Mensen die deelnemen aan de jaarlijkse verkiezing van de ‘Vogel van het Jaar’ hebben nog maar eens bewezen dat ze een absolute voorkeur hebben voor streekeigen soorten die dan ook nog eens dichtbij huis leven en dus heel goed gekend zijn. Hoe belangrijk het ook is om als vogelbeschermingsorganisatie de aandacht te vestigen op soorten die op het randje van uitsterven balanceren, de Vlaming blijkt zeer karig met stemmen als het om vogels gaat die zeldzaam zijn en/of niet dicht bij de mens leven. De kwartelkoning belandde daardoor op de laatste plaats met slechts 119 stemmen, gevolgd door de roerdomp (124), de raaf (152), de lepelaar (159) en het korhoen (195). In totaal registreerden we 3945 stemmen. De merel ging met 25% van de stemmen lopen: niet minder dan 999 streepjes staan achter zijn naam. Langs de andere kant blijkt de Vlaming ook wel een zwak te hebben voor soorten die zich in een underdogpositie bevinden. De merel in een underdogpositie? Absoluut, in de media is de voorbije maanden heel wat te doen geweest rond de massale sterfte van merels als gevolg van het Usutu-virus. Dit virus wordt uitsluitend verspreid door steekmuggen. Het werd in 1959 ontdekt in Afrika. De eerste Europese uitbraak vond in 2001 plaats in Oostenrijk. Daarna verspreidde het virus zich snel. Ondertussen werd het al vastgesteld in onder andere Spanje, Italië, Kroatië, Hongarije, Oostenrijk, Zwitserland, Tsjechië, Duitsland, Nederland en België. Tot een echte uitbraak van de ziekte kwam het in ons land pas in 2016.
Top 3
De merel is dus de absolute winnaar van deze editie van de ‘Verkiezing van de Vogel van het Jaar’. Op de tweede plaats vinden we opnieuw een vogel die we dichtbij de mens aantreffen, namelijk de huiszwaluw. Deze soort ging met 686 stemmen lopen, toch een dikke driehonderd minder dan de merel. Bij de huiszwaluw spelen wellicht verschillende factoren mee in het succes: dankzij haar schattige snoetje is ze bijzonder aaibaar, met haar kwartbolvormig gemetste nestje tegen onze gevels kan ze niet nóg dichter bij de mens broeden, ze is zeer nuttig als natuurlijke bestrijder van insecten én ze is in de loop van de voorbije decennia met meer dan 70% afgenomen. Ook hier speelt de underdogpositie mee. Met 542 stemmen wordt de derde plaats ingenomen door de kievit, nagenoeg onze meest zichtbare en dus bekendste weidevogel. Het is ook de enige weidevogel met een sierlijke kuif op de kop. Onmiskenbaar! Net zoals de huiszwaluw neemt de kievit in snel tempo af. De langetermijntrend (voorbije 30 jaar) op Europees niveau bedraagt -48%, die op korte termijn (voorbije 10 jaar) -31%. Het is dus niet overdreven als we ons over deze soort zorgen maken. De factoren‘zeldzaam’ en ‘bedreigd’ spelen dus meestal wel mee in het stemgedrag, maar blijken niet de hoofdreden waarom de meeste mensen op een welbepaalde soort stemmen. De factoren ‘dichtbij de mens’ en dus ook ‘bekendheid’ en ‘zichtbaarheid’ spelen vrijwel altijd de hoofdrol. In 2017 was de groene specht de winnaar, het jaar ervoor de heggenmus.
Paul McCartney
In 2010 werd de merel verkozen tot mooiste zanger van alle vogels in Nederland. Twee jaar later werd de zang van de merel zelfs uitgeroepen tot het allermooiste natuurgeluid. En dat is niet onterecht! De vloeiende, fluitende zang van het mannetje, meestal gebracht vanaf een hoge tak, de nok van een dak of een andere hoge post, kent een rijk repertoire. Zijn lied is te horen vanaf februari tot in de vroege zomer, waarbij de frêle, melodieuze noten wegsterven naar een zachtere, kwetterende finale. Is de nachtegaal de operazanger onder de vogels, dan is de merel de meester-alt van het koor. Zijn zang benadert het meest het menselijke idee van muziek. Dat komt omdat hij op een menselijke toonhoogte zingt, met een melodieuze variatie van heldere klanken die haast op een notenbalk kunnen worden genoteerd. Verwarring is eventueel mogelijk met de zang van zanglijster, grote lijster, zwartkop of tuinfluiter. Toch onderscheid je gemakkelijk de warme, volle stem van de merel. De legendarische Britse popgroep ‘The Beatles’ bracht in 1968 al een ode aan de merel in het weemoedige lied ‘Blackbird’. Het werd geschreven door Paul McCartney. Blackbird verscheen op het album ‘The Beatles’, ook wel bekend als ‘The White Album’. In de originele versie van het nummer hoor je een mannetjesmerel het beste van zichzelf geven. De inspiratie voor de tekst kwam echter van de oplopende spanningen door de protesten van de Amerikaanse burgerrechtenbeweging tegen de rassenscheiding in de Verenigde Staten.
Viwiwiwiwi
Bij luchtalarm – bijvoorbeeld als een sperwer gesignaleerd wordt – roepen merels een zeer hoog, scherp, langgerekt en stil voorgedragen “tsiiii”, terwijl een wollig herhaald “poek” duidt op de aanwezigheid van een grondpredator, een kat bijvoorbeeld. “Tsjoek” duidt dan weer op algemene onrust. Deze roep kan versneld worden en uiteindelijk eindigen op een hoger en dalend “viwiwiwiwi”, zeer luid voortgebracht, terwijl de vogel ogenschijnlijk in paniek wegvliegt. Rond de schemering hoor je hem minutenlang “ping ping ping” roepen, agressief naar andere merels die zijn territorium doorkruisen op weg van en naar hun slaapplaatsen. De vraag die ons op dit ogenblik bezighoudt is of we in de lente van 2018 opnieuw gaan kunnen genieten van de aantrekkelijke zang van de merel. Op dit ogenblik is het immers met een vergrootglas zoeken naar merels. De met het Usutu-virus besmette steekmuggen hebben blijkbaar hun werk grondig gedaan. Een merel die besmet is met het virus is vaak gemakkelijk te herkennen. Hij ziet er – ook als er voldoende voedsel aanwezig is – ongezond en verzwakt uit. Hij is makkelijk te benaderen, heeft een slordig verenkleed en is sterk vermagerd. Verder heeft hij evenwichtsstoornissen en kan hij soms moeilijk vliegen. Na twee tot drie dagen is hij dood. Het jammere is dat besmette merels niet te genezen zijn, ook niet in onze opvangcentra voor vogels en wilde dieren. Een medicijn bestaat (nog) niet. De verwachting is wel dat merels uiteindelijk immuniteit tegen het virus zullen ontwikkelen.
Een beetje hulp
Merels foerageren voornamelijk op regenwormen, slakken, insecten, spinnen, bessen en vruchten. Afgevallen bladeren keren ze vaak om als ze naar voedsel zoeken. Vruchten die op de grond liggen, vormen een belangrijk deel van hun dieet in de winter. Creëer bij het voeren van je tuinvogels dan ook een apart plekje op de grond waar merels en andere lijsterachtigen in tweeën gesneden, overrijpe appelen en peren kunnen vinden. Het is misschien een magere troost maar op dit moment wel het enige wat je voor hen kan doen.

Foto’s: www.vogelbescherming.be