In Duitsland is de spreeuw uitgeroepen tot Vogel van het Jaar 2018. Een veelvoorkomende vogel zou u zeggen, maar het gaat helaas helemaal niet zo goed met deze prachtige zangvogel. De aantallen lopen sterk terug. Prof. dr. Martin Kraft schetst een mooi beeld van de Sturnus vulgaris. U kunt uiteraard zelf helpen bij het in stand houden van de spreeuwenpopulatie. Hang eens een spreeuwenkast op of bied onze speciale pindacake voor spreeuwen aan. Vergeet tot slot niet mee te doen met onze nieuwe prijsvraag! In Duitsland hebben de Naturschutzbund Deutschland (NABU) en Landesbund für Vogelschutz in Bayern (LBV) de spreeuw uitgeroepen tot Vogel van het Jaar 2018. De spreeuw: wie kent hem niet? Je zou denken: een welbekende vogel die ook in Nederland veelvuldig voorkomt. Niettemin is het aantal spreeuwen in de laatste decennia drastisch afgenomen. Sovon en Vogelbescherming constateerden in 2014 dat minder dan 40% van de populatie van medio jaren tachtig over was (red.). Zo goed gaat het dus helaas niet met de prachtige Sturnus vulgaris.
In het Marburger land (waar prof. Dr. Martin Kraft woont, red.) laat de spreeuw zich gelukkig in grote getale zien. Niet alleen het aantal broedparen, maar ook de zwervende spreeuwen zijn duidelijk in aantal toegenomen. Met name in dorpen en steden laten ze zich zien, waarbij dankbaar gebruik wordt gemaakt van opgehangen nestkasten. In sommige winters verblijven tot wel 60.000 spreeuwen in de omgeving van Marburg! Ook nu, in januari 2018, heb ik al duizenden spreeuwen gezien. Deze winterspreeuwen houden zich het liefst op in grasvelden en drassige gebieden, maar maken ook goed gebruik van de voederhuisjes. Daarbij valt het op dat vooral de pindacakes en vetbollen van Vivara gretig aftrek vinden.
De spreeuw is een uitstekende zanger en is bedreven in zowel het imiteren van het geluid van andere vogels als andere omgevingsgeluiden. Soms kraaien de mannetjes zoals kippen of fluiten ze luidkeels als een wulp, onder vaste begeleiding van trillende vleugelslagen en een opgewonden houding. De naam spreeuw komt van het meest voorkomende geluid dat ze maken. Met zijn driehoekige vleugels behoort de spreeuw tot de snelste vogels: ze halen met gemak 80 tot 100 kilometer per uur en gaan nog sneller met de wind in de rug. Buiten het broedseizoen trekken spreeuwen zich ‘s avonds terug in slaapplekken: dat kunnen lisdodden zijn, maar ook struiken of bomen, vaak zelfs in grote steden. Bij het aanvliegen vertonen de zwermen spreeuwen vaak acrobatische vliegkunsten. Soms lijkt het op een lange, uitgerekte golf, dan weer op een torenvormige wolk of dichte kogelvorm, die zich met grote snelheid beweegt. Jagende haviken, sperwers of slechtvalken hebben slechts zelden succes wanneer ze een spreeuw uit deze dichte zwerm proberen te pakken. Grote groepen spreeuwen roepen in dorpen en steden vaak ergernis op. Ze laten aanzienlijke hopen ontlasting achter, waarbij een geparkeerde auto het wel eens wil ontgelden. Spreeuwen zijn intelligente vogels, die zich bij het zoeken naar een nestplek van enkele trucs bedienen. Vinden ze een holte of nestkast, dan leggen ze er een paar halmpjes in. Daarna gaan ze op zoek naar een nog betere broedplek. Een andere vogel die de broedplaats met de halmpjes erin vindt, denkt dat deze al bezet is en druipt af. Zo verzekert de spreeuw zich van een aantal geschikte nestplaatsen, hetgeen doet denken aan toeristen die nog voor het ontbijt hun handdoek op een strandstoel leggen om zo hun plek aan het water te claimen. Het broedkleed van de mannetjesspreeuwen is zwart met een gloed van bonte kleuren. De vrouwtjes zien er vrijwel hetzelfde uit, zij het dat de vedertoppen minder felgekleurd zijn. Ook in het winterkleed zijn kleine verschillen te ontdekken, zoals donkerdere ogen en een blauwachtig snavelbegin. Jonge spreeuwen hebben een bruin kleed en zwermen luid schreeuwend rond. De spreeuw wisselt van kleed aan het einde van de zomer en in de herfst, wat uitzonderlijk is voor een zangvogel. Het winterkleed bevat witte vlekken, die bij de mannetjes in het voorjaar weer sneller verdwijnen. Dan vertoont het kleed een gloed van paarse, blauwe en groene kleuren. De mannetjes met het bontste kleed en de beste zangkunsten hebben beduidend meer geluk bij de meer sobere vrouwtjes: al dat hectische vleugelwieken en zingen moet toch nut hebben! Een mannetje houdt het niet bij één veroverd vrouwtje. Zo gauw zij begonnen is met broeden, gaat het mannetje op zoek naar een volgende bewonderaar. Na het broedseizoen zijn de familiegroepen in grote aantallen op grasvelden en weides te zien, soms tussen de hoeven van vee op zoek naar voedsel. Ik heb zelfs gezien dat spreeuwen waterbuffels (in een natuurgebied in de omgeving van Marburg, red.) van parasieten ontdoen; een ‘service’ waarvan dankbaar gebruikt wordt gemaakt. Op intensief gebruikte akkers vinden spreeuwen nauwelijks voedsel en daar zijn ze dus ook niet veel meer te vinden. De drastische afname van het aantal spreeuwen heeft onder andere te maken met het gebruik van pesticiden en de intensivering van de landbouw (verdroging). Daarbij komt dat (natuurlijke) nestplaatsen in dorpen en steden verdwijnen, bijvoorbeeld door het dichtmaken van openingen in oude gebouwen. De spreeuw is een veelvoorkomende vogel, maar het wordt deze prachtvogel steeds moeilijker gemaakt te overleven. Het beperken van het gebruik van pesticiden, minder intensieve landbouw en het bieden van meer nestplekken in dorpen en steden zouden deze meesterzanger en luchtacrobaat zeer helpen.
Foto’s & tekst: Vivara & Prof. dr. Martin Kraft