gevechten in Groningen — besloot zich via Friesland terug te trekken. Het stootte echter op het in allerijl door de Friese edelman Hans Willem van Alva (1633-1691) en zijn aanhang herstelde waterfront. Van Alva’s leger zou uit slechts 6000 soldaten hebben bestaan. Die moesten maar liefst tien grensschansen bemannen.
Her en der probeerden de gefrustreerde Duitsers een doorbraak te forceren, maar de Friese legeraanvoerder slaagde er met een soort guerillatactiek in om het leger van de bisschop op afstand te houden en dat wel een jaar lang!

Paniek
24 Augustus 1673 bleek de bemanning van de Blessebrugschans niet opgewassen tegen de Duitse overmacht. De Oosterburen wonnen de gevechten, maar konden de weg huiswaarts niet veilig vervolgen. Ze raakten in de omgeving van Wolvega het spoor volledig bijster. Door een plotseling opkomende noordwester storm waren ze omsingeld door hoog water, afkomstig van de Lende en de Tsjonger, toen ook wel Kuunder genoemd. Ze raakten in paniek. Volgens overlevering vlogen ze, belaagd door weer op krachten gekomen Friese strijders, alle kanten op. Velen verdronken of werden neergeschoten. Zo gebeurde het dat de bisschop van Münster 29 augustus 1673, na een jaar knokken, definitief afzag van de verovering van de provincies Groningen en Friesland.

Meer info:
www.friesewaterlinie.nl
www.forten.nl/waterlinies/friese-waterlinie/
www.landschapsbeheerfriesland.nl/erfgoed/wandelen-en-fietsen-in-friesland/641-fietsroute-langs-de-friese-waterlinie.html
www.waterlinies.jouwweb.nl/1500-1599/1580-friese-waterlinie
www.feddes-olthof.nl/friese-waterlinie/

Foto’s: De Blessebrugschans aan de rivier de Lende ten zuiden van Wolvega, een betekenisvol onderdeel van de Friese Waterlinie. Foto’s: 25 december 2020, Albert Hendriks, Friesland Holland Nieuwsdienst. / www.friesnieuws.nl